Door Lucas Seuren
In de jaren 70 liet een aantal sociologen zien dat gesprekken verlopen volgens een zeker stramien; er is een systematiek voor beurtwisseling waar gespreksdeelnemers gebruik van maken. Veelal zorgt dit systeem ervoor dat gesprekken vrij soepel verlopen: overlap tussen twee beurten is minimaal en pauzes tussen twee beurten duren vaak niet langer dan 100 milliseconden. Toch komen er natuurlijk meer dan genoeg langere stiltes voor, lopend van misschien een halve seconde tot vele tientallen seconden. In een onlangs verschenen artikel in Research on Language & Social Interaction beschrijft Elliott Hoey van het Max Planck Instituut in Nijmegen dat het beurtwisselingssysteem ook de mogelijkheid biedt aan sprekers om stil te zijn, dat er verschillende soorten stiltes zijn, en dat gespreksdeelnemers er ook op verschillende manieren mee omgaan.
Newton
De opdeling in stiltes begint volgens Hoey bij twee categorieën die ook al waren beschreven in de jaren 70: gaps en lapses. Conversaties zijn bijna Newtoniaans opgebouwd uit acties en reacties: de norm is dat op elke actie een reactie wordt gegeven. Zo heeft een groet een wedergroet nodig, en een vraag een antwoord. Maar de reactie komt niet altijd onmiddellijk: er kan een korte stilte vallen waar een reactie hoort en dat heet een gap. Na reacties is het veelal de bedoeling dat iemand weer het woord neemt en een actie produceert; actie-reactie-paren volgen elkaar op. Een lapse is een stilte die valt als niemand een nieuwe actie produceert, dus tussen twee actie-reactie-paren in. Hoey richt zich op deze tweede categorie.
Soorten stiltes
Volgens Hoey kunnen we deze stiltes opdelen in drie verschillende groepen: (1) stiltes die noodzakelijk zijn voor andere activiteiten; (2) stiltes die niet noodzakelijk zijn, maar ook niet problematisch; en (3) stiltes die wel problematisch zijn.
De eerste categorie ligt vrij voor de hand. Er zijn situaties waar je even niet kan praten, omdat je je aandacht op iets anders moet richten. Zo geeft Hoey als voorbeeld dat een docent en student overleggen over werk dat een student heeft ingeleverd. Als de docent het stuk ter plekke moet lezen, dan valt er natuurlijk een stilte. Gedurende die stilte is er geen normatieve oriëntatie op een reactie (of actie) van een van beide gespreksdeelnemers. De stilte is dus onproblematisch en zelfs van belang voor het gesprek.
De tweede categorie zal ook vrij herkenbaar zijn. Gesprekken zijn niet in alle sociale settingen de voornaamste activiteit van de aanwezigen. De gespreksdeelnemers zijn veelal bezig met iets anders, zoals bijvoorbeeld schoonmaken. Maar door de setting is er altijd de ruimte om kort een gesprek te beginnen. Als zo’n gesprek dan is afgelopen, is de stilte volstrekt onproblematisch.
De derde categorie zou gekarakteriseerd kunnen worden als de ongemakkelijke stilte. In een soepel gesprek volgen actie-reactie-paren elkaar snel op; de lapses zijn heel kort. Maar er zijn altijd momenten waarop niemand iets zegt. Momenten waarop niemand zich aanbiedt aan om iets te zeggen, met als gevolg een stilte. De gespreksdeelnemers laten dan zien dat die stilte niet gepast is, dat er een gesprek gaande hoort te zijn. Maar waar reacties normatief volgen op acties, is dit andersom niet het geval. Er is veel meer vrijheid voor wie het woord neemt na een reactie en als niemand dat doet, dan gaat het even mis.
Onderhandeling
Het verhaal wordt nog iets gecompliceerder, want in interactie vinden we ook een kleine set van niet-Newtoniaanse acties. Dit zijn acties waarna niet per se een reactie hoeft te volgen (eerder al besproken door Stivers en Rossano, toen ook nog van het Max Planck). Als twee mensen tv-kijken of in de auto zitten kan het voorkomen dat een van de twee een opmerking maakt waar geen reactie op komt; bijvoorbeeld een evaluatie van iets dat op tv gebeurt. Hoey laat mooi zien dat dit tot gevolg heeft dat de betekenis van stiltes ook niet vastligt. In zijn voorbeeld gaat een spreker na een stilte van 6 seconden op jacht naar een reactie, waar ze eerder het idee gaf dat die reactie niet nodig was. Wat een lapse was, wordt op die manier tot een gap gemaakt. En de andere kant op kan ook. Als er geen reactie volgt, kan een spreker altijd besluiten om de situatie te laten voor wat die is: een gap wordt op die manier tot een lapse gemaakt.
Een vraag die je bij dit alles kunt stellen is in hoeverre het beurtwisselingssysteem zoals het door Sacks, Schegloff en Jefferson werd beschreven in de jaren 70 altijd van toepassing is of zelfs bestaat. Met name de onderhandeling over wat een stilte betekent, wekt de suggestie dat het systeem niet van te voren vastligt. Hoewel het systeem zijn waarde voor de analyse van interactie al decennia bewijst, zou het misschien beter als een product van interactie kunnen worden gezien, in ieder geval deels. Het is een systeem waar gespreksdeelnemers (in ieder geval in de tot op heden beschreven culturen) altijd van uitgaan dat het bestaat, en zolang alle gespreksdeelnemers die aanname delen, zal een gesprek ook die structuur volgen. Maar dat wil niet zeggen dat die structuur er daadwerkelijk al was voor het gesprek begon: het is juist doordat sprekers gebruikmaken van die aanname dat ze het elke keer weer tot stand brengen en dus die aanname in stand houden voor een volgende keer.
Laat een reactie achter