Het imago van de leesclub is misschien ouderwets, maar niets is minder waar. Marjolein van Herten, promovenda bij de Open Universiteit, komt in haar proefschrift ‘Learning communities, informal learning and the humanities’ tot de conclusie dat leesclubs moderne verenigingen zijn waarbij literaire onderwerpen stevig bediscussieerd worden en de sociale betrokkenheid tussen de leden groot is. De promotie vindt plaats op vrijdag 11 december 2015 bij de Open Universiteit in Heerlen.
Lezen in clubverband
Lezen is leren. Lezen verruimt je geest. Maar waarom is lezen in clubverband zo interessant? Van Herten geeft een helder antwoord op deze onderzoeksvraag. Informatie en ervaringen met elkaar delen is een sociale aangelegenheid. Als je een boek gelezen hebt, ben je in een andere wereld geweest en het is prettig om hierover met iemand anders te spreken die hetzelfde heeft meegemaakt.
Naast het sociale contact is het leeraspect erg belangrijk. Leden krijgen een beter zelfinzicht door de uitwisseling van diverse meningen over de boeken. De leden zijn vaak al fervente lezers en krijgen titels van boeken aangereikt die nog onbekend waren.
De ene club is de andere niet
Van Herten heeft onderzoek verricht naar de samenstelling en organisatie van de leesclubs. In Nederland bestaan naar schatting drie- tot vijfduizend leesclubs met gemiddeld ruim negen leden per groep. Er zijn twee categorieën te onderscheiden: georganiseerd via verenigingen of bibliotheken, of ‘wilde’ clubs die spontaan zijn ontstaan. Georganiseerde clubs maken vaker gebruik van professionele begeleiding door iemand met een literatuurstudie als achtergrond, terwijl spontane groepen vaker zelf de discussie leiden.
Per club kan worden aangegeven dat door de tijd heen een groep ontstaat met hetzelfde doel. Lidmaatschap van een club leidt vaak tot een langdurige vriendschapsgroep.
Samenstelling van de leesclub
Uit het onderzoek is duidelijk gebleken dat lezen binnen een leesclub vooral vrouwen aanspreekt en een klein aantal mannen. Het (hoge) opleidingsniveau is belangrijk om de discussies op een zelfde niveau te kunnen voeren. De gemiddelde leeftijd ligt rond de 65 jaar en de leden hebben vaak voldoende tijd om te lezen. De bijeenkomsten vormen voor sommigen een stok achter de deur om een boek op tijd uit te lezen. Bij oudere leden is deelname aan de leesclub een vervanging van de verminderde mobiliteit. In plaats van de fysiek kleiner wordende wereld wordt de belevingswereld groter. Eén van de respondenten verwoordde het als volgt: ‘als ik lees, dan reis ik in mijn hoofd’.
Relatie met de boekenbranche
Het publieke imago mag dan in een digitale maatschappij wat aan de ouderwetse kant zijn, maar uitgeverijen zien de lezers als goede ambassadeurs voor de boekenbranche. Ondanks verzoeken van promotie voor bepaalde boeken hechten de clubs veel waarde aan het autonome karakter en bestuur van de club. Hiermee wordt de status en erkenning van het niveau van de club bevestigd.
Promotie
Marjolein van Herten, docent letterkunde aan de Open Universiteit, verdedigt haar proefschrift ‘Learning communities, informal learning and the humanities’ op vrijdag 11 december 2015 om 13.30 uur bij de Open Universiteit in Heerlen. De promotoren zijn prof. dr. J. van Marle en prof. dr. P.A. Kirschner (Open Universiteit), co-promotor is dr. E.H.R. Duyvendak (Open Universiteit).
Laat een reactie achter