Door Marc van Oostendorp
In mijn zondagochtendminicollege van vandaag bespreek ik de uitspraak van ‘sleutel’ in Nederlandse dialecten. Waarom zegt men zowel in het noordoosten als het zuidwesten ‘sleudel’? En waarom zegt men in sommige gebieden ‘slotel’ en in andere ‘sletel’?
Heeee, die kaart op de achtergrond ken ik 🙂
Ik mis nog één 'sleutelaspectje' in je verhaal: de varianten die eindigen op -r: sleuter, sleter. De wereld van de sleutel is dus zelfs nog wat groter 🙂
De video was een stuk langer, maar ik heb hem wat ingekort. 'sleuter' is inderdaad nog een graad van variatie; nog een andere (in oost-Limburg) is [ʃl] aan het begin.
Precies. Er zit inderdaad een enorme schat aan klankverhalen in dat ene woord 🙂