Meer dan dertig jaar heb ik in het Vlaamse hoger talenonderwijs (vertalers-tolken, nu toegepaste taalkunde) als docent Nederlands onder meer een spellingvak gegeven en ik ben auteur van een paar spellingboeken. Als ik nu ergens het heen-en-weer van krijg, is het wel van het zogenaamde Groot Dictee der Nederlandse Taal, dat vorige zaterdag voor de 26ste keer de Vlaamse en Nederlandse tv-schermen teisterde. Het ging er allemaal weer heel vro- en feestelijk aan toe, spijs en drank waren naar verluidt zowel overvloedig als van exquise kwaliteit en het zou me niet verbazen als er ook klaroenen en bazuinen zijn ingezet. Heel gezellig, hoewel je je kunt afvragen of het niet op z’n minst een beetje gênant is dat de Nederlandse Taalunie voor dit soort geintjes op geen cent kijkt, terwijl ze op veel serieuzer gebieden onverbiddelijk bezuinigt. Soit.
Is het u al opgevallen dat de tekst voor het dictee steevast opgesteld wordt door mensen die niet bijzonder veel kaas gegeten hebben van spelling? Gevierde schrijvers, briljante woordkunstenaars dat wel, maar dat zegt niets. Die mensen hebben wel belangrijker en plezanter dingen aan hun hoofd dan spelling, die ze trouwens aan hun redacteurs kunnen overlaten. Schrijvers met bijzonder veel haar op hun tanden doen of deden zelfs dat niet: literaire goden als Harry Mulisch en Willem Frederik Hermans, bijvoorbeeld, vonden dat de spellingmakers zich moesten baseren op hun literatuur, dat zij de normen moesten bepalen. Historisch helemaal niet zo’n vreemd standpunt en in elk geval is het ieders recht om af te wijken van de officiële spelling, die enkel verplicht is in het onderwijs en in overheidsinstellingen. Dat zij dus geen spellingspecialisten zijn, is allerminst een kritiek. Dat de GDdNT-bonzen een beroep doen op niet-specialisten daarentegen, is kritiek van de hoogste orde.
DirkJan zegt
Wellicht wat verblind door een rode waas van woede, maar ik denk – weet het bijkans zeker – dat de Nederlandse Taalunie niet financieel heeft bijgedragen aan het Groot Dictee. Het spelfestijn wordt betaald door de omroep NTR en mogelijk ook door de Vlaamse VRT. Waarschijnlijk nog een goedkoop amusementsprogramma van anderhalf uur.
Ludo Permentier zegt
Hoe bizar dat een gewezen docent, gespecialiseerd in spelling, zich zo driest uitlaat en zich driemaal vergist. Afgezien nog van het feit dat hij het Dictee koppelt aan de Taalunie, die daar niets mee te maken heeft:
1. Elixir d’Anvers is inderdaad een drank, zoals bordeaux, maar het gaat hier niet om een soortnaam wel over een merk. Zoals je ook schrijft over ‘een glas Duvel’ en niet ‘een glas duvel’.
2. Als het zo duidelijk ‘ergens in kringelen’ moet zijn, waarom schrijft Van Dale dan op honderden plaatsen wendingen als ‘ergens binnenlopen’ of ‘ergens inklauteren’? De jury heeft daarom beide spellingen goedgekeurd. Lijkt me een faire oplossing.
3. ‘Breliaans’ is dan wel een afleiding, maar wel met een ‘zwaar’ achtervoegsel, zoals –aard(ig) en –achtig er ook zijn. Vandaar ‘hitleriaans’, ‘Italiaans’, ‘bergmaniaan’ en zelfs ‘grachtengordeliaan’.
Ook gek dat iemand die de scheidsrechtersautoriteit van het Groene Boekje in dezen betwist, zijn gelijk gaat halen door te googelen.
Peter Nieuwenhuijsen zegt
De algemene kritiek van De Schrijver onderschrijf ik (al meer dan 20 jaar). Het is wellicht nuttig uit te leggen dat een dictee zoals hij het voor zich ziet, regelgestuurd dus, een dictee is dat een ieder min of meer foutloos zou moeten maken. Daarom maakt het geen kans, want de 'prominenten' zouden dan écht door de mand vallen en na korte tijd zouden die er niet meer voor te porren zijn.
Wat de kritiek op de drie fouten betreft: met 2 en 3 ben ik het geheel eens, van nummer 1 maakt De Schrijver zich wat vlot af: soortnaam, eigennaam… is dat wel zo eenvoudig?
Marc van Oostendorp zegt
Waar staat dat, Ludo, dat -'iaans' een 'zwaar' achtervoegsel is? Op het hele internet vind ik het begrip slechts één keer, in de technische handleiding uit 2009. Daar wordt echter niet gerept van -'iaans'.
Mij lijkt er in ieder geval een evident verschil te bestaan met de daar wel genoemde voorbeelden zoals -achtig en -heid. De laatste creëren fonologisch een structuur die sterk lijkt op (of gelijk is aan) die van samengestelde woorden. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de lettergreepstructuur: het is aardappel-achtig en niet aardappe-lachtig. Bij -iaans zit dat wel anders in elkaar, je zegt naar mijn taalgevoel niet bre-liaans. In die zin is -iaans dus geen 'zwaar' achtervoegsel.
Van de voorbeelden die je geeft hebben hitleriaans en grachtengordeliaan een sjwa voor het desbetreffende achtervoegsel. Italiaans is weer een ander geval, omdat dit is afgeleid van Italië met een achtervoegsel -aans, en niet van Ital- met een achtervoegsel -iaans.
Bergmaniaan is dus het enige relevante voorbeeld, maar ook daarvoor is dus vooralsnog niet goed uitgelegd waarom je dat zo spelt.
Jan Uyttendaele zegt
Uit het spellingrapport van de Taalunie (gepubliceerd in 2011 onder de titel “Ze kunnen niet meer spellen.” Kan de Taalunie er wat aan doen?) was al gebleken, dat het Groot Dictee bij de taalgebruikers volstrekt niet bijdraagt tot een positieve attitudevorming tegenover de officiële spelling en zelfs zorgt voor negatieve publiciteit. (Een van de medewerkers aan het rapport noemde het zelfs 'een demonstratie van de onbeheersbaarheid van de spellingregels'.) Uit dit rapport hadden ze toen al moeten concluderen, dat het Groot Dictee beter afgeschaft kan worden.
Marc van Oostendorp zegt
Maar de Taalunie heeft natuurlijk niet zoveel macht dat ze een tv-programma kan afschaffen. Ze kan er eventueel niet meer aan bijdragen, maar dat doet ze dus ook niet meer.
Marcel Plaatsman zegt
De vergelijking met "freudiaans" is ook wel interessant. Als je de uitspraak zou willen benaderen, zou je dat als "froidiaans" moeten spellen, maar dat doet niemand. Het voelt toch wat ongemakkelijk om zo'n eigennaam te veranderen. Zou dat voor die van Brel niet ook gelden?
De Woordenlijst geeft nog "pavloviaans". Afgeleid van Pavlova, of Pavlov? Hoe moet het worden uitgesproken? Zou pavloffiaans aanvaardbaar zijn?
Ludo Permentier zegt
Het reglement van het Groot Dictee is duidelijk: als scheidsrechter geldt het Groene Boekje en voor een woord dat daar niet in te vinden is de Dikke Van Dale.
‘Breliaans’ staat in geen van beide. Maar er zijn wel woorden met een vergelijkbare opbouw in te vinden: ‘bergmaniaan’, ‘Ecuadoraan’, ‘Salvadoraan’, ‘newtoniaan’. Bij het lijstje met voorbeelden achter het trefwoord –iaan geeft Van Dale geen enkel woord met een verdubbeling van de medeklinker. Er zijn misschien goede argumenten om toch ‘brelliaans’ te schrijven, maar omdat de naslagwerken die niet aanleverden, heeft de jury geoordeeld dat het ‘breliaans’ moest zijn voor dit Dictee.
Overigens: sommige mensen lijken niet te kunnen begrijpen dat het Groot Dictee geen didactisch doel nastreeft. Het is een spelletje; sterker nog: een televisieprogramma.
Marc van Oostendorp zegt
Dank voor de toelichting. Er zit dus eigenlijk een gaatje in de spellingsregeling, dat je kennelijk moet dichten met parallellie. Maar van de voorbeelden die je noemt is alleen 'bergmaniaan' een redelijk goede parallel: Ecuadoraan en Salvadoraan hebben een ánder achtervoegsel, en bij newton zou je nog kunnen denken dat de laatste klinker een sjwa is (dat is hij immers in het Engels). Je moet het dus doen met de parallellie van 1 geval, dat ook nog niet eens in het Groene Boekje staat.
Voor de doeleinden van het Groot Dictee kan ik dat allemaal nog volgen (het is maar een spelletje), maar eigenlijk is er dus geen officieel goede manier om 'breliaans' te schrijven, klopt dat?
Johan De Schryver zegt
Beste Ludo, ik moet me drie keer verontschuldigen. Ten eerste omdat ik blijkbaar te driest was, mij afzettend tegen het evenement en niet denkend aan de personen die zich daardoor beledigd voelen. Ten tweede wist ik niet dat er geen band meer was met de Taalunie (dat was vroeger wel zo) en ten derde had ik dat googelen er niet bij moeten halen. Dat was natuurlijk niet bedoeld als argument. Verder blijf ik bij mijn standpunt dat het dictee een laakbaar evenement is en dat er in de laatste versie drie fouten staan, of minder driest: drie afwijkingen van de voorschriften die ik uit het Groene Boekje en de Technische Handleiding afleid.
1. Je argument voor een hoofdletter (Elixir) is dat het hier om een merknaam gaat, maar de TH zegt expliciet dat ook merknamen de regel volgen dat eigennamen gebruikt als soortnaam een kleine letter krijgen en geeft er ook twee voorbeelden van dranken: breezer en chocomel (p. 124). Je zou wel een theoretische discussie kunnen houden over het soortnaamgehalte (zie de reactie van Peter Nieuwenhuijsen), maar voor de spelling betekende het gebruik als stofnaam altijd een categorieverschuiving naar eigennaam (cf. hij drinkt bordeaux, maar ook vaseline en breezer en chocomel).
2. Van Dale is geen onfeilbare spellingautoriteit en de redacteurs hebben hier en daar blijkbaar ongelukkige keuzen gemaakt. De boom inklauteren is volgens mij fout. Het bos inlopen, de deur uitstappen, de trap afrennen ook.
3. Als afleidingen met -iaans voor de afbreking inderdaad moeten worden behandeld zoals samenstellingen, als -iaans dus een 'zwaar' achtervoegsel zou zijn, dan moet de TH dat zeggen en die doet dat niet (cf. Marc van Oostendorp). De TH beperkt de uitzonderingen voor achtervoegsels die met een klinker beginnen uitdrukkelijk tot -aard, -aardig en -achtig. Je legt ook niet uit waarom de TH freu-diaans splitst. Als het een 'zwaar achtervoegsel' was, zou het toch freud-iaans moeten zijn?
Ten slotte merk je nog op dat ik de scheidsrechterautoriteit van het Groene Boekje betwist. Ik heb inderdaad bij de Taalunie de discussie ingeleid over wat nu moet gelden als Spellingbijbel, de Leidraad in het GB of de TH. De TU-verantwoordelijken (inz. J. Van Hoorde) vinden die kwestie zelf allesbehalve eenvoudig en ze beraden zich er momenteel over. Volgend jaar zou ik uitgenodigd worden op een vergadering hierover. Zo gek zijn mijn twijfels blijkbaar niet.
Johan De Schryver zegt
Neen, de regel in TH én Leidraad is duidelijk en leidt tot 'brelliaans'. Of dat een verstandige regel is, is iets anders, want zoals Marcel Plaatsman zegt, 'voelt dat toch wel een beetje ongemakkelijk'. Maar zo zijn er veel dingen in onze officiële spelling, heel veel.
Anoniem zegt
Hoe verklaart u de volgende spelling in de Woordenlijst?
car.na.val
car.na.va.lesk
Jan Uyttendaele zegt
Ik neem aan dat je 'overigens-zinnetje' ook voor mij bedoeld is, Ludo. Ik besef heel goed dat het Groot Dictee geen didactische bedoeling heeft. Dat het niet als 'voorbeelddictee' voor het onderwijs kan fungeren, spreekt vanzelf. Maar in het genoemde rapport maakt de Taalunie zich terecht zorgen over de maatschappelijke en onderwijskundige effecten van het dictee. Als didacticus deel ik gewoon die bezorgdheid.
Jan De Ridder zegt
Johan De Schryver wil blijkbaar koste wat het kost gelijk hebben en verliest daarbij bijwijlen zijn helderheid van geest. Een vergezochte insinuatie als "Mogelijk wou Lieve Joris bij deze linkmiegel op een goed blaadje komen." vind ik irrelevant, maar vooral bedenkelijk. Zo kijkt zelfs iemand als ik, die ook "elixir" schreef, met andere ogen naar Johans argumentatie. Oké, hij heeft later ingezien dat hij over de schreef was gegaan en heeft zich ervoor verontschuldigd.
Maar zelfs nadat Ludo Permentier – met bijna even weinig twijfels – hem heeft uitgelegd dat "Elixir d'Anvers" als merknaam met hoofdletters wordt geschreven, komt hij met argumenten die alleen zijn eigen standpunt staven en ziet hij tegenbewijzen over het hoofd. Inderdaad, in de Technische Handleiding staan "breezer" en "chocomel". Maar ook "Coca-Cola" en "Pepsi Cola". Toegegeven, je kunt aanvoeren dat het bij die laatste twee om de bedrijfsnaam gaat en niet om de dranknaam. En ja, bij voorbeelden als "een Boeing" en "een Fiat" staat geen dranknaam vermeld.
Maar op http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/1528 staat expliciet dat merknamen van wijnen een hoofdletter krijgen en dat geldt ook als de wijn vernoemd is naar een domein of een persoon. Johan heeft zo goed als zeker dat taaladvies gelezen, want hij herschrijft het onderaan in zijn tekst https://www.arts.kuleuven.be/home/alumni/alumni_brussel/spelling-2015-de-veranderingen-jds.docx en vermeldt zelfs enkele voorbeelden uit het bewuste taaladvies. Vreemd genoeg heeft hij de uitzondering merknaam geschrapt. Maar kun je dan nog aannemelijk beweren dat de Taalunie merknamen van wijnen (en andere dranken?) als soortnaam voorschrijft met een kleine beginletter?
Aan Ludo vraag ik of onder andere "Be(e)renburg", "Cointreau", "Martini", "Pernod" en "Spa" dan geen merknamen zijn? Ik ben geen specialist, maar vind het wel vreemd dat "be(e)renburg", "cointreau", "martini", "pernod", "spa blauw" en "spa rood" allemaal met kleine beginletter in het (online) Groene Boekje staan.
Inderdaad, het stond ook in het taaladvies over de wijnsoorten: "Of een bepaalde aanduiding een soortnaam of een eigennaam is, is soms moeilijk te bepalen."
Wouter van der Land zegt
De Technische Handleiding (p. 124) is er een beetje vaag over, maar wanneer merknamen als soortnaam en tegelijkertijd als merknaam worden gebruikt, krijgen ze een hoofdletter. Het gaat er hier dus om of 'Elixir d'Anvers' bedoeld is als product van een (ongeveer) bepaalde receptuur of als product van het handelsmerk Elixir d'Anvers. De context biedt niet genoeg aanknopingspunten, maar de meeste mensen die het drankje kennen zullen denken aan de karakteristieke fles en dus aan het merk. Hoofdletters dan dus.
Jeroen van Heemskerck Düker zegt
Hoewel Johan De Schryver in mijn ogen een tikje doordraaft in zijn tirade tegen het Groot Dictee, zijn enkele punten die hij aanstipt mijns inziens wel terecht. Met name zijn commentaar op 'breliaans', waarover later. Ik vind het niet fair om te stellen dat het dictee wordt geschreven door mensen die kennelijk geen verstand van zaken hebben. Ook al blonk de onderhavige tekst uit in twijfelgevallen die maar moeilijk te verdedigen zijn, het geheel vormde een consistent verhaal met voldoende woordjes die de deelnemers tot enig nadenken aanspoorden. Dat lijkt mij toch de bedoeling. Daarnaast mag je best verwachten dat de gemiddelde taalfetisjist over een behoorlijke algemene kennis beschikt. Een wending als 'van Scylla in Charibdis' lijkt mij prima toepasbaar in dit jaarlijkse taalfeestje.
De liefhebbers maakten zich dit jaar vooral druk over de nadruk op plat amusement enerzijds, en de discutabele passages anderzijds. Daarover is op de websites van NTR, Onze Taal en Dictees.nl voldoende te lezen. Wat eerste betreft is het erg jammer dat de ex-aequowinnaar Bert De Kerpel met lege handen huiswaarts moet keren. Hij scoorde gelijk met de latere winnaar, maar de beloofde eeuwige roem gaat zijn neus voorbij. Het is alsof je de kampioen op de honderd meter een doos chocola geeft en vervolgens zijn concurrent – die exact dezelfde tijd neerzette – op het schild hijst.
Wat de twijfelgevallen betreft, vallen vooral het 'Elixir d'Anvers' en 'breliaans' uit de toon. Het eerstgenoemde goedje wordt door de jury – Permentier voorop – eenvoudigweg gelijkgesteld aan een merknaam, maar zo simpel ligt het natuurlijk niet. Een legosteentje is ook een merknaam, net als een chanelpakje. Hoe moet de taalgebruiker, ook de doorgewinterde eindredacteur, weten dat dit specifieke goedje een merknaam is, en bijvoorbeeld gros-de-Tours een gewone stofnaam? En waarom mag ik wel een coca-cola met kleine letters op mijn bijzettafeltje zetten, maar moet ik mijn Elixir met kapitalen versieren?
Ook de argumenten voor de enkele 'l' in 'breliaans' kunnen mij maar moeilijk overtuigen. Als de econoom Pen een model ontwikkelt, zou ik spreken van een penniaans concept, want anders begrijpt de lezer niet waarover ik het heb. Hetzelfde geldt voor een kokkiaanse accijnsheffing, of een bossiaanse nationalisatie. De klemtoon ligt bij deze constructies uitsluitend op het suffix. Dat noopt de schrijver volgens mij tot de toepassing van elementaire spellingregels, precies zoals de boze Johan De Schryver betoogt. Het is immers niet verboden de officiële spelling van de naam lichtjes aan te passen; dat zien we bij 'reviaans' en 'coccejaans'.
Anoniem zegt
Zoals hierboven al aangegeven, bevat de Woordenlijst voorbeelden van woorden waarbij de klemtoon op het suffix valt (-esk) zonder dat de voorafgaande medeklinker verdubbeld wordt: car.na.va.lesk. Ook hier ontstaat een open lettergreep, -va, die het stamwoord niet heeft, -val.
DirkJan zegt
Het gebruik van hoofdletters bij eigennamen, merknamen en soortnamen is vaak diffuus. Dat is hier al ruim opgemerkt, maar uitgangspunt is dat bij het gebruik van een kleine letter voor een merknaam de naam ruim is ingeburgerd en ook van toepassing is op andere soorten gebruik. Zo is een breezer of chocomel ook de aanduiding voor andere dranken die op de oorspronkelijke merknaam lijken. Geldt ook voor coca-cola en waarschijnlijk ook voor cointreau, maar niet voor een Duveltje. En op zich is goed te achterhalen wat het Groene Boekje voorstaat, want bij mijn weten neemt de woordenlijst en ook Van Dale alleen merk-soortnamen op met een kleine letter, dus nooit een echte merknaam met een kapitaal. En volgens de spelregels van het Groot Dictee (zie ook de regels van 2010) moeten alle woorden wel in het Groene Boekje of in de Van Dale staan. Het Elixer d' Anvers staat er niet in en had dus hoe dan ook niet fout mogen worden gerekend.
Dat geldt ook voor breliaans/brelliaans dat niet is opgenomen en je dus encyclopedische kennis moet hebben hoe je Brel spelt, zou net als Orwell ook met twee l-en geschreven kunnen worden. Ook de spelwijze brelliaans had dus niet fout mogen worden gerekend. Een aantal jaren geleden werden verschillende spelwijzen van de gitarist Jimi Hendrix ook niet fout gerekend.
Ik neig ook naar brelliaans, maar bestaat er het achtervoegsel liaans en is het niet altijd in dit soort gevallen iaans? Zoals bij erasmiaans, enzovoorts. Vandaar ook bergmaniaans en niet bergmanniaans. Jammer dat Orwell met dubbel-l is, anders was er een aardig precedent geweest met orwel(l)iaans.
[ De meeste taalkundigen laten zich niet graag uit over spellingkwesties, maar dit blog en de reacties bewijzen dat het een kostelijk onderwerp is. ]
DirkJan zegt
PS. En voor de pleiters voor breliaans is orwelliaans toch een passende analogie, want spellers van brelliaans zullen toch niet orwellliaans met drie maal een l spellen? 😉