Wat Het Parool onlangs leuk vond op de tv: dat er ‘een boze Daan Roosegaarde’ op te zien was. Een intrigerende vraag is: wat doet dat lidwoord een daar? Bij eigennamen gebruik je meestal geen lidwoord, of omgekeerd gezegd, in een normale constructie neemt een een individu uit een groep: een boze ontwerper is een voorbeeld uit een enorme groep ontwerpers, en wel een die boos is. Maar er is in dit geval maar één Daan Roosegaarde.
In de onlangs verschenen bundel Linguistics in the Netherlands 2015 gaan de Nijmeegse onderzoekers Helen de Hoop en Erica Kemperman in op enkele kwesties rondom dat vreemde lidwoord. Met name bespreken zij de keuze tussen de en een:
- Een boze Daan Roosegaarde nam een plaspauze.
- De boze Daan Roosegaarde nam een plaspauze.
Dat heeft iets te maken met het bijvoeglijk naamwoord. Bij geblesseerd zijn de verhoudingen andersom: de komt vaker voor dan een.
- Vossen speelt in plaats van de geblesseerde Barda.
- Davenport had weinig moeite met een geblesseerde Venus Williams.
- De openingstoespraak werd gehouden door de intelligente José van Dijk.
- De openingstoespraak werd gehouden door een intelligente José van Dijk.
Marcel Plaatsman zegt
Die laatste interpretatie (van "intelligente") zou ik bij "boze" ook hebben. "Een boze Daan Roosegaarde" is iemand die op zeker moment boos is, geïrriteerd, in z'n kuif gepikt – terwijl "de boze Daan Roosegaarde" een kwaadaardig iemand beschrijft, zoals "de boze Poseidon" (voor ik zijn toorn op m'n hals haal: vanuit het perspectief van Odysseus natuurlijk, niet vanuit het mijn).
Het onderscheid is wel welkom, misschien moeten we toch 'ns vaker lidwoorden bij eigennamen gaan gebruiken, zoals je dat in gesproken Duits ook wel hoort. Al kom je dan weer met andere gevoeligheden in conflict in Vlaanderen, waar het bepaald lidwoord erg gebruikelijk is bij mannelijke personen ("den Tom" etc.), maar niet bij vrouwelijke.
Jana Luther zegt
Ook nuttig en gebruiklik in Afrikaans.
Die bepaalde lidwoord dui (beklemtonend) ’n vaste/permanente toestand aan, of ’n toestand waarvoor die rede bekend is:
Daar loop die mooie/vrolike Francien nou by die hek verby. (Sy ís mooi, sy’s gewoonlik/meestal vrolik.)
Die blaffende hond laat haar skrik.
Ons sien hoe die huilende Francien na haar ma toe hardloop. (Ons weet waarom sy op dié oomblik huil.)
Die onbepaalde lidwoord dui ’n tydelike of opvallend ongewone toestand aan, of ’n toestand waarvan die oorsaak (nog) onbekend is:
Dis ’n bang Francien wat vanoggend by die hek verbystap. (Sy is nie gewoonlik bang nie; daar’s vandag ’n rede vir haar bangheid, en ons weet wat dit is.)
Of: Ons sien ’n huilende Francien na haar ma toe hardloop. (Sy huil nie gewoonlik nie; ons weet nie waarom sy huil nie, maar dis opvallend dat sy huil.)
Jana Luther zegt
Mmm. Ook:
Ons sien ’n Francien wat huil. (Dit kan.)
*Ons sien die Francien wat huil. (Dit deug nie as daar slegs een Francien ter sprake is nie.)
Lucas Seuren zegt
'Een geblesseerde' kan ook betekenen dat ze geen moeite had met haar tegenstander omdat die geblesseerd was, maar dat ze anders wel moeite zou hebben. Vooral dat laatste lees ik e niet in als je 'de' gebruikt.
Lucas Seuren zegt
'Een geblesseerde' kan ook betekenen dat ze geen moeite had met haar tegenstander omdat die geblesseerd was, maar dat ze anders wel moeite zou hebben. Vooral dat laatste lees ik e niet in als je 'de' gebruikt.
Jan Stroop zegt
Er zijn juist wel meerdere Daan Roosegaardes: er is ook een vriendelijke, een slimme, een eigenwijze, enzovoorts. In dit geval hebben we te maken met een boze Daan Roosegaarde, uit de reeks.
Opvallend aan de frase is immers dat 't adjectief niet kan ontbreken. Dit kan niet:
* Een Daan Roosegaarde nam een plaspauze.
Dat kan alleen als zo'n frase deel uitmaakt van een reeks:
"Als ik zie hoe lang een Israël, een Van Hanegem en een Jongbloed nog doorgaan".
Hoewel ook dit voorkomt:
"Beetje het probleem dat ook een Van Hanegem heeft dus?" Maar hier betekent 'een van Hanegem' naar mijn gevoelen: iemand als Van Hanegem, zoals er meerdere zijn.
Vergelijk dat met: Beetje het probleem dat ook Van Hanegem heeft dus?
Bernard Kemperman zegt
"[I]n een experiment waarin mensen dit soort zinnen kregen met stippeltjes waar ze het 'beste' lidwoord moesten invullen, kwamen ze in meerderheid uit op een bij boos (of geïrriteerd) en de bij geblesseerd."
Een kleine correctie: Bij het experiment was er inderdaad een flink verschil tussen "stage level short" en "stage level long" adjectivi, maar er bleek in alle gevallen toch een voorkeur voor "de" te zijn, in tegenstelling tot de bevindingen op basis van de database.
J.J.T. Eissink zegt
Deze reactie is verwijderd door de auteur.