• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Etymologie: stortregen

10 maart 2016 door Redactie Neder-L Reageer

Door Michiel de Vaan
stortregen zn. ‘hevige regen’
Nieuwnederlands stortregen (Rekeningen der stad Nijmegen, 1511), stortregen (1565, Attestatie door Meester Steenplaatsers van Leiden; uitgave bij R.M.R. van Oosten, De Leidse Steen des Aanstoots, Leiden 2006). Samenstelling van storten en regen. De combinatie van regen met storten komt niet in het Mnl. maar wel al in het Mnd. voor: de uthstortet de stofregen alse strame ‘die de stofregen uitstorten in stromen’. Mogelijk is stortregen opgekomen naast en vanwege de assonantie met stofregen, zie het volgende woord. Ter vergelijking: stortvlaag ‘stortbui’ komt vanaf 1624 voor en stortvloed pas in 1803 voor het eerst.

stofregen zn. ‘hevige regen; motregen’
Mnl. Stofreghen als bijnaam voor een opvliegend mens (1374, Brussel), stofregen (1426), Nnl. stofregen (1528) ‘stortregen’. Met een andere betekenis: Mnl. stofregen ‘motregen’ (1479 die soete stofregen), Nnl. stofregen (1596). Verwante vormen: Mnd. stofregen ‘hevige regen’, ook als bijnaam Stofreghen (1307, Hannover); Mhd. stoupregen ‘stortbui’, Mohd. Staubregen ‘motregen’. Het Hoogduitse woord zet WGm. *stauba- ‘stof’ voort, een afleiding van stuiven, en nauw verwant met Nederlands stof uit *stuba-. De oudere betekenis van stof-regen zal dus ‘stuivende regen’ in de zin van ‘onstuimig’ zijn geweest, maar omdat stof ‘fijn stof’ betekende, paste stofregen zijn betekenis aan tot ‘motregen, fijne regen’.

stuifregen zn. ‘zachte of kleindruppelige regen’
Nnl. stuufreghen (1566-1568), stuyf-reghen (Kiliaan 1599) ‘zachte regen’, stuifregen (Chomel, 1743) ‘een fynen regen, die in de winter na een mist valt’. Hier slaat stuiven duidelijk op fijne druppels (vgl. ver-stuiven) en niet op onstuimigheid.

slagregen zn. ‘stortbui’
Mnl. slachregen (1488), Nnl. slachregen (1528) ‘stortbui’, slaghreghen oft slaghvlaghe ‘stortbui’ (Lambrecht, 1562). Verwante vormen: Mnd. slachregen ‘plotselinge, heftige regen’, bijnaam Slegereghen (Sauerland, 1455), Mohd. Schlagregen ‘heftige regen’.

plasregen zn. ‘hevige regen’
Nnl. plasregen(1528, Vorstermanbijbel). Verwante vormen: Mohd. Platzregen ‘plotselinge en heftige regenbui’.

plensregen zn. ‘hevige regen’
Nnl.plensregen (1936).

Met uitzondering van de oudste vorm stofregen gaat het steeds om samenstellingen met een werkwoordstam als tweede lid. Opvallend is nog het ontbreken van een Nederlandse correspondent van Mhd. gusregen, Nhd. Gussregen, terwijl regenen dat het giet nu zo’n gangbare uitdrukking is.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: Addenda EWN, etymologie

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Edwin Fagel • Ik antwoord de conducteur goedenavond

Ik antwoord de conducteur goedenavond
zoals ik amen antwoord op de hostie
ik volg de structuren van de samenleving
ik houd me aan de regels.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

SNOETJE

Een snoetje van ontroering, een snoetje van ontrouw.

Bron: Barbarber, september 1969

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

17 december 2025

➔ Lees meer
28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

16 december 2025

➔ Lees meer
14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

10 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1901 Pierre Boyens
sterfdag
1891 Jan Beckering Vinckers
1933 Johan Kern
1951 Jacoba van Lessen
2024 Erik Brus
➔ Neerlandicikalender

Media

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

18 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

➔ Lees meer
Elise de Vos – Van alles de laatste

Elise de Vos – Van alles de laatste

17 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Waar komt al die literatuur vandaan?

Waar komt al die literatuur vandaan?

16 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d