Door Leonie Cornips
Binnenkort verschijnt de erfgoednota van de Provincie die het beleid voor de komende jaren voor het (im)materieel cultureel erfgoed presenteert. Taal valt onder cultureel erfgoed en kent veel verschijningsvormen in Limburg. Diverse vertegenwoordigers, betrokken bij de streektaal, schreven onlangs het visiedocument ‘Sjiek is miech dat’ als input voor de nieuwe erfgoednota. In dit visiedocument staat dat de regionale taal in Limburg mensen mobiliseert in hun gevoel van eigenwaarde, zelfbewustzijn en zelfredzaamheid. Taal is onmisbaar om regionale identiteiten te creëren: ze leidt tot sociale binding en herkenbaarheid van de provincie.
De ambities van de erfgoednota zijn duidelijk: dialecten hebben een digitaal platform nodig om ze vitaal te houden. Talentontwikkeling is een uitdaging: Limburg heeft een blijvende diversiteit aan podia nodig waar jongeren zich cultureel en literair kunnen manifesteren. Kennis over hoe de jeugd zich organiseert is urgent om streektaalbeleid te kunnen continueren. Kennisverspreiding over meertaligheid naar leerkrachten in het onderwijs (van kinderopvang tot middelbare school) is hard nodig. Limburgers zijn vaak van huis uit meertalig. Naast het Nederlands spreken zij dialect; een buurtaal zoals Duits of Frans, een lingua franca als Engels of een andere veel voorkomende taal zoals het Arabisch/Berbers, Turks en Spaans. Deze meertaligheid is niet alleen een cognitieve, sociaal-culturele kracht in Limburg maar zeker ook een economische. De kunst is om die meertaligheid te bevorderen en in te zetten waar dat nodig is (bijvoorbeeld in grensoverschrijdend werkverkeer en toerisme).
Maarten Boots, bachelor-student Nederlandse Taal en Cultuur aan de Universiteit Utrecht, verdiepte zich voor zijn stage aan het Meertens Instituut in het streektaalbeleid. Het Limburgs is sinds 1997 als streektaal en later als regionale taal erkend onder Deel II van het Europees Handvest voor Regionale Talen en Talen van Minderheden. De Raad van Europa heeft dit Handvest opgesteld en erkent 79 talen, gesproken door 203 nationale minderheden of taalgebonden groepen in Europa. Deze Raad kent 47 lidstaten maar kan een lidstaat niet wettelijk dwingen om het Handvest na te leven. De Nederlandse overheid wijst de uitvoering van het streektaalbeleid toe aan de Provincie maar is wel eindverantwoordelijk. De overheid stuurt elke drie jaar een rapport aan de Raad van Europa. In een eerder rapport staan uiteenlopende streektaalgerelateerde activiteiten genoemd zoals televisieprogramma’s, theaterproducties, een kindercarnavalsliedjeswedstrijd en muzikale festiviteiten.
De Provincie ontwerpt het streektaalbeleid en investeert sinds 2007 structureel 150 duizend euro per jaar in streektaalactiviteiten en organisaties, exclusief subsidies. De uitvoering van het streektaalbeleid besteedt de Provincie uit aan de streektaalfunctionaris, de Raod veur ’t Limburgs en Veldeke. Die uitvoering is alleen mogelijk door betrokken vrijwilligers met liefde voor dialect.
Maarten heeft diverse betrokkenen in de landelijke en provinciale politiek, media en streektaalorganisaties geïnterviewd. Veel politici (statenleden) wilden helaas niet meedoen. Uit de interviews blijkt dat het Handvest in de landelijke politiek vrij onbekend is, en ook in de Limburgse politiek niet echt (meer) leeft. Voor de media is nooit vanuit de Provincie een taalbeleid ontwikkeld. Volgens geïnterviewden koppelt L1 TV uitzendingen in streektaal vooral aan carnaval en sommigen zien liever meer nieuwsreportages in streektaal, evenals kinderprogramma’s. Vroeger leerde ook iedereen spontaan Duits door naar tv te kijken; misschien een manier om meertaligheid te stimuleren? Maar ja, de media is nu naar de nationale overheid overgeheveld.
Helpt beleid om de dialecten in de toekomst vitaal te houden voor degenen die dat willen? Serieuze politieke aandacht is onmisbaar om het imago van het dialect boven het niveau van het anekdotische en carnavaleske te tillen. Meertaligheid en verhoogd taalbewustzijn in Limburg zijn belangrijke instrumenten om te kunnen profiteren van een globaliserende wereld. Het spreken van dialect vormt daarin een cruciaal onderdeel.
Wendy Lemmens zegt
Hoog tijd voor een Youtube-kanaal met Limburgse documentaires, nieuwsreportages en kinderprogramma’s! Dat kan zich volledig onafhankelijk van de ‘genationaliseerde’ media ontwikkelen en hopelijk op die manier meertaligheid promoten en stimuleren.