Door Marc van Oostendorp
Hoe ziet het poëtisch landschap van Nederland en Vlaanderen er uit 2016? Als je Dichters van het millennium leest, een deze week verschenen bundel boeiende beschouwingen onder redactie van de jonge letterkundigen Jeroen Dera, Sarah Posman en Kila van der Starre, kun je je alleen maar afvragen: is er wel een landschap?
De auteurs en de redacteuren doen nog zo hun best. Hoewel de redacteurs niet expliciet zeggen wat ze de auteurs precies gevraagd hebben, krijg je de indruk dat de auteurs op het hart is gedrukt om ‘hun dichter’ te plaatsen ‘in het literaire veld’. Dat is een uitdrukking die de moderne literatuurwetenschapper sowieso graag gebruikt, maar hier doet menig auteur zijn best een twee of driedeling te maken tussen dichters. Daarbij valt dan wel op die de gemaakte indeling iedere keer een andere is. En dat de besproken dichter er steevast net buiten valt:
- hoe moet men oordelen over dit soort poëzie die ‘midden van al die dichterlijke podiumtijgers, effectbejagers en genreverbreders’ verschijnt? (Irene Barbara Kalla over Ester Naomi Perquin)
- een fundamentele spanning tussen een consensuspoëzie of ‘gedichten die zich lenen tot begrijpen’ enerzijds en een poëzie die ‘de vaststaande leesgewoontes [tracht] te ontregelen’ anderzijds (Bram Lambrecht in zijn stuk over Tom Van de Voorde; overigens wordt in dit geval de dichter wel eenduidig tot de tweede categorie gerekend)
- Lieke Marsmans gedichten […] nemen hierdoor een interessante positie in tussen anekdotische en taalfilosofische poëzie. (Kila van der Starre over Lieke Marsman)
- In tegenstelling tot veel van haar collega’s, zowel taalgerichte dichters als de dichters die speciaal schrijven voor een podiumperformance, kiest Delphine Lecompte voor een haast onopvallende vertellende stijl.
Glossies
Hoewel er dus weinig overeenstemming is over welke krachten zich nu precies bevinden in dat ‘literaire veld’ waar iedereen het over heeft, worden dichters toch vooral gezien als punten in dat veld. Biografische informatie ontbreekt, afgezien van een enkel bizar detail (Annemarie Estor is in stuitligging geboren), of van informatie over poetry slams die de dichter georganiseerd heeft of hoe ze op tv is verschenen om de dichtkunst aan de man te brengen.
Het hoofdstuk van de Utrechtse promovenda Kila van der Starre over Lieke Marsman vind ik in dit opzicht een van de best geslaagde. Van der Starre laat zien hoe Marsman een publiek beeld van zichzelf heeft gecreëerd van een weliswaar jonge, maar heel klassieke dichter, die niet om glamour geeft, weinig opheeft met malle digitale fratsen en de papieren bundel als het enige doel ziet, maar hoe ze daarvoor wel glossies, YouTube-filmpjes en hippe optredens gebruikt.
Parade
Dichters van het nieuwe millennium is zelf wat dit betreft misschien wat traditioneler dan de meeste van de besproken dichters. Hoewel in de inleiding wel gewag wordt gemaakt van een verschuiving van de poëziekritiek van de papieren bladen naar websites en een enkeling – Jos Joosten over Maarten van der Graaff – ook vrij intensief verwijst naar online-besprekingen, gaat de aandacht van de meeste auteurs vooral uit naar besprekingen in de kranten en opinieweekbladen, zodat Piet Gerbrandy uiteindelijk een van de meest geciteerde auteurs is. Één schrijver gaat zelfs zover om een recensie op 8Weekly af te doen omdat het hier geen ‘geen vooraanstaand literair-kritisch orgaan’ betreft. (Er zit vermoedelijk enige ironie in die formulering, maar het is dan ook maar gezegd.)
Dichters van het nieuwe millennium is een fijn vakantieboek omdat het niet alleen een overzicht geeft van de enorme variatie aan dichters die de afgelopen tijd in Nederland en Vlaanderen zijn verschenen – van ieder van hen is een gedicht opgenomen, zodat je ook nog een kleine bloemlezing in huis hebt -, maar ook een parade aan beroemde en minder beroemde, gevestigde en aanstormende literatuurwetenschappers. De twee overlappen elkaar soms: het dichtwerk van de Utrechtse hoogleraar Geert Buelens wordt behandeld in een hoofdstuk van Carl De Strycker; maar Buelens figureert ook zelf als criticus in een gedicht van Maarten van der Graaff.
Directeur
Je ontdekt in zo’n boek altijd wat nieuws. Ik neem aan dat in ieder geval alleen echte aficionado’s al het werk van alle behandelde dichters kent; ik had in ieder geval nog nooit van Xavier Roelens of Lies Van Gasse gehoord, maar dankzij de artikelen van Laurens Ham en Anja de Feijter wil ik dat vooral goed maken. Maar je leert er dus ook allerlei nieuwe letterkundigen kennen: de zeer getalenteerde drie redacteuren hebben behalve hoogleraren ook een ‘artistiek enterpreneur’, promovendi en de directeur van het Poëziecentrum Gent gevraagd. Dat is alles bij elkaar een minstens even interessant ‘veld’ als het literaire. Het is fijn om gedichten te lezen, het is fijn om competent over dichters te lezen. Ik ben blij dat ik in dit millennium leef.
Jeroen Dera, Sarah Posman, Kila van der Starre. Dichters van het nieuwe millennium Nederlandse en Vlaamse poëzie in de 21e eeuw. Nijmegen: Vantilt. Bestelinformatie bij de uitgever.
Laat een reactie achter