President Tsaar op Obama Beach op de voet gevolgd (2/60)
Door Marc van Oostendorp
Deze zomer publiceren nrc.next en NRC Handelsblad de roman President Tsaar op Obama Beach van A.F.Th. van der Heijden als feuilleton. De afleveringen verschijnen ’s ochtends <op de website van de krant>. In de loop van de dag blog ik een bespreking. Vandaag: aflevering 2.
Een pagina van Van der Heijdens proza kun je herkennen aan de dialogen. Zijn karakters hebben allemaal dezelfde toon. Een enkele keer laat hij iemand een dialectwoord gebruiken, of een ietwat ongebruikelijke constructie om de persoon te karakteriseren.
Maar naar mijn gevoel praat in Van der Heijdens werk iedereen een beetje op dezelfde manier. Zoals in de passage van vandaag de commandant Mazepa:
‘Naar de kelder met hem,’ riep Mazepa. ‘De lamp is daar sterk genoeg om het vuiltje in zijn oog te zien. Geef hem iets te roken… een sigaret brandt het lekkerst op de huid als hij is aangestoken met de adem van de ondervraagde zelf.’
Kenmerkend is in de eerste plaats de poëtische formuleerlust. Hoewel de verteller van Van der Heijdens boeken ook niet wars is van een vergelijking her en der – vlak voor deze passage noemt hij de nylon koorden van een parachute nog ‘de kat-met-negen-staarten van een flagellant’ –, vinden we geloof ik nergens zoveel metaforen voor als in de monden van de karakters (‘de lamp is sterk genoeg om het vuiltje in zijn oog te zien’).
Het tweede deel van deze passage is niet werkelijk metaforisch, maar biedt een observatie, een wijze les en een synecdoche (een sigaret wordt aangestoken met iemands adem) die ik nog maar zelden commandanten heb horen gebruiken terwijl ze hun manschappen dingen toeriepen.
Dat is natuurlijk geen bezwaar. Mensen praten in het dagelijks leven zo brokkelig, zo clichématig en zo prozaïsch dat het moeilijk is om een boek te blijven lezen met reële dialogen. Van der Heijden legt zijn personages zijn mooiste zinnen in de mond, en bovendien weet hij juist door hun aparte taalgebruik die personages uit te tillen boven het reële.
Een ander aspect van de toon van Van der Heijdens dialogen is het cynisme. Mazepa is kennelijk niet alleen een kenner van de techniek van het doven van sigaretten op de huid, hij heeft kennelijk ervaring genoeg om te weten aan welk soort sigaret het meeste esthetische genoegen valt te beleven.
De ‘zeerover’ Tarakan heeft in deze passage eenzelfde esthetiek. Ook hij beleeft genoegen aan het zo poëtisch mogelijk formuleren van de gruwelen om hem heen. Als hij een vijandelijke piloot ziet met een gescheurde parachute, zegt hij: “Daar had de vrouw van De Chocoladen Paashaas voor een hele compagnie camouflagekleding uit kunnen knippen.”
Wie of wat is De Chocoladen Paashaas? Dat komen we vast nog te weten.
erik harteveld zegt
‘Tarakan’ is Russisch voor ‘kakkerlak’
Marc van Oostendorp zegt
Zeker; dat vermeldt Van der Heijden ook als hij de naam introduceert. Wat wilt u ermee zeggen?
erik harteveld zegt
Sorry Marc, ik wist niet dat Van der Heijden het vermeldde, ik lees NRC niet, maar Neerlandistiek wel. Ik dacht dat het een verborgen Hinweis was. Mijn reactie was dus излишний!