President Tsaar op Obama Beach op de voet gevolgd (9/60)
Door Marc van Oostendorp
Deze zomer publiceren nrc.next en NRC Handelsblad de roman President Tsaar op Obama Beach van A.F.Th. van der Heijden als feuilleton. De afleveringen verschijnen ’s ochtends <op de website van de krant>. In de loop van de dag blog ik een bespreking. Vandaag: aflevering 9.
Op het eerste gezicht is deze aflevering niet zo bijzonder. Er wordt door een paar vliegtuigspotters wat gekibbeld, en daarna door Natan en Branda, en het is niet zo duidelijk wat dat allemaal moet. Ja, er wordt ook in 2016 nog steeds gediscussieerd over het vergassen van die ganzen (dat draagt ook weer lekker bij aan de A-index). En waar Branda nu plotseling het idee vandaan haalt dat ze ‘vrij’ is, blijft ongewis.
Deze passage lijkt, kortom, op het eerste gezicht een tussenpassage, onderweg van het vliegtuig naar de opa van Natan. Maar ik geloof dat er een aanwijzing in verborgen zit die misschien nog belangrijk kan worden: die opa verkeert in ‘het Zafnath-Paäneah’.
Wat is dat, behalve ook weer een bron van veel a’s? Het woord is de bijbelse naam die de Farao gaf aan Josef toen deze in Egyptische staatsdienst trad, en de context doet vermoeden dat het gaat om een bejaardentehuis. Waarom je zo’n instelling zo zou noemen, kan ik niet goed verklaren (ik zie dat de letterlijke betekenis van de naam ongewis is, maar dat sommige geleerden het houden op ‘levensbehouder’), maar belangrijker is denk ik dat je zo’n naam alleen zou verwachten bij ofwel een streng-protestants ofwel een Joods bejaardenhuis.
Verzinnen
En dat laatste is ineens het waarschijnlijkst, gegeven dat Natans moeder Rebekka heet, en haar zoon Natan. Dat zijn allebei Joodse namen, zij het wat modern gespeld; Natan is bovendien de naam van de Oekraïne (!) geboren vader van Mirjam Rotenstreich, die in 2014 (!) overleed in het Joodse bejaardenhuis Beth Shalom in Amsterdam.
(Ja, ik had dit alles misschien ook kunnen verzinnen toen die naam Natan vorige week werd geïntroduceerd, maar wist ik veel! Bovendien: je moet natuurlijk wel wat meer aanwijzingen hebben voor je maar van alles en nog wat aanneemt.)
Ban
De opa van Natan in dit verhaal heet kennelijk Ban, en ik heb niet goed kunnen vinden of dat een Joodse naam is, hij komt in Nederland volgens de Familienamenbank eigenlijk nauwelijks voor, hoewel er in de zeventiende eeuw nog wel een componist was met die naam: Joan Albert Ban, een katholiek. Ban is het Jiddisje woord voor trein (net als het Duitse Bahn) en dat past wel weer aardig in een verhaal waarin we bijna letterlijk worden doodgegooid met vliegtuigen, auto’s en andere vervoermiddelen.
De reden waarom ik denk dat die Joodse herkomst van Natan belangrijk is: zijn voorgenomen bezoek aan Gaza krijgt er mogelijk een extra lading door dan wanneer hij ‘zomaar’ een fotojournalist was die er wat kraters wilde fotograferen. En die Oekraïne is ook al geen toeval.
De A-index van vandaag is 8.84 (hoog)
René Appel zegt
In de Concertgebouwbuurt, waar Van der Heijden woont, is ook de Banstraat!
Overigens schrijft Marc dat de lezer van de/het feuilleton ‘bijna letterlijk’ wordt doodgegooid met allerlei vervoermiddelen. En dat kan dus niet, Je kunt eventueel letterlijk worden overreden of op een andere wijze worden gedood door een vervoermiddel, maar nooit bijna letterlijk. Zo kom je in de buurt van ‘een beetje zwanger’.
Verder veel waardering voor Marc analyses, bijvoorbeeld gister over de volstrekte ongeloofwaardigheid van veel teksten van Van der Heijden, zoals de gesprekken in het ‘grand café’ op Schiphol.
Marc van Oostendorp zegt
O ja, de Banstraat! Daar had ik 100% letterlijk niet aan gedacht. Het is dan natuurlijk ook nog mogelijk dat die opa uit die straat woonde, en dáárom ‘opa Ban’ genoemd wordt.
r zegt
Marc als je in het water valt blijf je zeker drijven. Overigens wel handig in Nederland….