Door Marc van Oostendorp
Als de nu opgeflakkerde discussie over allochtoon en autochtoon ons iets leert, dan is het wat de macht is van taal.
Vrijwel iedereen die er iets over zei, en in ieder geval iedereen die er met enig verstand van zaken over sprak – Sterre Leufkens bijvoorbeeld, of MaartenJan Hoekstra –al snel begon over de eeuwige cyclus van het eufemisme. Een term (gastarbeider) raakt beladen en wordt vervangen door iets neutralers (nieuwkomer). Dat gaat een tijdje goed, tot die term zelf ook weer beladen raakt.
In die context kun je allochtoon misschien ook zien, alhoewel de schrijvers daar weinig bewijs voor aandragen. Is er inderdaad veel sprake van dat mensen elkaar op straat uitschelden voor allochtoon? Maar hoe dan ook gaat het voorbij aan een veel interessantere vraag.
Onbruikbare indeling
Het voorstel van de WRR is, als ik het goed begrijp, niet zozeer om allochtoon te vervangen door iets anders, al wordt in de krantenstukken erover wel gesproken van ‘Nederlander met een migratieachtergrond’. Dat is echter alleen een omschrijving die iemand bij de WRR heeft verzonnen als voorbeeld van wat je zou kunnen gebruiken als je het nog steeds over die oude indeling zou willen begrijpen.
Want dat is het voorstel: dat de overheid de burgers voortaan niet meer indeelt in allochtonen en autochtonen, los van hoe je die groepen noemt. Zoals het de burgers nu ook al niet indeelt in socialisten en liberalen. Het is een onbruikbare indeling, te weinig informatief en het zet mensen die niets met elkaar te maken hebben bij elkaar. Bovendien wordt het te gemakkelijk geassocieerd met andere indelingen in de volksmond (waarin allochtoon wel van toepassing wordt verklaard op Hassan de drugssmokkelaar en niet op Amalia de prinses).
Sociaal weefsel
Het gaat dus niet om de woorden, het gaat om de verdeling van de werkelijkheid die de woorden suggereren. Die verdeling deugt niet, in ieder geval niet voor de overheid.
Het is kennelijk voor veel mensen (en misschien wel voor ons allemaal) heel moeilijk om die begrippen uit elkaar te trekken. De onderverdeling allochtoon tegenover autochtoon bestaat niet in een wereld zonder taal: het is gebaseerd op allerlei afspraken (zoals ‘geboren in een ander land’) die we eigenlijk alleen kunnen maken omdat we taal hebben. Ze vormen deel van het ingewikkelde sociale weefsel dat onze samenleving is en dat eigenlijk alleen maar kan bestaan doordat we taal hebben.
Imaginaire onderverdeling
Maar zodra we dat soort termen hebben, voelen ze voor ons enorm reëel en lijkt de onderverdeling die ze aanduiden ineens niet willekeurig meer. Vandaar dat het net lijkt als iemand voorstelt om die indeling niet meer te gebruiken alsof die persoon ‘politiek correct’ wil zijn en we dus op zoek moeten naar andere woorden (andere reeksen klinkers en medeklinkers) die hetzelfde idee uitdrukken.
Het is net alsof het vanzelf spreekt dat sommige mensen ‘nu eenmaal’ allochtonen zijn en dat we over die mensen dus ook moeten kunnen praten. Het is waarschijnlijk ook moeilijk om dat in een klap niet meer te doen, al betekent het ook weer niet dat de overheid die imaginaire onderverdeling ook op zijn burgers moet toepassen.
Lucas Seuren zegt
Er valt natuurlijk best wat voor te zeggen om die terminologie af te schaffen. Veelal wordt het meer gebruikt als blank en niet-blank; de gemiddelde Nederlander zal een Westerse allochtoon (daar is de eerste noodzakelijke subcategorie al) niet als allochtoon herkennen.
De vraag is hoe we dan moeten praten over problemen die er soms zijn bij de integratie van niet-Westerse immigranten (moeten we ze zo gaan noemen?) en nog belangrijker, de cultuurverschillen bij jongere generaties. Die lijken absoluut samen te hangen met de afkomst van de (groot)ouders, en dan wordt het plots een relevante categorie voor cultuur en politiek. Het is toch wat vreemd om dan maar te moeten praten over (klein)kinderen van mensen afkomstig uit een ander niet-Westers land. Dat lijkt inderdaad politiek correct geneuzel.
Marc van Oostendorp zegt
Het standpunt van de WRR en het CBS ontkent dus wat jij beweert: dat het voor beleid relevant is om te weten wat ‘de afkomst is van grootouders’ is. Ik zit niet goed genoeg in die materie om dat te kunnen beoordelen, maar in ieder geval moet de discussie dus daar over gaan, en niet over woorden. Je kunt je bijvoorbeeld voorstellen dat een indeling in sociaal-economische categorieën eigenlijk preciezer is en daardoor effectiever is voor het beleid dan die in termen van ‘afkomst van grootouders’: je schiet er meer mee op om laagopgeleide werkloze jongeren te benaderen dan allochtonen. (Nogmaals, ik beweer niet dat dit juist is, maar dit lijkt me hoe je de discussie eigenlijk zou moeten voeren.)
Sjoerd Balfoort zegt
Ongeveer wat ik dacht toen het aangekondigd werd…”de woorden verdwijnen weer maar het probleem blijft bestaan” dus de hele discussie gaat in principe helemaal niet om taalgebruik.
Lucas Seuren zegt
Volgens mij is er bijzonder veel overlap tussen sociaal-economische klassen en etniciteit. Wat niet wil zeggen dat ik vind dat je (niet-Westerse) allochtonen moet benaderen domweg omdat hun (groot)ouders niet in Nederland geboren zijn, maar ik denk dat die afkomst wel meespeelt bij hun sociaal-economische positie. Niet op een causaal niveau natuurlijk, maar er is volgens mij sterke correlatie.
Mensen in lagere sociaal-economische posities hebben niet allemaal dezelfde problemen, en dat vereist nu eenmaal een andere aanpak.
Hetzelfde zie je in de VS. Je hebt natuurlijk genoeg succesvolle zwarte Amerikanen, maar dat wil niet zeggen dat hun etniciteit niet meespeelt bij hun sociale positie: white privilege zoals ze dat noemen. Er is natuurlijk enorme armoede onder blanke Amerikanen, maar de oorzaak daarvan ligt veelal op een geheel ander vlak: voornamelijk het uitbesteden van de productie-industrie (van het mijnen van grondstoffen tot het fabriceren van het eindproduct).
Enfin, ik ga nu ver buiten mijn expertisegebied en het is ook redelijk offtopic hier.
Peter zegt
Als wij over allochtonen anno 2016 hebben,dan zijn ze laagopgeleid of kunnen nog steeds geen Nederlands spreken, werkloos, 2 of meer paspoorten, profiteren van ons. Helaas zitten in het Koninklijk Huis ook “allochtonen”. Wat zijn zij dan?
Marc van Oostendorp zegt
Reageert u nu op het stukje of hebt u zomaar op internet een willekeurige plek uitgezocht om deze verzuchting te plaatsen?
Peter zegt
Wij denken altijd dat wij al alles weten van de ander.In feite weten wij niks en lopen wij ten achter.
Liesbeth zegt
Waarom deze term kennelijk vaak gebruikt, wordt vooral maar niet belicht. Als niet te veel nieuwkomers zich negatief zouden onderscheiden, zouden we het hier helemaal niet over hoeven hebben. Het is toch een beetje ‘wie de schoen past, trekke hem aan’. Indo’s worden ook nog steeds Indo’s genoemd, gewoon omdat dat dat vaak handig is. Niet omdat zij niet geïntegreerd zijn en/of onze taal niet spreken of wat dan ook.
Stigmatisering vindt plaats op algemene kenmerken waarvan heel veel mensen vinden dat die gerechtvaardigd zijn. Welke naam daar ook aan gegeven wordt. Dat geldt per provincie ook al, dus dat gaan we nooit uitbannen. Welke naam er ook aan gegeven wordt. Het enige dat de overheid bereikt, is dat wie wat doet, en wie wel en niet goed presteert, totaal onduidelijk wordt. Maar goed, dan kan de subsidiekraan ook dicht.