Eindelijk goed nieuws in het managersfeuilleton De verleden tijd van lijken.
Door Marc van Oostendorp
“Marie!” zei Wouter. “Ik heb goed nieuws!”
Verwonderd keek de UHD Geschiedenis van de neerlandistiek voor 1800 op van haar beeldscherm naar haar direct leidinggevende. “Je gaat minister worden”, zei ze.
Wouter was niet zo lang geleden lid geworden van een progressieve partij geworden omdat deze een nieuwe leider had die Amerikaanse campagnetechnieken had geïntroduceerd. Wouter had Marie in vertrouwen verteld dat hij de partij had geadviseerd. “Over framing en zo. Don’t think of an elephant.” Hij had geknipoogd, maar niet willen zeggen welk frame er dan uit zijn koker was gekomen. “Dat is niet goed voor de linkse beweging!” had hij geknipoogd. Maar een zetel of twee had zijn frame toch wel opgeleverd, schatte hij. “Waar de neerlandistiek al niet goed voor is!”
“Minister?” zei hij nu. “Ik geloof niet dat we zover zijn. Ik denk trouwens dat ik alleen op OCW zou willen komen. Dat is toch waar mijn hart ligt. Maar daar gaat D66 natuurlijk mee lopen.”
“Mooi,” zei Marie. “Als je me dan nu wilt excuseren, ik ben bezig met een lezing voor het David van Hoogstraten-congres op Rhodos. Ik geef daar dit jaar de keynote.”
“Wat een prachtig vak, heb je toch,” zei Wouter. “Wat zou ik dat toch ook graag doen, onderzoek. Lezingen! Artikelen! O, wat mis ik dat!” Hij streek met zijn hand door zijn pas geverfde haar. “Maar ja, de maatschappij kan niet wachten, hè? Zeker in deze tijd, en zo, we moeten toch een antwoord op formuleren op het populisme. Ik kan als Directeur Human Resources van onze universiteit natuurlijk ook wel het een of ander bereiken, maar aan de andere kant…”
Hij keek nieuwsgierig naar Maries scherm, waarop ze bezig was een PowerPoint te creëren. “Woordgeslacht in Van Hoogstratens werk: theorie en poëtische praktijk”, las hij hardop. “Wat een kerel moet dat geweest zijn,” zei hij.
“Maar daar kom je vast niet voor, Wouter,” zei Marie. “Om over achttiende-eeuwse taalkundigen met mij te komen discussiëren.”
“Nee,” herinnerde Wouter zich. “Ik kwam jou polsen. Zoals je weet is de leerstoel al enige tijd onbezet, sinds ik helaas andere taken op me heb moeten nemen, vacant. En nu hebben we het er onderling over gehad, en het is ons volkomen duidelijk dat jij waarschijnlijk de beste kandidaat zou zijn.”
“Oh!” zuchtte Marie. “Wat enig!”
“Ook omdat je een vrouw bent natuurlijk,” zei Wouter.
Laat een reactie achter