Door Marten van der Meulen
Synoniem. Dat woord heb je vast weleens gehoord. Het betekent, dat iets hetzelfde betekent. Van heel veel woorden wordt gezegd dat ze synoniem zijn. Je hebt zelfs een heel synoniemenwoordenboek of thesaurus om dat soort woorden in op te zoeken. Het lijkt makkelijk om synoniemen te bedenken: content en tevreden, awkward, gênant en ongemakkelijk of fiets en rijwiel. Maar deze alternatieven zijn vaak toch anders, op een van drie manieren. Ten eerste kan er toch een klein verschil in betekenis zijn. Huilen en janken worden vaak inwisselbaar gebruikt, maar janken is heftiger. Ten tweede kunnen woorden in verschillende situaties worden gebruikt. Woorden hebben dan een andere lading: content is bijvoorbeeld chiquer dan tevreden. En ten derde kunnen synoniemen in verschillende contexten worden gebruikt, wat toch ook kan duiden op een verschil in betekenis. Over dit laatste verschil gaat dit stuk.
Aan de gang
Synoniemen kunnen niet alleen bestaan op woordniveau, maar ook op het niveau van een constructie. Kijk maar eens naar de onderstaande zinnen:
- Ik zit te schrijven
- Ik ben aan het schrijven
In beide zinnen wordt uitgedrukt dat je ergens mee bezig bent. Er is sprake van een activiteit die nog aan de gang is. Een constructie die iets uitdrukt wat nog aan de gang is, noemen we een progressief. In zowel zin 1 als 2 is er sprake van een progressief, maar toch zijn de zinnen niet helemaal synoniem. In 1 betekent zitten dat het schrijven nog bezig is, maar het zegt ook iets over de lichaamshouding van de ik-persoon. Ik zit te is dus specifieker dan Ik ben aan het. Maar zitten kan ook gebruikt worden zonder dat het iets zegt over lichaamshouding. Kijk maar naar deze zin:
3. Je zit te zeuren
Hier betekent zitten alleen dat het zeuren bezig is. De persoon hoeft niet per se te zitten. De betekenis van zitten als lichaamshouding is hier verbleekt. Hetzelfde is gebeurd met staan, lopen en liggen. Ook die woorden kunnen worden gebruikt om aan te geven dat iets bezig is of was, zonder dat ze iets zeggen over de lichaamshouding. Dat kan zelfs rare zinnen opleveren, waarbij staan, lopen en liggen eigenlijk niet kloppen:
4. Je voelt bijna dat Sinkgraven met 220 volt op zijn voeten staat te voetballen. [Voetbal Centraal]
5. Zwemmer loopt te fietsen [RTL Nieuws]
6. Lig niet zo te zwammen en beveilig die shit [Veeteelt Forum]
Hetzelfde of anders?
Als de betekenis van lopen, staan en zitten dus verbleekt is, lijkt het erop dat de woorden in sommige zinnen synoniem zijn. Als dat zo is, dan zou je kunnen verwachten dat die woorden (en bezig zijn met en aan het) in precies dezelfde zinnen voorkomen. De betekenis is immers hetzelfde! Maar is dat ook zo? Dat kun je onderzoeken. Je kunt dat doen door zogenaamd corpusonderzoek. Je neemt dan een grote hoeveelheid teksten, en kijkt daarin hoe het bewuste woord zich gedraagt. Staat het altijd bij een bepaald woord in de buurt, of staat je zoekwoord vaak in een bepaalde zinsconstructie? Dan is dat een teken van het gedrag van een woord.
Dit onderzoek is daadwerkelijk gedaan. Gekeken werd naar twee soorten progressief: de aan het en de zogenaamde houdings-progressieven (staan, zitten en liggen). Uit dat onderzoek bleek dat er eigenlijk vrij weinig overlap is tussen de werkwoorden die bij de progressief staan. De houdings-progressief kwam vooral voor met de werkwoorden wachten, kijken, slapen, springen en andere, de aan het-constructie vooral met worden, veranderen, oefenen, bouwen en andere (zie voor een volledig overzicht Tabel 4 op pagina 18 van het artikel).
Dat is natuurlijk al best interessant: blijkbaar gedragen die ogenschijnlijk identieke constructies zich dus toch anders. Maar kunnen we nog meer zeggen over het type werkwoorden dat in de twee verschillende categorieën valt? Dat kan wel degelijk. Het blijkt dat de aan het-constructie de voorkeur geeft aan werkwoorden die iets te maken hebben met verandering of beweging. De houdings-progressief gaat vooral samen met cognitieve werkwoorden (zoals denken) en statische werkwoorden (zoals slapen). Bij de houdings-progressief is er dus toch nog sprake van een spoortje houding.
Mogelijke opdrachten
1. Probeer synoniemen te bedenken. Zijn die écht hetzelfde wat betreft betekenis, gebruik in de zin en situatie? Zo nee, waar zitten de verschillen in?
2. Zoek op internet naar voorbeelden van de houdings-progressief en de aan het-constructie. Kloppen deze voorbeelden met de theorie?
3. In zijn artikel geeft Maarten Lemmens nog meer bewijs voor de tegenstelling tussen de houdings-progressief en de aan-het-constructie. Lees verder vanaf 3.4 en leg uit waar dat bewijs vandaan komt.
Artikel
Maarten Lemmens (2015). ‘Zit je te denken of ben je aan het piekeren? Persistentie in het synchrone gebruik van de PREP- en POS- progressiefconstructies in het Nederlands’. In Nederlandse Taalkunde 20-1, pp. 5-36. Gratis beschikbaar op Ingenta
Henk zegt
Ik heb de indruk dat er in de variant met houdingswerkwoorden twee mogelijkheden zijn: de houding heeft een letterlijke betekenis, òf de houdingsbetekenis is afgesleten en de constructie wordt pejoratief. Vergelijk (1) met (2/3):
(1) Ze is aan het stofzuigen. (oordeelsvrij)
(2) Ze zit te stofzuigen. (afkeurend/bespottend, houdingsbetekenis afgesleten)
(3) Ze staat te stofzuigen (oordeelsvrij, houdingsbetekenis aanwezig)
Het werkwoord ‘mekkeren’ met een geit als agens beschrijft oordeelsvrij een handeling, terwijl het met een mens als agens pejoratief is. Je ziet in (4/5) dat het oordeelsvrije ‘mekkeren’ goed samengaat met een letterlijke interpretatie van het houdingswerkwoord, maar dat bij het pejoratieve werkwoord de houdingsbetekenis afgezwakt is:
(4) De geit staat/zit te mekkeren. (oordeelsvrij, houdingsbetekenis aanwezig)
(5) De buurvrouw staat/zit te mekkeren. (afkeurend, houdingsbetekenis afgezwakt)
Bij een werkwoord dat een oordeelsvrije beschrijving van een handeling geeft, zoals ‘praten’ in (6), is de houdingsbetekenis wel weer aanwezig:
(6) De buurvrouw zit te praten. (oordeelsvrij, houdingsbetekenis aanwezig)
Maar maak je de betekenis pejoratief, dan verzwakt de houdingsbetekenis weer:
(7) Dat mens zit ook de godganse dag te praten. (afkeurend, houdingsbetekenis afgezwakt)
Erik Bouwknegt zegt
Context en intonatie doen er ook nog toe. Ik kan me prima een situatie voorstellen waarin “De buurvrouw zit te praten” impliciet betekent: “Luister maar niet naar wat de buurvrouw zegt, wat ze zegt is onzin.”