• Harry Scholten schreef onderstaand gedicht (in 1975) naar aanleiding van ‘De Leidse fles in tien sonnetten’ van J.P. Guépin, “een poging tot hekeling van het Leidse universiteitsklimaat”.
Leerdicht voor J.P. Guépin
n.a.v. zijn Leidse Sleuteltjes in Maatstaf, februari 1975
Als schrijven is: woorden onder iets brengen, onder
poezie bijvoorbeeld, veel dichters gaan er dan
vandoor om aan explosiegevaar en verder gedonder
te ontkomen, er komen immers zeker brokken van.
en terzijde hullen zij zich in waarheden over
eigenzinnigheid van het gedicht, fictionaliteit
doet ook de dans ontspringen, de stok of tover-
staf waarmee kleinzieligheid de poezie inschrijdt.
waarom dit laffe gelijk niet tot de dood bestrijden?
met de bezongenen ten onder, stemmig volkslied erbij,
dichters knappen zo op van samenzang en overlijden.
blijf tenminste gelijkvloers, een portrettengalerij
wordt niet uit de hoge boom geschreven, weet
dat echte poezie in schaamrood gaat gekleed.
Harry Scholten (1936-1987)
- Harry Scholten: dbnl • necrologie
- Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Jos Houtsma zegt
Wat bizar, wat bizar! Niet te begrijpen zonder ook de verzen van Guépin te lezen. Wie kiest dit vers, waarom?