• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Middelnederlands -erse

2 november 2017 door Michiel de Vaan 2 Reacties

Door Michiel de Vaan

Middelnederlands –erse

Middelnederlands -se is een suffix voor vrouwelijke personen. Niet te verwarren met het Noordnl. –se uit –sche, zoals in Nieuwnl. kosterse ‘vrouw van de koster’ (1693).

In het Middelnederlands van de 13e en 14e eeuw komt het bijna alleen voor toegevoegd aan mannelijke zn. op –er, bijv. bescermersse ‘beschermvrouw’ (1276-1300), clusenersse (1265-70) ‘kluizenares’, cremerse (1280) ‘kramersvrouw’, dorperse ‘boerin’ (1240), meesterse ‘meesteres’, meyerse ‘vrouw van de meier’ (1283), springerse ‘danseres’ (1240), enz., en zelfs pieterse ‘vrouw van Pieter’ (1286) volgt dit patroon. Licht afwijkend (want zonder mannelijk pendant op –er) maar geheel begrijpelijk zijn patronerse ‘patrones’ (1276-1300), propheterse ‘vrouwelijke profeet’ (14e e.) en princersse ‘prinses’ (15e e.)In het Nieuwnl. verdwijnt het suffix uit de schrijftaal, met late vindplaatsen in de Statenbijbel (bijv. handelersse ‘handelares’) en Bredero (vindersche ‘vindster’). In Zuidnederlandse dialecten blijft het suffix langer bewaard en is de klemtoon vaak verschoven naar -e(r)s-: Geraardbergs nojáse ‘naaister’, Maastrichts nejéérs ‘naaister’, wasséérs ‘wasvrouw’, Hasselts najjós, wassós. Dit zal gebeurd zijn naar voorbeeld van andere vrouwelijke suffixen zoals –egge (dievegge) en -in(ne), waarin ook de oorspronkelijke bijtoon van het suffix de hoofdklemtoon heeft gekregen.

Geografisch is –erse in de dertiende eeuw beperkt tot Limburg, Brabant en een handvol gevallen in Zuidoost-Vlaanderen (Aalst, Oudenaarde, Meerbeke). Direct aansluitend komt het, zowel in historische bronnen als in huidige dialecten, in westelijk Duitsland voor, tot aan het zuidelijk Rijnfrankisch. Ook daar is het eerst beperkt tot zn. op –er(e), bijv. Tolnerse ‘vrouw van Tollenaar’ (Keulen, ca. 1200), oleyslegerse ‘olieslageres’ (Bonn, 1344), beckerse ‘bakkersvrouw’ (Mainz, 1366), kammerse ‘kamenierster’ (Trier 1363/64); vgl. Steffens 2014.

Oudhoogduitse vormen bewijzen dat Mhd. –sa teruggaat op Ohd. –issa, met name beckersa ‘vrouwelijke bakker’, weberissa ‘weefster’ en verder zn. als brimissa (nhd. Bremse) ‘paardenvlieg’ en britissa ‘planken’ (nhd. Pritsche ‘laadbak; brits’). De flexie is die van een Oudgermaanse vrouwelijke n-stam. Het WGm. suffix *-issjōn- > Ohd. –issa, Mnl. –sse is ontstaan als vrouwelijk afleiding op *-jōn- bij Proto-Germaanse s-stammen, mogelijk eerst vooral bij deelwoorden van het perfectum. De aanvoeging van een expliciet vrouwelijk suffix aan mannelijke zn. op –ere is begrijpelijk omdat het laatste een leensuffix was (uit Latijn –arius) waarvoor geen evident vrouwelijk pendant bestond.

In het Oudhoogduits viel het resultaat –issa samen met het Romaanse suffix –issa in abbatissa ‘abdis’ en comitissa ‘gravin’ (dat in het Frans tot –esse werd en zo weer in het Nederlands werd ontleend). Theoretisch zou –issa zich uit abbatissa kunnen hebben losgemaakt en vandaar naar de beroepsnamen op -erissa > –erse zijn gegaan. Maar daartegen spreekt dat Vlaanderen –erse niet kent (in plaats daarvan gebruikt het –erigge) terwijl abedesse er in de 13e eeuw wel veel voorkomt. Oudhoogduits –issa bij niet-persoonsnamen gaat sowieso op het inheemse suffix terug, en het is onproblematisch om ook –erissa op die basis te verklaren.

In de neerlandistiek komt daarnaast de theorie voor dat –erse uit –erésse is ontstaan, met een aan het Frans ontleend stapelsuffix. Onder andere de moderne accentuering in Brabant en Limburg gaf voeding aan deze gedachte. Die aanname is om meerdere redenen zeer onwaarschijnlijk. Een metathese van –(e)résse tot –érse zou precies de andere richting op zijn gegaan dan de in het Nederlands gebruikelijke r-metathese (waarbij vrede tot verde werd en frisk tot versch). Ook vinden we niet één keer een -e- tussen de r en de s. Verder is bij ontlening uit het Frans niet goed te begrijpen waarom het leensuffix beperkt bleef tot zn. waarvan het mannelijke pendant op –ere in het Mnl. bestond, noch waarom het suffix ontbreekt in Vlaanderen dat toch minstens evenveel Franstalige invloed kende als Brabant.

Literatuur

van Coetsem, Frans. 1959. Het suffix –erse in het Geraardbergse dialect. Taal en Tongval 11, 253–257.

Mooijaart, Marijke. 1991. Morfologische verandering in het Nederlands van de dertiende tot de zeventiende eeuw – de vorming van vrouwelijke persoonsnamen. Amsterdamer Beiträge zur älteren Germanistik 33, 193–213.

Schoonheim, Tanneke. 2001. Pieterse, een vrouwennaam uit de dertiende eeuw. Naamkunde 33, 63–71.

Steffens, Rudolf. 2014. Nese Seylersen prondenersen in dem Spidal. Sexusmarkierung bei rheinfränkischen Familiennamen (spätes Mittelalter/frühe Neuzeit). In: F. Debus, R. Heuser & D. Nübling (red.), Linguistik der Familiennamen. Hildesheim [etc.], 55–84.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: Addenda EWN, etymologie

Lees Interacties

Reacties

  1. Fr.D. zegt

    3 november 2017 om 11:54

    Het hedendaagse Leuvense dialect kent nog woorden als ‘naaies’ (naaister), ‘oeies’ (hoedenmaakster), naast ook ’toveres’ (tovenares), ‘kosteres’ (vrouw van de koster), telkens met klemtoon op de eerste syllabe. Mag ik aannemen dat ook die terugaan op een vorm met -ers(e)?

    Beantwoorden
    • Michiel de Vaan zegt

      4 november 2017 om 13:39

      Ja, dat zie er in ieder geval zo uit bij ‘naaies’, ‘oeies’ en ’toveres’ (Mnl. tovererse). Vandaaruit is -es dan blijkbaar weer aan ‘koster’ geplakt (het oude ‘kosterse’ zou ‘kostes’ geworden zijn).

      Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d