De studentenaantallen Nederlands lopen terug. Hoe komt dat? De redacties van Neerlandistiek en van VakTaal vroegen het aan studenten (Nederlands of verwante vakken) in Utrecht. Deze week publiceren wij vier reacties van deze studenten. Studenten, ook van andere steden, kunnen nog steeds insturen naar Neerlandistiek.
Door Lisa Gijzen
Wanneer ik iemand vertel dat ik Nederlands studeer, word ik vaak gek aangekeken. Er wordt gevraagd waarom (‘Omdat ik het leuk vind’) en of ik dan lerares wil worden ‘(Misschien, maar dat weet ik nog niet hoor’). Ook wordt vaak de vraag gesteld: wat leer je dan allemaal? Mijn antwoord is dan: Tja, alles van de taal eigenlijk.
Er is veel onwetendheid over het Nederlands als studie. Er wordt vaak gedacht aan spellingsregels en de beruchte boekenlijst die iedereen moest lezen in de bovenbouw. Ook wordt er gedacht: maar je spreekt toch al Nederlands? Dan hoef je het toch niet te leren?
Ik snap dat wel. Op de basisschool leer je eerst lezen en schrijven, waarna je steeds meer woordjes leert en de spellingsregels uitgebreider worden. Op de middelbare school krijg je grammatica, je gaat zinnen ontleden, en je moet boeken gaan lezen om hier boekverslagen over te schrijven. Ik was er altijd vrij goed in en ik vond het nooit een straf om een paar zinnen te ontleden of om een boek te lezen. Maar er waren kinderen die het minder leuk vonden.
Drogredenen
Na de onderbouw kwam de bovenbouw. In de vierde klas van de havo (ik heb eerst havo examen gedaan en ben daarna in vijf vwo ingestroomd om nog twee jaar vwo te doen) begonnen we gelijk met oefenen voor het centraal eindexamen. Over het examen Nederlands was altijd veel gedoe, er ging rond dat de examens veel te moeilijk waren. Hier trok ik me toen niet zo veel van aan. Ik was altijd vrij goed in Nederlands dus dat eindexamen zou me ook wel lukken. In de klas gingen we oefenen en oefenen. Het eindexamen havo maakte ik redelijk, een 5,8. Ik was er natuurlijk niet blij mee maar ik wist toen nog totaal niet welke vervolgopleiding ik wilde doen, dus ik nam er genoegen mee.
Op het vwo was dat wel anders. Ik kwam in een vijf vwo klas terecht en ik vond het vak Nederlands heel erg leuk. Vrij snel begon ik eraan te denken om dit vak te studeren. Een jaar later, aan het begin van de zesde, maakte ik de beslissing om het te doen. Maar daarvoor moest ik eerst nog het eindexamen halen. In de klas maakten we gewone toetsen en daarnaast waren we altijd bezig met het centraal eindexamen. De toetsen en opdrachten zoals presentaties vond ik altijd leuk en interessant om te doen en ik haalde er goede cijfers voor. Het oefenen voor het centraal eindexamen daarentegen vond ik wat minder. Er moesten teksten gelezen worden en daarover moesten we vragen beantwoorden. Voor het centraal eindexamen kon je wel een paar dingen leren, zoals drogredenen of argumentatieschema’s. Maar er waren ook veel vragen waarvoor je niet kon leren en waarvoor je inzicht nodig had.
Onwijs naar mijn zin
Eindelijk, op woensdag 10 mei 2017, mijn verjaardag nota bene, hadden we het eindexamen Nederlands. Ik vond het verschrikkelijk. Ik kwam enorm tijd tekort en daardoor raakte ik in de stress, wat natuurlijk niet bevorderlijk is voor het maken van een examen. Toen het eindelijk klaar was, ben ik naar huis gefietst, in angst voor de volgende examens. Dit was namelijk het eerste examen en het vak waar ik goed in was. Dus hoe moest het nou verder met de volgende examens? Bij de uitslag werd mijn voorgevoel bevestigd, ik had een 5,2. Omdat ik nog steeds heel graag Nederlands wilde studeren en aan mezelf wilde bewijzen dat ik het wel kon, deed ik een herkansing. Deze toets ging al beter maar nog steeds ging het niet zoals ik wilde. Een 5,4.
Hier baalde ik heel erg van, want ik was altijd goed in Nederlands en ik vond het heel leuk en interessant. Ik wilde het heel graag studeren en vond mezelf best wel stom dat ik dan het eindexamen niet goed heb kunnen maken. Ondanks deze cijfers ben ik het toch gaan studeren. Mijn interesse is er niet door verloren gegaan, ook niet door de mensen die me raar aankeken als ik zei wat ik ging studeren. Ik heb het hier onwijs naar mijn zin en het gaat heel erg goed!
Ontzettend leuk vak
Toch hoop ik wel dat er ooit iets gaat veranderen aan het eindexamen Nederlands. Het toetsen van de leesvaardigheid is goed, maar niet op de manier waarop het nu getoetst wordt. Het feit dat je weet welke verschillende argumenten er zijn en hoe deze zich tot elkaar verhouden, of dat je je antwoord maar in een bepaald maximum aantal woorden mag formuleren, past naar mijn mening niet meer helemaal bij leesvaardigheid. Als vwo’er wordt er natuurlijk van je verwacht dat je een moeilijke tekst kunt lezen en dat is logisch. Maar de manier waarop dit getoetst wordt, heeft weinig te maken met gewoon goed kunnen lezen en een tekst begrijpen
Ik hoop van harte dat hier ooit iets aan verandert, want ik denk dat het examen het schoolvak Nederlands niet in een positief daglicht zet. Dit zou ook reden kunnen zijn voor leerlingen om geen Nederlands te gaan studeren en dat is natuurlijk jammer, want het is een ontzettend leuk vak.
Aan de leerlingen die gaan twijfelen aan hun keus voor Nederlandse Taal en Cultuur door het eindexamen: laat je niet tegenhouden! We zitten hier (gelukkig) niet eindeloos drogredenen op te noemen en argumentatieschema’s te tekenen.
Anton zegt
Misschien is het niet zo boud om te veronderstellen dat de opstellers van het examen Nederlands zich ooit hals over kop in de filosofie van Jan Renkema’s verwarwoordenboek hebben geworpen.
Ziften en zeveren tot men blauw ziet.