In 1967 verscheen de Voorlopige Inleiding op het Woordenboek van de Brabantse Dialecten, van de hand van Toon Weijnen en Jan van Bakel. Ongeveer tien jaar daarvoor had Weijnen het initiatief genomen tot dit ambitieuze woordenboekproject. Het werd uiteindelijk in 2005 afgerond. Weijnen en Van Bakel waren dat jaar present bij de feestelijke afronding van het project. Vorig jaar, maar liefst een halve eeuw na 1967, zijn alle dialectgegevens van het woordenboek digitaal beschikbaar gekomen op een nieuwe website.
Het Woordenboek van de Brabantse Dialecten (WBD) bestaat uit 31 afleveringen, de Voorlopige inleiding en nog een inleiding op deel III die vergezeld gaat van een klankleer. Met 33 boeken is het een hele boekenplank vol. Twintig verschillende redacteuren hebben tussen 1967 en 2005 de afleveringen samengesteld en vijf hoogleraren leidden het project, achtereenvolgens Weijnen, Toon Hagen en Roeland van Hout aan de universiteit in Nijmegen en vanaf 1995 Willy van Langendock en Luk Draye aan de KU Leuven. Het woordenboek bestrijkt een gebied van de Maas tot aan de taalgrens: de provincies Noord-Brabant, Antwerpen en Vlaams-Brabant en het hoofdstedelijk gewest Brussel.
Het woordenboek is niet alfabetisch maar thematisch opgezet, in drie delen, te weten de landbouwwoordenschat, de niet-agrarische vakterminologiën en de algemene woordenschat, met resp. afleveringen over de boerderij en het rund, over het werk van de molenaar en de wever, en over de flora, het menselijk lichaam en kerk en geloof. Een thematisch woordenboek begint niet met het dialectwoord, maar met het begrip oftewel de woordbetekenis. Dat wil zeggen dat in de aflevering over de flora een ingang ‘klaproos’ staat waar vervolgens de verschillende dialectwoorden zijn opgenomen, voorzien van de plaatsen waarvoor dat woord is opgetekend.
De dialectwoorden in het WBD zijn verzameld met behulp van schriftelijke vragenlijsten die Weijnen en zijn medewerkers rondstuurden, aangevuld met reeds bestaand materiaal. Dat zijn op de eerste plaats de invullingen van andere vragenlijsten (zoals van het Meertens-Instituut of de enquête van Schrijnen, Van Ginneken en Verbeeten) en op de tweede plaats lokale en regionale woordenboeken (bijvoorbeeld Dialekt van Kempenland van A.P. de Bont uit 1958).
In het e-WBD kunnen we nu de Brabantse trefwoorden opzoeken voor bepaalde begrippen, zoals ‘klaproos’ of ‘op de begrafenis uitnodigen’. Daarbij worden ook de verschillende dialectopgaven van de trefwoorden getoond met de plaats waarvoor ze werden opgetekend. Het is ook mogelijk alle trefwoorden van één bepaalde Brabantse plaats op te zoeken. Het e-WBD bevat 15.794 begrippen, 140.091 trefwoorden en 1.704.116 dialectopgaven, verzameld in ruim 2950 Brabantse plaatsen ofwel dialecten (iedere plaats vertegenwoordigt een eigen dialect), zo is te lezen op de website.
De website met e-WBD is op 14 december 2017 feestelijk gelanceerd tijdens een dialectencongres in ’s-Hertogenbosch, met bijdragen van Roeland van Hout, Jacques Van Keymeulen, Veronique De Tier, Nicoline van der Sijs, Mark van de Veerdonk, Henk van den Heuvel en Jos Swanenberg. In het programma was niet alleen aandacht voor het WBD maar ook voor de Elektronische Woordenbank van de Nederlandse Dialecten, waar u een groeiende verzameling lokale dialectwoordenboeken (waaronder diverse Brabantse woordenboeken, o.a. voor Nuenen, Schaijk, Bergeijk, Valkenswaard, Prinsenbeek, Breda, Tilburg, Uden, Zeeland, Hilvarenbeek en Aalburg) kunt doorzoeken, en voor een project waarin het WBD zal worden samengevoegd met woordenboeken van de Limburgse en de Vlaamse dialecten. Het einde van dit werk, het toegankelijk maken van dialectwoorden in grote databanken, is nog lang niet in zicht, maar het e-WBD staat al voor u klaar!
J. Vromans zegt
Correctie: Willy van Langendock > … Langendonck