Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (156)
Het Nederlandse sonnet bestaat 452 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan?
Door Marc van Oostendorp
Psyche
Ik las de Phaedo met mijn vijfde klas
en in de tekst kwam het woord ψυχή voor:
ik legde, aan ’t nog kinderlijk gehoor,
uit waarom ψυχή ‘ziel’ én ‘vlinder’ was.Terwijl ik nóg eens de passage las
was er ineens een ritseling, en een spoor
van glanzen kwam, van ’t raam, de ruimte door.
Er zat een grote vlinder voor ’t glas.Het was een dagpauwoog. En ieder zag
de purperen gloed, die op zijn vleugels lag;
de ogen, waar het aetherblauw in brandt.Ten laatste – hij zat rustig op de hand –
bracht hem een jongen weg. Onaangerand,
zei hij, was hij ontweken naar het blauw(Ida Gerhardt, Verzamelde gedichten)
Het woord ψυχή schrijf je in het Nederlands meestal als psyche. Ida Gerhardt kiest er in dit gedicht (behalve in de titel) voor om het met Griekse letters te schrijven, maar het blijft aantoonbaar wel een Nederlands woord. In het Grieks staat er een accent op de tweede klinker, en belangrijker nog: die tweede klinker is lang. Het is daarom, even technisch, een jambisch woord, maar in de twee regels waarin het voorkomt staat het steeds op een plaats waardoor klemtoon op de eerste lettergreep hoort. Er staat ψυχή, maar om het te laten lopen moet je psyche lezen.
Er is met die psyche nog wel meer aan de hand. Volgens de Gerhardt-kenner Mieke Koenen gebruikte Plato de vlinder in zijn hele werk nooit als symbool voor de ziel: dat werd bij de Grieken pas later (na Aristoteles) een gebruikelijke metafoor. Het is dus op het eerste gezicht een overbodige uitleg die de dichteres aan haar ‘kinderlijk gehoor’ geeft.
Vandaar misschien de wonderlijke vorm van de vierde regel. Je zou eigenlijk uitleggen dat een lerares aan haar klas uitlegt dat ψυχή ‘vlinder’ en ‘ziel’ kan betekenen, maar in plaats daarvan verkondigt ze waarom dat zo is. Dat ene woord maakt de les ineens meer dan een eenvoudige taalles, het wijdt de leerlingen in een diepere waarheid in. Voor vlinder en ziel heeft het Grieks niet toevallig hetzelfde woord, er zit een waarom achter.
Aanvulling. Mieke Koenen meldt (via Facebook): Ook mooi om te weten: Gerhardt wilde de laatste regel niet afsluiten met een punt: om de oneindigheid van het blauw te tonen. Maar de zetters zetten er steeds weer een punt achter en op zeker moment gaf Gerhardt zich gewonnen
Jona Lendering zegt
Ik denk, beste Marc, dat je “Gerhardt Mieke Koenen” moet veranderen in “Gerhardt-kenner Mieke Koenen” of zoiets.
En verder: https://mainzerbeobachter.com/2017/12/30/psyche/
Fijne dag verder!
Gerard van der Leeuw zegt
Vroeger vogels bij het raam,
nu vliederdunne vlinders
zonder gerucht en van materie haast ontdaan.
Het is wel tijd wel tijd om weg te gaan.
M. Vasalis, De oude kustlijn
Gerard van der Leeuw zegt
Ha, ik heb het opgezocht: Mieke Koenen: ‘Stralend in gestrenge samenhang’. Ida Gerhardt en de klassieke oudheid. Historische uitgeverij Groningen 2002, blz. 266, voetnoot 100.
Ton Harmsen zegt
Ik heb dit altijd al een prachtig gedicht gevonden, maar ik wist niet dat de punt na het laatste vers er niet hoort te staan. Dat maakt het zelfs nog mooier.
Wat het accent op ψυχή betreft: dit betekent niet dat het een jambisch woord is. Over de uitspraak van de oude Grieken weten we natuurlijk niets, maar het systeem dat wij hanteren is dat het woordaccent op de voorlaatste lettergreep valt tenzij die kort is. Dus op de eerste lettergreep van ψυχή. Het accent aigu geeft de toonhoogte aan, niet het woordaccent. Een halve eeuw geleden was er onder de Leidse studenten maar één die die toonhoogtes aanvoelde, een Griek die dan ook de bijnaam Perry kreeg, naar de περισπωμένη, het Griekse accent circonflexe.
Roger van Bever zegt
Aristoteles was geloof ik de eerste om de vergelijking tussen de ziel en de vlinder te gebruiken (allebei ψυχή).
Hij beschouwde de ziel niet als een aparte entiteit die in ons stoffelijk lichaam huisde en bij de dood het lichaam verliet. Hij zag de ziel als een integraal deel van het lichaam en de dood als een metamorfose (zoals de de ontpopping van een vlinder uit een rups die een cocon) is geworden. Het is een ingewikkelde redenering die uiteindelijk draait om de definitie van het begrip ziel. Zijn definitie werd in de M.E. verworpen door Averroès. Inteerssant aan dat geschrift is dat Aristoteles een bron is voor de presocratische opvattingen over de de ziel
Ik vond een uitgebreide uitleg van zijn opvattingen hierover (vrij moeilijk!) op de volgende site:
https://www.cairn.info/revue-le-philosophoire-2003-3-page-65.htm
Wat interessant is, is dat de vlinder ook in veel andere culturen in verband gebracht wordt met de ziel. Op deze zeer prachtige site staat hierover meer:
http://www.patriciagrange.fr/index.php/symbolisme-du-papillon
Ook interessant:
http://journals.openedition.org/feeries/433
Gerard van der Leeuw zegt
Het laat je niet los. Gerhardt schreef trouwens natuurlijk nog gewoon ‘ziel èn vlinder’ in plaats van dat in mijn ogen nog steeds rare ‘én’ (ik lees dat op zijn Frans als een aigu…) Ida Gerhardt schreef trouwens nog een gedicht ψυχή (deze keer met een Grieks gespelde titel, zonder aigu…….
Kees Godefrooij zegt
Mevrouw Gerhardt neemt het niet zo nauw met het aantal lettergrepen in dit fraaie gedicht.