Antichrist*
Wanneer de ruyge sneeu de Alpen niet sal decken,
Wanneer de somer heet sal yselen* van cou,
Wanneer de locht het lant sal weygeren den dou,
Wanneer t’gedierte sal de Ocean uitlecken*,
Wanneer den noorder-pool den seyl-steen* niet sal trecken,
Wanneer de grijse wolf het schaep sal wesen trou,
Wanneer de vrou een man, de man sal sijn een vrou,
Wanneer de aerd’ haer sal rontom den hemel strecken,
Wanneer de son en maan verwisselen haer beurt,
Wanneer eens menschen hant die vanden hemel scheurt,
Wanneer de Seraphim haer Schepper niet beminnen,
Wanneer de Heer sijn cracht en goetheyt derven sal,
Wanneer Gods Soon noch eens aent cruyce sterven sal,
So sal den Antichrist Gods kinders overwinnen.
Jacobus Revius (1568-1658)
uit: Over-Ysselsche sangen en dichten (1630)
antichrist – de paus
yselen – rillen
uitlecken – leeg likken
seyl-steen – magneet
———————————–
- Jacobus Revius: dbnl • wikipedia • bloemlezinkje • canon van Overijssel
- Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Anton zegt
Het toeval wil dat mij is wijsgemaakt dat hier nog wat meer (qua zelfbeschuldiging) achter steekt.
Had dat ook wel graag meegemaakt in ‘de commentaar’.