Door Marc van Oostendorp
In januari 2015 drong een stelletje terroristen de redactievergadering van het Franse satirische tijdschrift Charlie Hebdo binnen en schoot een aantal redacteuren dood. In reactie daarop verscheen op sociale media een plaatje met de tekst ‘Je suis Charlie’, in de eigen opmaak van het blad. Het plaatje werd gedeeld als teken van solidariteit en maakte binnen korte tijd een sprong naar een hashtag: #jesuisCharlie.
Die hashtag is sindsdien niet meer verdwenen. Hij duikt ook op het Nederlandstalige twitter nog regelmatig op, Hier is een vrij willekeurig voorbeeld van de afgelopen week:
https://t.co/YeysCjYYqH Dat het uitmoorden van mediamakers zo weinig impact had. Nadat de waan-van-de-dag-steun vergeten was. Hoe zinloos kan je gewelddadige dood zijn geweest? #JeSuisCharlie #yeahright
— Marianne Zwagerman (@mariannezw) 8 maart 2018
Maar het eerste deel van de hashtag heeft ook een eigen ontwikkeling doorgemaakt, laten twee onderzoekers van de Université catholique de Louvain zien in een artikel in het tijdschrift Language in Society.
#jesuis had al enkele voorlopers, zeggen de onderzoekers, in uitspraken als Ich bin ein Berliner of de reclamekreet IAmsterdam. Mensen identificeren zich met een ander, of met een plaats. De nieuwe hashtagformule kon al snel ook gebruik worden bij nieuwe terroristische aanslagen, in het begin vaak met een plaatsnaam: #JeSuisParis of #jesuisenterrasse. Maar toen in 2016 bij een politieinval bij terroristen een hond omkwam, raakte even #jesuischien in omloop. Zulke hashtags verschenen ook niet alleen in de Franstalige wereld in strikte zin: ook Nederlandstaligen kennen waarschijnlijk net genoeg Frans om dit soort zinnetjes te begrijpen. In vertaalde versie komt #ikben zelfs bijna niet voor.
Onbenulligs
Na een tijdje begon de hashtag de associatie met (islamistisch) terrorisme te verliezen en werd hij ook gebruikt voor ander slecht nieuws: #jesuisEcuador (na de aardbeving daar) of #jesuisrefugié. Nog weer even daarna was de betekenis van #jesuis kennelijk ook zo verbleekt dat het gebruikt kon worden voor algemene andere veronderstelde aanslagen op de vrijheid van meningsuiting (#jesuisboehmermann voor de ophef die ontstond nadat een Duitse cabaretier de Turkse president Erdogan had beledigd) kleiner leed. Toen in de Franse spelling de rol van het accent circonflexe dreigde te worden teruggedrongen, dook #jesuiscirconflexe op.
Dat laatste vonden de onderzoekers vervolgens ook in spottende zin in (anderstalige) tweets van mensen die zich vrolijk of boos maakten over het feit dat mensen zich in leken te zetten voor zoiets onbenulligs.
Solidariteit
Want dat was in het algemeen de volgende stap in de ontwikkeling. De hashtag #jesuis werd steeds meer gezien als een manier waarop een bepaalde groep mensen kon laten zien hoe betrokken ze waren. Andere mensen gingen zich onvermijdelijk tegen deze groep afzetten. Na een aanslag in Aleppo verscheen bijvoorbeeld deze tweet van iemand die deze mensen kennelijk schijnheiligheid verweet:
Où êtes vous les #Jesuis ? https://t.co/nF7l3Lgp2C
— L’Islam,La plus bell (@Ipbreligions) 30 april 2016
De hashtag werd op dat moment ook spottend ingezet. Het omslag van Charlie Hebdo hierboven is daar een voorbeeld van; hij gaat over het verschijnsen van de Panama papers, niet echt een onderwerp dat bij veel mensen gevoelens van grote solidariteit oproept.
Betekenis
In heel korte tijd maakte #jesuis zo de ontwikkeling door waar andere tekens (woorden) soms eeuwen over doen. De betekenis verbleekte, en hij werd een teken waarmee bepaalde groepen zich afficheerden, waar anderen zich weer tegen afzetten. Het is daarmee een interessante case study van taalverandering in een notendop. (Je zou er misschien nog wel iets serieuzer over moeten discussiëren of zo’n hashtag nu tot de taal behoort, maar dit terzijde.)
Dát die ontwikkeling in het geval van #jesuis zo snel kon gaan, heeft mogelijk te maken met het expliciet identificerende ervan (‘ik ben’). Het kon daardoor heel makkelijk een speelbal worden van de eeuwigdurende sociale strijd die we het leven noemen. Hoe lang dit specifieke label nog onder ons blijft, valt daarbij natuurlijk ook nog te bezien.
De auteurs zijn overigens niet op de hoogte van het feit dat het Nederlandse weblog Frontaal Naakt juist het woorddeel Charlie een soortgelijke ontwikkeling liet doormaken; daar spreekt men misprijzend van charlies als het gaat over mensen die wel voor de vrijheid van meningsuiting zijn als deze door moslims bedreigd wordt, maar niet als die van andere zijde wordt belaagd. Ook de nuance uit de bovenstaande tweet van Marianne Zwagerman hebben de auteurs geloof ik nog gemist: hier wordt de oorspronkelijke tweet juist omgekeerd gebruikt om tegenstanders te verwijten dat ze juist het islamistische karakter van de aanslag op het tijdschrift weer vergeten zijn. Een hekje en een paar letters hebben zich zo in korte tijd vol betekenis gezogen.
Mient Adema zegt
Ben ik nou de enige die een tweede vertaling van “je suis” overweegt? Wie je bewondert, daar loop je achteraan.
Marc van Oostendorp zegt
Die vertaling wordt in het besproken artikel ook genoemd, maar er wordt (mijns inziens terecht) opgemerkt dat deze betekenis snel uit beeld verdwenen is. Vandaar dat ik dat detail heb weggelaten.