• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

sneuvelen, sneven

22 maart 2018 door Michiel de Vaan 5 Reacties

Door Michiel de Vaan

sneuvelen ww. ‘omkomen’

Mnl. snevelen ‘struikelen, vallen’ (1408), daarnaast sneuvelen en snovelen [waarin de o voor eu staat] (1399); bijna uitsluitend in het Noord-Nederlands.

Nieuwnl. snevelen (1570), snuevelen, sneuvelen (1570), snuyvlen (1683, Gent) ‘struikelen, vallen; omkomen, vergaan, in de strijd vallen’; snevel, sneuvel ‘onheil, misstap’ (1522). De vormen met ee verdwijnen na 1650, alleen sneuv- blijft dan over. Bovendien is sinds die tijd de betekenis van het werkwoord vernauwd tot ‘in de strijd vallen’. Dialecten: Zeeuws snevelen ‘zich bij het lopen tegen de enkels schoppen’.

sneven ww. ‘omkomen’

Vroegmiddelnederlands sneven ‘struikelen, vallen, omkomen, dwalen’ (1250; in alle zuidelijke dialecten), zn. sneven ‘mankeren, te kort komen, ongeluk’ (1265–1270), Mnl. ontsneven ‘aan de dood ontkomen’ (1390–1410). De vervoeging in het Middelnederlands is meestal zwak (sneefde, ghesneeft), al komt het deelwoord ook als gesneven voor, en eenmaal de verleden tijd als snaf en de subjunctief verleden tijd als snave (Ferguut, 1340-50). Eenmaal ook teg. tijd snoven (met eu gesproken, eind 15e eeuw). Nieuwnl. sneven ‘struikelen, vallen, omkomen, falen, lijden’ (1500+; steeds zwak), besneven ‘sterven aan’ (1548). Zeeuws sneuven ‘smalen’.

Verwante vormen: Middelnederduits snaven (zwak ww.), zelden sneven, snoven ‘struikelen, vallen’, freq. snavelen, Middelhoogduits snaben ‘het struikelen’, snaben ‘snappen [snelle beweging maken], springen, haasten, struikelen’, zelden sneben; in het Nieuwhd. is hiervoor schnappen in de plaats gekomen. Oudnoors snafðr ‘begerig’.

De ronding van ee tot eu in sneuvelen en sneuven is door de v veroorzaakt, vgl. bijv. zeuven naast zeven ‘7’ en keuvelen uit kevelen. De klinker a in Laag- en Hoogduits wijst op een zwak ww. *snabōn of *snabēn, het Nederlandse snev- op *snabjan. Uit *snabjan kon in het Nl. zowel *snebben als sneven ontstaan (vgl. hebben naast Mnl. du heves, hi hevet uit *habjan); dat sneven de overhand kreeg kan aan het bestaan van *snaven hebben gelegen. De sterke werkwoordsvormen in het Mnl. worden niet door andere talen ondersteund en zijn dus waarschijnlijk secundair. Indien Westvlaams saffelen ‘struikelen’ op een ouder *snaffelen teruggaat (dat is uiteraard speculatie), kan het van umlautloos *snaven ‘struikelen’ zijn afgeleid.

Andere woorden met een wortel *snab- zijn Ned. snavel (*snabla-), Nl. sneb, MLD snebbe (*snabja-) en Oud-Fries snabba ‘mond’ (*snabban-). Ze zijn afgeleid werkwoorden voor ‘happen’ die we met verschillende medeklinkers aantreffen: Vnnl. snabben ‘happen; blaffen’ (*snabb-), Nnl. snappen (*snappōn-), Oudnoors snapa ‘bijten, toesnappen’ (*snapōn-), en Nl. snoepen (*snōp-, Oudnoors snópa ‘happen naar, rondlummelen’); zie daarover Kroonen 2009: 249. De betekenis ‘struikelen’ van sneven en snevelen berust op de ‘haperende’, ‘snappende’ beweging van de benen (merk op dat haperen van happen is afgeleid).

Aangezien de werkwoorden met stam-finale –p(p) binnen het Germaans ontstaan kunnen zijn uit –b, zal aan de basis van deze familie een Proto-Germaans ww. *snaban of *snabjan ‘dichtklappen, toehappen’ liggen, met daarbij een iteratief *snappōn- en de latere varianten met *snap- en *snabb-. De variant *snōp- kan op een preteritum van de 6e klasse *snōp wijzen (het Nl. type varen, voer). Rein mechanisch kan PGm. *snab- teruggaan op PIE *snobh–, maar er bestaan geen qua vorm en betekenis vergelijkbare woorden buiten het Germaans.

 

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: Addenda EWN, etymologie

Lees Interacties

Reacties

  1. Olivier van Renswoude zegt

    24 maart 2018 om 20:20

    Opvallend is hiernaast het voorkomen van o.a. *nabja- (Middelnederlands nebbe ‘bek’ enz.) en *nappōn- (Oudzweeds nappa ‘happen, pikken’, Middelnederlands nappen ‘bijten, prikken’), hetgeen op een s-mobile zou kunnen wijzen.

    Zo ook *nōbri- (Oudnoords nœfr ‘flink’, gew. Duits nüber ‘vlug’) naast *snōbri- ~ *snēbri- (Oudnoords snœfr ‘behendig, vlug’, snæfr ‘vlug, nauw’, Zwitserduits schnueper ‘levendig’). De betekenis hiervan lijkt op het eerste gezicht wat ver verwijderd van het hier besproken lemma, maar vergelijk bijvoorbeeld Engels snappy ‘levendig, pittig’ en Nederlands ontsnappen (vroeger ook ‘snel en handig ontnemen’).

    Mede gezien de betekenis van Engels to snap ‘knappen, breken’ is dan te denken aan verband met Oudindisch nábh- ‘barsten’, oftewel een wortel *(s)nebʰ-.

    Beantwoorden
  2. Klaas Jac. Eigenhuis zegt

    27 maart 2018 om 10:45

    “De variant *snōp- kan op een preteritum van de 6e klasse *snōp wijzen (het Nl. type varen, voer).”

    De sterke werkwoorden van klasse 6 beschouw ik als afkomstig uit het substraat. Dit wordt recent ook aangenomen voor graven : groef, een bezigheid van de mens sinds zijn bestaan (denk ook aan ‘begraven’)
    Snavel, een lichaamsdeel op -el, is misschien wel in de nieuwere tijd ontstaan, maar het grondwoord (dat etymologen wel tot de sn-woorden rekenen) is adstraat.
    Klaas Jac. Eigenhuis

    Beantwoorden
  3. Klaas Jac. Eigenhuis zegt

    27 maart 2018 om 11:33

    “Mede gezien de betekenis van Engels to snap ‘knappen, breken’ is dan te denken aan verband met Oudindisch nábh- ‘barsten’, oftewel een wortel *(s)nebʰ-.” [Olivier]

    Van een betekenis ‘(af)knappen’ mag je niet uitgaan bij het zoeken “hogerop” (richting pie) omdat het (Middel!)Engelse woord uit het mnl. en/of het mnd. geleend is (en daar zit die betekenis niet).
    Er is dus geen aanknopingspunt bij het pie.

    Klaas Jac. Eigenhuis

    Beantwoorden
  4. Klaas Jac. Eigenhuis zegt

    27 maart 2018 om 17:18

    Ik kan me bij ” ‘haperende’, ‘snappende’ beweging van de benen” eigenlijk niet zoveel voorstellen. Is het mogelijk dat wat aannemelijker te maken?
    Dat haperen (1351-1400) van happen (1588) is afgeleid, is (lang) niet zeker; maar ook bij ‘happende benen’ kan ik mij totaal niets voorstellen.
    KJE

    Beantwoorden
  5. Olivier van Renswoude zegt

    27 maart 2018 om 18:26

    Van een betekenis ‘(af)knappen’ mag je niet uitgaan bij het zoeken “hogerop” (richting pie) omdat het (Middel!)Engelse woord uit het mnl. en/of het mnd. geleend is (en daar zit die betekenis niet).

    Dat zeg ik ook niet en dat hoeft ook niet per se. Mijn punt was alleen dat de semantische afstand duidelijk niet bijster groot is. We kunnen een Indo-Europese wortel overwegen met een grondbetekenis ‘klappen’ die in het Indo-Iraans ‘knappen’ werd.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Willem Bilderdijk • Vertalen

Geloof my vry, wat andren snoeven;
Die d’ echten smaak en geur wil proeven,
Drink’ uit de oorspronkelijke flesch!

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

JUNI ’57

Met niets meer bij me dan het te vlug geleefde,
nog in de flarden van haar vertrek gekleed,
loop ik het land op om naar de lucht te kijken
en hoe mijn liefde allengs in niets meer leek
op die voor haar.

Het is een juninacht – de kortste nacht
bijna. Ik voel met mijn hoofd het hooi van de opper
waartegen ik zit. Ik zie een blijvende
zonsondergang boven een vuurtorenlicht
en weinig sterren.

Bron: Spinroc en andere verzen, 1958

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

2 juli 2025: Boekpresentatie ‘Een nieuw geluid’

2 juli 2025: Boekpresentatie ‘Een nieuw geluid’

21 juni 2025

➔ Lees meer
26-29 juni: Dichters in de Prinsentuin 2025

26-29 juni: Dichters in de Prinsentuin 2025

18 juni 2025

➔ Lees meer
Een rijk leven: afscheidsrede Johan Koppenol, VU Amsterdam

Een rijk leven: afscheidsrede Johan Koppenol, VU Amsterdam

17 juni 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

sterfdag
1991 Cornelis Stutterheim
➔ Neerlandicikalender

Media

De structuur van wetenschappelijke artikelen

De structuur van wetenschappelijke artikelen

21 juni 2025 Door Marc van Oostendorp 1 Reactie

➔ Lees meer
Het culturele landschap van Frits van Oostrom

Het culturele landschap van Frits van Oostrom

19 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De internationale positie van het Engels

De internationale positie van het Engels

14 juni 2025 Door Marc van Oostendorp Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d