Voornamendrift (24)
Door Gerrit Bloothooft en Steffi Harte
Een naam is een meisjesnaam als die vooral aan meisjes wordt gegeven, terwijl een jongensnaam vooral aan jongens wordt gegeven. Dat is helemaal niet vanzelfsprekend en eigenlijk onnodig. Een voornaam moet identificeren en welke naam je daarvoor gebruikt is arbitrair. Als maar niet te veel mensen dezelfde naam dragen werkt dat prima. En als er veel Jannen en Maria’s zijn dan geven we ze gewoon een roepnaam of een bijnaam. Toch vinden veel ouders het belangrijk dat ook het geslacht uit een voornaam te herkennen is. Waarschijnlijk omdat ze denken dat bijna iedereen dat doet. In Duitsland is het zelfs bij wet voorgeschreven alhoewel het in het midden wordt gelaten hoe dat moet. De mening van de ambtenaar zal doorslaggevend zijn, en die zal zich wel op intuïties over frequentie van voorkomen baseren.
Veel ouders zijn er ook gevoelig voor. Een jongen zal niet gauw de naam Roos krijgen en een meisje wordt bijna nooit Wolf genoemd. We hebben blijkbaar onze redenen om namen meisjesachtig of jongensachtig te vinden. Maar die gedachten daarover kunnen ook wel veranderen. Dan wordt een jongensnaam opeens populair voor meisjes, eigenlijk nooit andersom. Of wordt er een nieuwe naam bedacht, waarvoor het bij voorbaat helemaal niet vaststaat voor welk geslacht die het meest populair gaat worden. Dat gaan we eerst bekijken voor traditionele namen, die al uniseks waren of het worden. De volgende aflevering nemen we de ontwikkeling bij nieuwe namen onder de loep.
Het meest in het oog springend zijn de ‘schijnbare’ uniseks namen. Die zijn qua schrijfwijze wel gelijk, maar qua uitspraak niet. Alhoewel niet iedereen dat weet. Neem nu Anne (figuur 1), waar de traditionele Friese mansnaam in de vorige eeuw zoals alle traditionele namen geleidelijk achteruit gaat terwijl de meisjesnaam eerst voorzichtig, maar na 1980 als modenaam enorm doorzet en in de topjaren aan 1% van de meisjes wordt gegeven. Daarbij geeft het liedje Anne van Herman van Veen in 1986 een duidelijk zetje mee. Maar de Friese naam wordt als ò:ne uitgesproken (en ook als Oane geschreven, daar moet je wel een Fries voor zijn) en heeft een andere etymologie dan Anne voor meisjes, dus het zijn eigenlijk autonome ontwikkelingen voor jongens en meisjes. Iets dergelijks geldt voor Joan, vroeger een mannelijke verkorting van Jo(h)an(nes) maar al in het begin van de vorige eeuw geïntroduceerd als het Engelse Joan voor meisjes en sinds 1970 vrij stabiel. Omdat de uitspraak anders is kan er geen misverstand zijn. Dat is ook het geval met José, midden vorige eeuw populair als meisjesnaam die afgeleid is van Josef, maar ook – heel beperkt – als Spaanse jongensnaam met dito uitspraak.
Zeldzaam is het geval van Ali (van Alida) voor meisjes die met de traditionele namen verdween in de loop van de vorige eeuw, terwijl Ali als Arabische jongensnaam met de immigratie uit Turkije en Marokko in de jaren zeventig sterk toenam. Een naam met dezelfde spelling maar met een geslachtsafhankelijke herkomst uit verschillende talen. Er is dan echt geen sprake van wisselwerking. Iets dergelijks geldt voor de Slavische jongensnaam Marian.
Er zijn echter ook echt traditionele uniseks namen, zoals Eltje en Luitje die gelijk dalend aan het verdwijnen zijn (figuur 2). Daar is de uitgang –je vast debet aan. Ook Eliza was een dalende uniseks naam, tot die ontwikkeling rond 1980 voor meisjes keerde, met ook de opkomst van Elisa en Elise. Ruth is een uniseksnaam, vanuit het Hebreeuws voor meisjes en mogelijk als verkorting van Rutger voor jongens. Ouders die voor zo’n naam kiezen hebben er duidelijk verschillende redenen voor. Als meisjesnaam was Ruth in het begin van de vorige eeuw als bijbelse naam verrassend weinig aanwezig en werd in de loop van de vorige eeuw steeds populairder (figuur 3), overigens niet omdat ouders bijbelvaster werden. Die periode lijkt nu ook wel weer achter de rug. Ook Jans is dalend uniseks met een recente kleine opleving voor meisjes, die niets met de strip Jan, Jans en de kinderen van doen heeft.
Daarnaast zijn er traditionele jongensnamen die sinds 1990 ook voor meisjes worden gekozen. Zoals Melis, een verdwijnende jongensnaam die nu opkomt als meisjesnaam (figuur 4). Maar mogelijk is het dan een verkorting van Melissa, met de klemtoon op de tweede lettergreep, en modenaam met top rond 1995. Of Nanne en Rinke, die bescheiden constant waren als jongensnaam maar na 1990 concurrentie krijgen als meisjesnaam. Ook Pleun verdwijnt als traditionele jongensnaam, maar komt na 1990 zeer sterk terug als meisjesnaam (figuur 5). In die zin lijken de ontwikkelingen van Melis en Pleun op die van Anne.
Traditionele namen raken geleidelijk uit de gratie. Als het een uniseksnaam is dan kan het gebeuren dat de naam voor een geslacht (meestal het vrouwelijke) weer een opleving krijgt. Ook komt het voor dat een verdwijnende jongensnaam een nieuw bestaan krijgt als meisjesnaam. Maar er zijn weinig indicaties dat de ontwikkeling voor het ene geslacht die van het andere geslacht beïnvloedt, ze lijken autonoom.
Laat een reactie achter