Door Henk Wolf
Recent omschreef een uiterst fatsoenlijke Friese wetenschapper op Facebook het woord neuken als ‘in foarhinne taboewurd’. Dat is in het Fries net zo gek als in het Nederlands, waar voorheen ook normaal niet als bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt.
Normaal niet, maar ook niet helemaal niet. Toen ik ging googelen, vond ik negen vindplaatsen met ‘een voorhene’. Voorbeelden zijn: ‘een voorhene interesse’, ‘een voorhene versie’ en ‘een voorhene kerk’.
Doordat voorheen in de overgrote meerderheid van de gevallen als bijwoord wordt gebruikt, is het niet zo eenvoudig na te gaan hoe vaak het als bijvoeglijk naamwoord voorkomt. Toch zijn er wel wat voorbeelden van te vinden. Voorbeelden van internet zijn ‘een (voorheen) olie vat’, ‘een voorheen politicus’ en ‘jouw voorheen partner’.
Het WNT noemt het gebruik van voorheen als bijvoeglijk naamwoord wel, maar schrijft erbij dat het alleen ‘incidenteel’ voorkomt en bovendien niet in literaire teksten is aangetroffen, maar alleen in een paar zakelijke teksten. Het woordenboekartikel met die informatie dateert van 1985. In mijn dikke Van Dale uit 1992 wordt voorheen als bijvoeglijk naamwoord helemaal niet genoemd. Wie weet maken we nu een oplevinkje van het gebruik ervan mee?
Ton van der Wouden zegt
Het was nu geen onzin meer waarom ze medelijdend kon lachen; het had weliswaar aan kracht verloren door de voorhene flater, omdat men nu eenmaal na de ontmaskering van een leugen niet zo gauw een tweede leugen, een variant op de eerste, voor waar aanvaardt; het was desondanks nog gevaarlijk genoeg, aangezien de mens graag het slechte gelooft.
F. Bordewijk, Bloesemtak (1956) via dbnl https://www.dbnl.org/tekst/bord001bloe01_01/bord001bloe01_01_0020.php
Mient Adema zegt
In dat stuk zie ik twee keer h voor li (hepen voor liepen en het voor liet), typisch!
Maar wat een mooie sfeerbeschrijving bij die wandeling, gelardeerd met de nodige psychologie. Je blijft lezen.
Mient Adema zegt
Een terloopse opmerking zou kunnen zijn dat “een (voorheen) olie vat” het afwijkende gebruik niet echt hoeft op te roepen. Het kan een vat zijn dat vroeger als bergplaats voor olie diende, maar nu niet meer. Onverbogen lijkt het hier net een bijwoord, mede door die spatie. De maker heeft de uitdrukking wellicht bedoeld als een vat dat vroeger voor olie bestemd was.
Maar nogmaals, terloops hè?