Door Henk Wolf
Recent plaatste iemand in de Facebookgroep ‘Leraar Nederlands’ een foto van een reclamebord met het opschrift ‘geniet van onz Strandbok Bier’. Ik denk dat de plaatser vooral op de gekke spelling van onz of de onconventionele omgang met spaties en hoofdletters wilde wijzen, maar ik vond de gebiedende wijs geniet het opvallendst. Waarom? Omdat die op een bord bij de ingang van een restaurant stond. Ik zou een zin als ‘geniet van ons bier’ alleen gebruiken tegen mensen die al een biertje voor zich hebben.
De zin op het bord is dan ook geen wens zoals ‘slaap lekker’, ‘wees gezegend’, ‘krijg de pip’ of ‘kom veilig thuis’. Hij is eigenlijk een oproep om zelf genot op te roepen door een biertje te gaan kopen. Geniet is dus een aansporing tot actie en voor mijn taalgevoel kan dat niet. Bij mij is genieten namelijk geen werkwoord dat een actie uitdrukt, maar een zogenaamd ervaringswerkwoord – en ervaringen kun je mensen alleen maar toewensen.
Als je in het Nederlands van de negentiende en twintigste eeuw geniet als gebiedende wijs tegenkwam, dan was dat wel een aansporing, maar nog geen heel actieve. De luisteraar werd ertoe aangespoord om acht te slaan op iets wat hem voor de voeten kwam, om zich open te stellen voor een ervaring. Voorbeelden zijn:
- Geniet de dag
- Geniet van ’t lenteschoon
- Geniet van het leven!
Dat genieten in eenentwintigste-eeuws Nederlands een actiever werkwoord wordt, zie je ook aan zinnen zoals ‘ik ga lekker van mijn diner genieten’, die op internet veelvuldig voorkomen. Het hulpwerkwoord gaan wordt in het Nederlands van Nederland (minder in dat van Vlaanderen en Suriname) hoofdzakelijk gebruikt bij werkwoorden die een bewust ondernomen activiteit uitdrukken.
Dat zie je het duidelijkst als gaan ook nog in de gebiedende wijs staat. Kijk maar:
- Ga lekker een eindje fietsen! <gewoon>
- Ga lekker een pakje ontvangen! <raar>
- Ga toch schrikken! <raar>
Toch vind je op internet veel zinnen van het type ‘ga lekker van je pensioen genieten’, waarin genieten blijkbaar voldoende actie uitdrukt om met zo’n gebiedend ga te worden gecombineerd.
Ook kom je genieten op internet vaak tegen met het hulpwerkwoord willen (bijvoorbeeld in ‘ik wil met je genieten’), dat ook niet zo goed samengaat met werkwoorden die geen bewuste activiteit uitdrukken:
- Ze wil een eindje fietsen. <gewoon>
- Ze wil verlangen naar vrede. <raar>
- Ik wil de stilte waarderen. <raar>
Genieten wordt dus steeds meer een activiteit. Dat is niet de enige verandering die het werkwoord ondergaat. Het treedt nu ook vaak als onovergankelijk werkwoord op, bijvoorbeeld in zinnen als ‘ga lekker genieten’ en ‘ik wil met je genieten’.
Vanouds komt genieten altijd overgankelijk voor, dus met een grammaticaal voorwerp erbij. In wat ouder Nederlands was dat vaak een lijdend voorwerp (‘geniet de dag’), in wat jonger Nederlands meestal een voorzetselvoorwerp dat met van begint (‘geniet van het leven’). Het WNT geeft genieten nog alleen als overgankelijk werkwoord (in een lemma uit 1887). Mijn dikke Van Dale uit 1992 noemt genieten wel als onovergankelijk werkwoord, maar in de voorbeeldzin is het ontbrekende voorwerp nog wel steeds makkelijk in te vullen: ‘het was een heerlijke reis, ik heb echt genoten’.
In zinnen als ‘ga lekker genieten’ en ‘ik wil met je genieten’ is de ontwikkeling nog een stapje verder gegaan. Daarin is niet meer te raden wat of waarvan er genoten moet worden. Het werkwoord genieten is daarin echt onovergankelijk geworden. De nu actieve betekenis komt daardoor erg dicht bij die van ‘plezier maken’ te liggen.
DirkJan zegt
Ik vind het altijd lastig als er met woorden wordt gegoocheld met onvergankelijk en vergankelijk, maar ik lees in ‘geniet van ons bokbier’ weinig bijzonders dan ‘kom van ons bier genieten’, of zoals mijn Van Dale van 2005 in een van de recentste toevoegingen omschrijft: genot smaken (van -), van zijn sigaar, van een aangename smaak genieten. Ik denk dat ik wel het punt snap en er een verschil is tussen, ‘Ik geniet een lekker biertje’ en ‘Ik geniet van een lekker biertje’, maar ik ben denk ik dan te jong om daar verder iets opvallends aan op te merken.