Afgelopen zaterdag, 13 oktober, nam Erica van Boven officieel afscheid als hoogleraar letterkunde aan de Open Universiteit. Zij deed dat met het uitspreken van een afscheidscollege over Arthur van Schendel en het lezerspubliek. Met haar onderzoek naar ‘vrouwenromans’ in de literaire kritiek, haar kanttekeningen bij de literaire canon en het recente project rond publieksliteratuur (of middlebrow) heeft Van Boven tal van studenten en collega’s geïnspireerd. In de bundel Uit de marge, verschenen onder redactie van Lizet Duyvendak en Jan Oosterholt, betonen 29 letterkundigen, historici, filosofen en een jurist eer aan het onderzoek dat Van Boven in gang heeft gezet.
Uit de marge. Kanttekeningen bij de cultuurhistorische canon, bevat studies over veelal veronachtzaamde, marginale en niet-gecanoniseerde cultuurverschijnselen: van Olympische kunstspelen tot een zombie-serial, van negentiende-eeuwse dagbladfeuilletons tot naoorlogse paperbackreeksen, van lesbische romanpersonages tot toneelschuwende gemeentebestuurders en van krantencolumns tot Sinterklaasgedichten. Leidmotieven zijn de spanning tussen high, middle en lowbrow, de argwaan jegens bestsellers, het grillige verloop van reputaties en de tijdloosheid van de culturele omnivoor. Alle bijdragen zijn geïnspireerd door Erica van Bovens pleidooi voor onderzoek naar populaire cultuuruitingen en vormen samen een kleine geschiedenis van de smaak van het brede publiek.
De bundel is verschenen bij uitgeverij Verloren en aldaar te bestellen.
Laat een reactie achter