Door Henk Wolf
Ik heb de klemtoon in het woord hansworst altijd op worst gelegd. Ik wist ook niet beter of iedereen deed dat. Tot iemand een paar jaar geleden verbaasd uitriep: “Wat zeg je nou?”
Zij zei namelijk HANSworst, met de klemtoon op de eerste lettergreep. Dat vond ik weer heel erg gek. Uiteraard hebben we toen rondgevraagd en tot onze verbazing waren beide uitspraakvarianten in onze omgeving ongeveer even sterk vertegenwoordigd.
Mijn Groot Woordenboek der Nederlandse Taal van Van Dale (twaalfde druk) noemde alleen mijn variant, met de klemtoon op worst. Dat was raar, als die andere variant ook zo vaak voorkwam.
De uitspraak met de klemtoon op worst is het makkelijkst verklaarbaar. Hans Worst is vanouds een toneelfiguur. In de combinatie voornaam-achternaam krijgt de achternaam als regel de klemtoon: rens KROES, piet HEIN, jill SCOTT, jaap STAM. Soortnamen die duidelijk als eigennaam te herkennen zijn, hanteren dat patroon ook: een pietje-preCIES, een joris GOEDbloed, een janHEN.
De klemtoon op hans is minder makkelijk te verklaren. Iemand zei het woord hansworst te interpreteren als een worst, niet als een naam. Het zou een metafoor zijn waarbij iemand wordt vergeleken met een worst die Hans heet. Met die interpretatie kun je aansluiten bij het patroon van bolke de BEER, japie KREkel, anna Ananas. Alleen heb je dan nog steeds de klemtoon achteraan. Dat ligt dus niet voor de hand.
Als je een hansworst als een metaforische worst beschouwt, kun je ook nog aansluiten bij het patroon van ROOKworst, IJSworst, METworst en zo. Dat is het patroon van gewone samenstellingen. Je verwacht daarin niet zo snel een eigennaam als linkerlid, maar dat kan wel. Zo kun je een worst van slager Piet wel een PIET-worst noemen en een worst die een beetje op buurvrouw Sjaan lijkt ook wel een SJAAN-worst. Ook kun je met een klein beetje moeite zeggen: ‘Daar komt die BEP-figuur weer aan’ of ‘Daar heb je die FLIP-gozer weer’. Wie weet sluit HANSworst daarbij aan.
Harry Reintjes zegt
of ligt eea aan het verschil tussen noord- en zuid-nederland bij het leggen van klemtonen bij bijv. rosMAlen (noord) versus ROSmalen (zuid, m.n. de inwoners zelf)? ook is, bij de klemtoon op worst nog n betekenis mogelijk: hans’ worst 😉
Pieter zegt
Hier in het uiterste zuiden van ons taalgebied (of hoe noemen jullie, Nederlanders, dat ) heb ik nog nooit de variant met de klemtoon achteraan gehoord. Het is ook niet meteen een woord dat je hier vaak hoort, trouwens.
Ik ben nu wel benieuwd en ga eens rondhoren hoe de mensen rond mij het zouden uitspreken.
Marcel Plaatsman zegt
Zo’n variatie is er ook bij “tweedehands-“. Je hoort wel “tweedehands áuto”, maar ook: “tweedehándsauto”. Dat -hands- wordt dan ook weer als -hans- uitgesproken, natuurlijk. Misschien wordt dat beklemtoonde hans/hands wel als een pejoratief voorvoegsel aangevoeld
Harry Reintjes zegt
Bij dit voorbeeld lijkt me het verschil in beklemtoning eerder een semantisch verschil te veroorzaken. Hij verkoopt tweedehands áúto’s, geen tweedehands fietsen, meubels….
Hij verkoopt tweedehándsauto’s, geen nieuwe. De klemtoon kan zelfs verschuiven baar het eerste lid, waarmee de betekenis wordt: zeer slecht, zeer oud. Dit is geen twéédehands auto, maar een dérde- of víérdehands.
Harry Reintjes zegt
baar=naar. vgl. ook eersterangs, eerstelijns
M. Helder zegt
Ik vind de klemtoon op HANS niet ‘minder makkelijk te verklaren’. Samengestelde woorden waarvan het eerste deel een eigennaam is, krijgen doorgaans de klemtoon op die naam: maRIakaakje, PIEterman, sintJAcobsschelp, joHANnesbroodboom. (Tegenvoorbeelden kan ik zo gauw niet bedenken – iemand wel?) Dus als je niet weet dat het eigenlijk ‘Hans Worst’ is, is de kans groot dat je HANSworst zegt.
Rob Duijf zegt
Tot vandaag heb ik nooit over deze worst nagedacht, maar ik weet als Zaankanter cq Noord-Hollander niet beter dan dat ie HANSworst heet, net als als zijn synomiemen ‘hofnar’, ‘mallerd’, ‘onbenul’, ‘pias’, ‘zottekap’, met de klemtoon op de eerste lettergreep…
https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/d/d4/Nl-hansworst.ogg