Hoe gaat het toe in het Nederlandse boek? Veel modern letterkunde-onderzoek is sociologisch georiënteerd: het wil iets zeggen over hoe de samenleving in elkaar zit door de verbeelding van die samenleving in romans te bestuderen. Ik schreef gisteren over dergelijk onderzoek.
Het is dan enigszins vreemd dat men zich meestal beperkt tot mainstream literair werk. Veel onderzoek van de laatste jaren nam over bijvoorbeeld alle boeken op de longlist van de LIbris-lijst, en daar ontbreekt natuurlijk altijd van alles. Niet alleen werk van de randen van de literatuur, maar vooral ook talloze boeken die nog altijd door velen verslonden worden maar niet de pretentie hebben literair te zijn.
Dikke laag
Gerda van Wageningen is misschien wel de succesvolste schrijver van Nederland. In 40 jaar tijd heeft ze ruim 120 boeken geschreven heeft, ze wordt heel goed verkocht en zo mogelijk nog beter uitgeleend in openbare bibliotheken, en volgens Google is ze dan ook in de canon opgenomen. Dus ik vond dat ik toch ook eens wat van haar moest lezen.
Ik nam een eerder dit jaar verschenen boek, Citytrip, volgens de aanbiedingstekst van de uitgever een ‘moderne roman’ van de ‘koningin van het Nederlandse romantische boek’. Ik heb geen idee hoe representatief het boek is voor het oeuvre. Het is qua thematiek moderner dan ik vantevoren zou hebben gedacht, en de romantiek moet je eigenlijk als lezer zelf een beetje opsporen onder een dikke laag modern dagelijks leed. Ik heb overigens sterk de indruk dat dit de eerste bespreking is van dit boek, in ieder geval op het internet.
Gezonde dingen
In Citytrip gaat Cynthia, een vrouw van tegen de vijftig, samen met haar nieuwe vriend Jasper en hun beider kinderen een paar dagen naar Londen. Cynthia heeft twee dochters en Jasper een zoon en een dichter; alle kinderen zijn rond de twintig. Dat gaat allemaal niet zo lekker. De kinderen zien er maar weinig in dat hun ouders een nieuwe vlam hebben en bovendien ontstaan er tussen die kinderen allerlei spanningen. De dochter van Jasper, Marjet, heeft een eetstoornis; zijn zoon kan zijn handen niet thuishouden. Ondertussen is Cynthia’s vader thuis dement en onhoudbaar, zodat Cynthia voortdurend contact heeft met haar moeder en met een vriendin die de ouders kan opzoeken. Omdat Jasper al die problemen niet ziet, ontstaat er verwijdering tussen de twee jonge gelieven, zodat ze elkaar uiteindelijk een paar maanden niet zien. Aan het eind van het boek is er toch weer toenadering.
De setting is inderdaad heel modern. Als je ergens kritiek op kunt hebben in Citytrip is dat het allemaal wel heel sterk wordt aangezet. Ik geloof dat ik welook wel tien keer heb gelezen dat Marjet leed aan ecorexia, dat dit ook wel orthorexia wordt genoemd, dat het een ziekte is waarbij je tot in het absurde alleen maar gezonde dingen wil eten en dat het in die zin ook lijkt op anorexia.
Hartsvriendin
Maar Citytrip lijkt me vooral sociologisch interessant: het presenteert een wereldbeeld dat kennelijk door miljoenen Nederlanders wordt verslonden en dat dus kennelijk mainstream is. De nadruk ligt daarbij op relaties. Ook die zijn tot op zekere hoogte modern: het is volkomen vanzelfsprekend dat alle vrouwen in het boek werken of studeren, tenzij ze de pensioengerechtigde hebben bereikt. Bovendien zijn de vrouwen ook in die relaties duidelijk meer dan alleen maar willoze poppetjes, ze bepalen zelf of en onder welke voorwaarden ze met de mannen verder willen.
(Interessant vind ik dat je het boek ook vindt op sites met christelijke romans terwijl duidelijk is dat allerlei personages probleemloos ongehuwd met elkaar naar bed gaan, hoe discreet dat laatste ook wordt aangeduid.)
Het boek is vooral geslaagd als een portret van een vrouw in de veertig – de levensfase waarin je zorgen hebt over de generatie vóór en ná je. Opvallend is dat behalve Cynthia eigenlijk alle personen worden beschreven als kinderlijk en onverantwoordelijk. Dat geldt met name voor eigenlijk alle mannen, die stuk voor stuk worden beschreven als lastpakken. Het is de vader van Cynthia die dement wordt en in zijn broek poept. Minnaar Jasper heeft geen aandacht voor Cynthia’s zorgen en wil vooral zelf aandacht; er wordt zelfs expliciet gezegd dat hij zich dan gedraagt als een kleuter. Machiel, zijn zoon, gedraagt zich ook al bijzonder kinderachtig. Maar ook de meeste vrouwen zijn allemaal vooral erg van Cynthia afhankelijk; haar moeder, haar dochters. De enige andere volwassene in het hele boek is daarom eigenlijk Cynthia’s hartsvriendin Hedwig.
Plezier
Ik neem zonder enig onderzoek aan dat Van Wageningens lezerspubliek vooral uit vrouwen zal bestaan en dat een deel van het genoegen dat zij beleven aan haar boeken gelegen is in herkenning. (Dat maakt dit soort boeken ook eigenlijk geschikter dan literaire romans voor dit soort onderzoek, want in de literatuur zoeken mensen ook soms juist het vreemde en onalledaagse.) Wat dat betreft geeft dit boek dus een aardig inkijkje in de moderne man-vrouwverhouding: vrouwen zijn betrekkelijk zelfstandig en onafhankelijk, mannen zijn grote kleuters, die vooral uit zijn op seks en verzorging maar emotioneel weinig te bieden hebben.
En uiteindelijk moet dit dan ook een (‘romantisch boek’ zijn, wat mij betreft eigenlijk het onbevredigdende aspect aan Citytrip want er moet van alles voor worden omgebogen. De hopeloze liefde tussen Cynthia en Jasper moet toch weer worden opgekalefaterd en zelfs moet er een schimmige halfbroer van Jasper worden geïntroduceerd die voor Hedwig kan gaan zorgen.
Maar afgezien daarvan (en van die herhalingen van allerlei informatie) is Citytrip best een geslaagd boek. Je kunt begrijpen waarom zoveel mensen dit werk met plezier lezen, en tegelijkertijd iets leren over hoe men het leven kennelijk tegenwoordig ziet: als een mislukte citytrip.
Gerda van Wageningen. Citytrip. Utrecht: Zomer & Keuning, 2019. Bestelinformatie bij de uitgever.
Marc Kregting zegt
Bedankt, dit vind ik een waardevolle en leerzame posting! Misschien heeft ze een soort voorganger in de verzamelbundel Populaire literatuur (1974), onder redactie van Jan Fontijn?
Dat Citytrip vooral sociologisch interessant is, gaat getalsmatig natuurlijk wel uit van een omgekeerde standaard, waarbij ‘mainstream’ onvermijdelijk een negatief waardeoordeel inhoudt van literair geoefende lezers. Maar wat weten we van taal, plot en ideologie zonder dat we uit onszelf kunnen stappen?
Wanneer auteurs zijn overleden, wordt de waarde van hun werk sowieso in eerste instantie sociologisch. Niet het minst als spreekbuis van groepjes mensen, al dan niet door belangrijke media boeiend geacht (typevoorbeeld: Mulisch).
Daarnaast kunnen in de eigen tijd auteurs en opvattingen marginalisering ondergaan, maar wanneer dat collectief wordt aangeklaagd ontstaat er, precies door ‘herkenning’, evengoed iets soortgelijks. Tijdens wat leesexercities door recente Noord-Nederlandse literatuur kreeg ik zelf althans de indruk (https://neerlandistiek.nl/2019/10/moet-je-entameren-leren/) dat het noemen van kritische auteurs als Kathy Acker, Audrey Lorde, Chris Kraus en Valeria Luiselli, het doorlichten van fenomenen als zwarte piet en ‘genderverhoudingen’, alsmede het laten vallen van een term als ‘misogyn’, een sociologisch interessante mainstream schept.
Marc van Oostendorp zegt
Ik vind eigenlijk niet zozeer dat ‘het romantische boek’ vooral sociologisch interessant is, want inderdaad lijkt het me ook aantrekkelijk om zo’n werk eens nader stilistisch te analyseren, daar is volgens mij ook voldoende aanleiding voor.
Ik vind het omgekeerde, namelijk dat áls je boeken sociologisch analyseert (en daar zijn best veel collega’s momenteel mee bezig en dan niet zozeer in de zin van de sociologie van Mulisch als wel in het classificeren van wat voor beroepen romanpersonages hebben), het wellicht interessanter is om dit soort ‘mainstream’-literatuur te bekijken, bijvoorbeeld omdat veel fictie die tot de ‘hoge’ literatuur behoort uit is op vervreemding en vervorming. Ook dat kan interessante bevindingen opleveren, maar eigenlijk wordt het allemaal meteen een stuk gemakkelijker als je literatuur die door veel mensen gelezen wordt én kennelijk door die mensen als ‘realistisch’ wordt beschouwd.
Ik denk trouwens ook weer niet dat Van Wageningen mainstream is, ze zit toch weer in een bepaald segment, zij het een heel groot segment. De mainstream leest helemaal niks en er zijn natuurlijk ook nog allerlei niet-literaire-genres die ook niks te maken hebben met wat zij doet (fantasy, autobiografieën van BN’ers, enz.) Het is bijvoorbeeld opvallend dat ik nergens een bespreking heb kunnen vinden; niet in kranten, maar ook niet op boekblogs, enz. Literaire critici en literatuurwetenschappers houden zich niet met haar bezig, maar mensen die voor de lol op internet boeken bespreken die ze leuk vinden, evenmin. (En toch komt ze dus heel hoog in de Google-ranking.)
Marc Kregting zegt
Prachtig hoe Van Wageningen kennelijk op eigen kracht haar vele lezers bereikt. Leefde Hugo Verdaasdonk nog maar! Hij zou kunnen uitleggen hoe Van Wageningen dit klaarspeelt. Ik zou heel benieuwd zijn naar een proeve van haar stijl.
Ook de taal van die BN-autobiografieën verdient aandacht. Ofwel: welke stilistische wapens zet Michel van Egmond in om modale voetballers zo onverbiddelijk in the picture te krijgen?
Voor een sociologische analyse lijkt me dit inderdaad geweldig materiaal, zeker in vergelijking met Libris-titels. Het inzicht zou verder vergroot kunnen worden wanneer zo’n steekproef meer dan één tijdsdoorsnede krijgt. Dus naast 2012 bijvoorbeeld ook 2002 en 2022.
Ik kan me namelijk indenken dat witte auteurs uit de middenklasse, al dan niet bewust, rekening gaan houden met onderzoeksresultaten van witte onderzoekers uit de middenklasse dat de meeste personages witte mannen zijn uit de middenklasse – vervreemding en vervorming kunnen evengoed ten prooi vallen aan selffulfilling prophecy.
Marc van Oostendorp zegt
De eerste alinea van Citytrip:
“‘Dit is hem. Eindelijk kunnen jullie nu met Jasper kennismaken! Het zit zo goed tussen ons! We gaan samen verder.’ Met een brede lach op haar gezicht trok Cynthia Blom haar vriend Jasper van Heeteren aan zijn mouw. ‘Kom Jasper, ik ben er zo trots op dat ik je eindelijk aan mijn dochters kan voorstellen. En binnenkort leer ik ook jouw kinderen kennen. O, als alles gaat zoals wij hopen, vormen we binnenkort met z’n allen een nieuw en uiteindelijk een heel erg gelukkig groot gezin!'”
Zeker in het begin van het boek wordt een heleboel dialoog gebruikt om de lezer allerlei nuttige informatie te geven (‘en binnenkort leer ik ook jouw kinderen kennen’). Wat ik fascinerend vind is dat de achternamen Blom en Van Heeteren voor zover ik kan zien verder nooit meer voorkomen. De personages heten alleen Cynthia en Jasper, maar de lezer hoeft zich nooit af te vragen hoe ze verder zouden heten.
Lucas zegt
“Wat dat betreft geeft dit boek dus een aardig inkijkje in de moderne man-vrouwverhouding: vrouwen zijn betrekkelijk zelfstandig en onafhankelijk, mannen zijn grote kleuters, die vooral uit zijn op seks en verzorging maar emotioneel weinig te bieden hebben.”
Ik zou het hier zo graag mee oneens zijn, maar recente ervaringen zijn volledig in lijn :D. (Behalve het seks-aspect: libido verschilt niet tussen mannen en vrouwen blijkt volgens mij uit onderzoek.)
De vraag is nu, in hoeverre is dit zo, omdat mannen zo geconditioneerd worden en de samenleving erop is ingericht dat mannen emotioneel grachten graven en muren bouwen? Komen we toch bij sociologie en antropologie uit.
Marc van Oostendorp zegt
Men zou er een gedetailleerde studie naar moeten doen, maar het is niet duidelijk of het libido van de mannelijke personages in Citytrip groter is dan dat van de vrouwen; het is meer zo dat de mannen zich meer opdringen, overigens zonder dat het meteen #MeToo wordt.
Joris Verheijen zegt
Raakte bij het lezen geïntrigeerd door de mysterieuze zin “Cynthia heeft twee dochters en Jasper een zoon en een dichter”. Vroeg me even af of hij nou twee kinderen had of één met poëtische pretenties. Maar denk dat het gewoon tijd is om te gaan slapen.