Voornamendrift 51
Door Gerrit Bloothooft en David Onland
Oude moeders geven andere voornamen aan hun kinderen dan jonge moeders. Tot die conclusie kwam het Office for National Statistics van het Verenigd Koninkrijk voor naamgeving in Engeland en Wales. Moeders die ouder zijn dan 35 jaar – over vaders hebben ze het niet – kiezen meer traditionele namen zoals Alexander, Joshua, Charlotte en Sophie, terwijl moeders die jonger zijn dan 25 juist niet-traditioneel kiezen voor Hunter, Logan, Harper en Nevaeh. Daarnaast hebben jonge moeders een voorkeur voor Archie, Alfie en Freddie waar oude moeders kiezen voor de volledige vormen zoals Alfred en Frederick. Hoog tijd om te kijken hoe dat in Nederland zit.
Wanneer de voornamen van kinderen van oude en jonge moeders verschillen dan liggen twee verklaringen voor de hand. De eerste is dat moeders (en vaders) namen kiezen die bij hun leeftijdsgroep populair zijn. 20-jarigen kiezen dan anders dan 35-jarigen want de namenmode is in 15 jaar zeker veranderd. De 35-jarigen zouden dan namen kiezen die hun leeftijdgenoten bijvoorbeeld al 10 jaar eerder aan hun kinderen gaven. De toplijstjes voor 35+ moeders zouden dan na-ijlen bij die voor jongere moeders. Een tweede verklaring is dat er een groot sociaal verschil is tussen moeders die voor hun 20ste hun eerste kind krijgen en moeders die pas na hun 35ste aan kinderen beginnen. Het zal ruwweg het verschil zijn tussen laag- en hoogopgeleide moeders, en die kiezen heel andere voornamen. Laagopgeleide ouders hebben een voorkeur voor non-conventionele, vaak niet-Nederlandse namen, terwijl hoog opgeleide ouders juist voornamen kiezen uit het Nederlands, Fries, Scandinavisch en Frans, of inspiratie vinden in het Oude Testament of de natuur.
Net zoals het Office for National Statistics kozen wij er gemakshalve voor om de naamgeving aan de leeftijd van de moeder te koppelen en die in te delen in de perioden 15-19, 20-24, 25-29, 30-34 en 35+ jaar. Om per groep een flink aantal kinderen te krijgen selecteerden we uit de Basisregistratie Personen de namen van de eerstgeborenen van moeders in de vijf jaar 2013-2017. Door per leeftijdsgroep alleen eerstgeborenen te kiezen worden moeders uitgesloten die op jongere leeftijd ook al kinderen ter wereld brachten. Dat scherpt het beeld. De top-20 staat in tabel 1 voor jongens, per leeftijdsgroep van de moeder.
Wat onmiddellijk opvalt is dat er relatief weinig tienermoeders zijn (2492 in 5 jaar), en dat de meeste vrouwen tussen hun 25ste en 35ste jaar hun eerste kind krijgen, op gemiddeld 30 jarige leeftijd. Verder valt op dat de top-20 voor tienermoeders grotendeels anders is dan die van de 35+ moeders: alleen Noah, Liam en Lucas zijn gemeenschappelijk. De tienermoeders hebben een sterke voorkeur voor Amerikaans Engelse en Italiaanse namen, met Jay-, en eindigend op -o en -son. Mason en Milano zijn typische hypenamen van na 2010, met een nog niet geëindigde snelle stijging. Het gaat om een relatief kleine groep jonge ouders. In de al veel grotere leeftijdsgroep 20-24 jaar neemt dit type namen af en doen Sem, Finn, Bram, Jesse en Daan hun intrede, en dat proces zet zich voort in de groepen moeders van 25-29 en 30-34 jaar waarin deze namen tot de top doordringen. Bij de 35+ moeders dalen die namen en staan Max, Thomas, Tim, Julian, Sam en Thijs hoog. Dat komen en gaan is duidelijker zichtbaar wanneer we per leeftijdsgroep de namen kiezen die daar de hoogste rang hebben. Ze staan in tabel 2, waarbij per naam ook het topjaar genoemd wordt.
Het is duidelijk dat de (Amerikaans) Engelse namen bij de jonge moeders de voorkeur hebben, terwijl de oudere moeders meer voor de traditionele Nederlandse namen kiezen, in verkorte vorm. Maar het zijn allemaal, op Jan na, modenamen met een bijbehorend topjaar. Jan is een vernoemingsnaam die nog sterk aanwezig is in de bible belt van Zuid-Holland, Veluwe tot Noord-Overijssel, met jong getrouwde stellen. De oude roepnamen Siem en Teun hebben het tot modenamen gebracht, waarbij Teun in trek is bij de oudere ouders.
Uit de namen in lijstjes in tabel 1 is per leeftijdsgroep een gewogen gemiddelde van de topjaren te berekenen, en die staat onderaan in tabel 2. De oudere moeder kiezen tussen 2013 en 2017 voornamen die gemiddeld 10 jaar eerder het meest populair waren (met uitschieters voor Thomas, Tim en Tom die hun top in de jaren negentig hadden). Tienermoeders volgen recente populariteit sterker en daar zitten ook hypenamen bij die hun top nog niet bereikt hebben, zoals Mason.
Het algemene beeld is een tweedeling in enerzijds moeders die jonger zijn dan 25 jaar met meestal trendy, niet-Nederlandse voorkeuren, en moeders die ouder zijn dan 25 jaar met een voorkeur voor korte versies van vaak traditionele namen, wat ook duidt op een hogere opleiding. Alhoewel de modevoorkeuren veranderen met de jaren, kiezen ouders namen die bij hun leeftijdsgenoten het meest populair zijn. Oudere moeders (en vaders) kiezen namen die al populair waren bij leeftijdgenoten die na hun 25ste kinderen kregen. Het is niet zo dat 35+ moeders (ouders) heel andere, meer traditionele voorkeuren hebben, zoals voor Engeland en Wales werd geconstateerd; ze lopen gewoon wat achter. Dat tienermoeders, die per definitie niet hoog-opgeleid kunnen zijn, in Nederland niet-traditioneel kiezen komt wel overeen met het Engelse onderzoek.
Dezelfde conclusie kunnen we trekken voor de meisjesnamen, waarvoor de top-20 in tabel 3 staat, en de typische namen per leeftijdsgroep in tabel 4. Hier zijn Emma, Sophie en Tess ongeacht de leeftijd van de moeder populair. Aardig is dat bij jonge moeders de populariteit van Jayden en Milan bij de jongens gespiegeld wordt met Jaylinn en Mila bij de meisjes. Dat geldt ook voor Jan bij de jongens en Johanna voor de meisjes als vernoemingsnamen. Voor de meisjes lopen de keuzen van 35+ moeders minder achter dan bij de jongens omdat ze bijvoorbeeld ook voor Olivia en Nora kiezen die nog steeds groeien in populariteit. Maar met Lisa en Anne zijn topnamen uit de jaren negentig nog steeds populair bij hen. Uitzonderlijk is Anna. Die is tegenwoordig geen echte vernoemingsnaam meer, maar is ook geen modenaam. Anna is – in tegenstelling tot Maria – na de neergang in de jaren zeventig op een stabiel niveau van ruim 600 geboortes per jaar gebleven.
DirkJan zegt
“De tienermoeders hebben een sterke voorkeur voor Amerikaans Engelse en Italiaanse namen, met Jay-, en eindigend op -o en -son. Mason en Milano zijn typische hypenamen van na 2010, met een nog niet geëindigde snelle stijging.”
Dit lijken vooral typische Surinaamse en Antilliaanse voornamen en het CBS meldt dan ook dan onder deze bevolkingsgroepen de meeste tienermoeders zijn te vinden. Van de twintig grootste gemeenten is de groep tienermoeders in Rotterdam, Zoetermeer, Den Haag en Almere relatief het grootst, gemeente waar veel Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders wonen.
Andere opmerking. Het zou nog wel aardig zijn om te weten wie nu bepaalt wat de voornaam wordt, de vrouw, de man of beiden? ’
Gerrit Bloothooft zegt
Ja, dat zagen we ook en we hebben het onderzocht. We keken maar de geboortelanden van de grootmoeders van tienermoeders. Dan komen we op 13% tienermoeders met een grootmoeder (of moeder) die in Suriname of op de Antillen is geboren. Dat is relatief veel, maar de stempel die ze op de namen drukken is toch beperkt. 66% van de tienermoeders heeft een grootmoeder die in Nederland is geboren.
De tweede vraag is lastig te onderzoeken, behalve bij ouders met verschillende geboortelanden. Daar komen we nog wel eens over te schrijven.
DirkJan zegt
Er zijn natuurlijk ook Surinaamse en Antilliaanse moeders van tienermoeders die in Nederland zijn geboren. En zou je ook niet moeten kijken naar Nederlandse tienermoieders die zwanger raakten van een Surinaamse of Antilliaanse jongen?
Gerrit Bloothooft zegt
We kozen juist de geboortelanden van grootmoeders om de herkomst beter te kennen. En ja, de vaders doen natuurlijk ook mee. Dat vergt allemaal wel meer onderzoek, en de verwachting is dat het algemene beeld niet sterk zal veranderen.
DirkJan zegt
Dat wil ik wel geloven, maar het kan toch wat schelen. En ik had nog een groep niet genoemd die je ook een eventueel nader onderzoek zou moeten betrekken; tienermeisjes met een Nederlandse moeder en een Surinaamse of Antilliaanse vader.
M. Helder zegt
Wel sneu voor die kinderen van 35+ moeders (ouders) dat ze moeders (ouders) hebben die ‘gewoon wat achter lopen’.