Door Roland de Bonth
Ik hou van historische taalkunde, van historische letterkunde én van historische romans. Het boekenweekgeschenk van dit jaar heb ik dan ook met plezier en belangstelling gelezen. In Leon & Juliette reconstrueert Annejet van der Zijl een waargebeurde negentiende-eeuwse liefdesgeschiedenis van Leon Herckenrath (1800-1861) en zijn vrouw Juliette (1809-1856). Tegelijkertijd kom je ook een en ander te weten over de rol van de slavernij en de positie van de slaven in de toenmalige Amerikaanse stad Charleston.
Van der Zijl staat erom bekend dat zij haar boeken zorgvuldig documenteert. Voor dit verhaal is zij – min of meer toevallig – in contact gekomen met een in Amerika woonachtige achterachterkleindochter van de hoofdpersonen uit het boek. Bij het speuren naar gegevens over de Nederlandse periode van het echtpaar kreeg Van der Zijl bovendien steun van de monumentenambtenaar van het Westland en een grote schare lokale geschiedkundigen. Ook in Charleston hielpen historici en onderzoekers haar om het verhaal zo compleet mogelijk te maken.
Behalve het artikel uit het Algemeen Dagblad waaraan ik de gegevens uit de vorige alinea heb ontleend, staat er op de website van Van der Zijl ook een overzicht met de vindplaatsen van alle citaten in het boek, een bibliografie en een lijst met geraadpleegde archieven.
De aanval op Fort Sumter
Het laatste hoofdstuk van Leon & Juliette heet ‘Tomorrow is another day’ en opent met een belangrijke historische gebeurtenis. Op 12 april 1861 vuurde de zuidelijke militie van South Carolina kanonschoten af op Fort Sumter, dat zich bevond op een eiland in de haven van Charleston en in handen was van noordelijke troepen. Daarmee begon de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) tussen de Noordelijke Staten (de Unie) en de Zuidelijke Staten (de Confederatie).
Lang duurde de strijd om Fort Sumter niet: na twee dagen kwamen de belegerden tot het inzicht dat verder tegenstand bieden geen zin had. Van der Zijl beschrijft dit als volgt:
Op 14 april streek de federale bevelvoerder de Union Jack ten teken van overgave. Triomferend hesen confederale soldaten hun eigen vlag, de Bonnie Blue. Dit dundoek bestond uit twee brede rode strepen en één witte, en een donkerblauw vierkant met daarin zeven sterren: één voor iedere staat die zich had aangesloten bij de opstand tegen Washington. (p. 83)
De naam Union Jack verbaasde me. Dat was toch de naam van de vlag van het Verenigd Koninkrijk? Zou die vlag bijna honderd jaar na de Amerikaanse onafhankelijksheid nog altijd in gebruik zijn bij de Noordelijke Staten? Vreemd. Was Union Jack dan misschien dezelfde naam voor een andere vlag? Ik besloot dit uit te zoeken. En zo zette ik mijn eerste schreden op het pad van de vexillologie (‘vlaggenkunde’).
Union Jack
Het huidige ontwerp van de nationale vlag van het Verenigd Koninkrijk dateert van 1801, toen Groot-Brittannië een unie vormde met Ierland. (Het bekende patroon van rood, wit en blauw bestond dus al in de tijd waarin de geschiedenis van Leon en Juliette zich afspeelde.). Om die vlag aan te duiden zijn verschillende termen in omloop. De twee meest bekende en gebruikelijke zijn Union Flag en Union Jack. Sommige beweren dat de term Union Jack alleen van toepassing is als de vlag op een oorlogsschip gevoerd wordt, maar dit wordt door anderen betwist. Wil je het naadje van de kous weten, lees dan deze uitgave van het ‘Verenigd Koninkrijkse’ Flag Institute.
Bij het tekenen van de Onafhankelijksverklaring op 4 juli 1776 was de officiële vlag van de Verenigde Staten van Amerika de Grand Union Flag (ook wel Continental Colors genoemd). Die bestond uit dertien rode en witte strepen – de oorspronkelijke koloniën – met in het kanton – de linkerbovenhoek – de toenmalige Britse vlag. Zo gaf de Amerikaanse bevolking aan dat zij de wens koesterden om hechte banden met Groot-Brittannië te behouden.
Een jaar later al – in 1777 – kreeg de Grand Union Flag een nieuw uiterlijk. De dertien strepen bleven gehandhaafd, maar de Britse vlag in het kanton werd vervangen door dertien witte sterren op een blauw vlak, één ster voor elke staat. Daarmee was de eerste versie van de Stars and Stripes een feit. Naarmate er meer staten toetraden tot de oorspronkelijke dertien Verenigde Staten, verschenen er meer sterren op de vlag. Op de dag van de beschieting van Fort Sumter in 1861 telde de vlag er 33.
Had Van der Zijl nu ongelijk toen ze in Leon & Juliette schreef dat de Union Jack werd gestreken? Dat hoeft niet het geval te zijn. Er bestond namelijk een Amerikaanse vlag die Union Jack werd genoemd. Het was een maritieme vlag die bestond uit het kanton – de linkerbovenhoek – van de Stars and Stripes: een blauw vlak met in 1861 33 witte sterren. De vlag was zichtbaar op de boegspriet van Amerikaanse (oorlogs)schepen als zij aangemeerd waren of voor anker lagen. Omdat Fort Sumter op een eiland in de haven van Charleston lag en een militaire betekenis had, zou het mogelijk zijn dat deze maritieme Union Jack aan de vlaggenstok wapperde.
Afbeeldingen van de beschieting van het fort lijken dit echter te weerspreken (zie bijvoorbeeld hier en hier). De vraag is uiteraard wel hoe accuraat deze weergaven zijn. Gingen de kunstenaars uit van hun eigen waarneming, hun verbeeldingskracht of van historische feiten? Dat laatste blijkt het geval te zijn, want de vlag van Fort Sumter ten tijde van de aanval is bewaard gebleven. Hij is na de overgave door de federale bevelvoerder Robert Anderson meegenomen naar het Noorden en werd later als propaganda gebruikt om vrijwilligers te werven. Het is de vlag die boven aan deze bijdrage prijkt.
Overigens werd de vlag, anders dan wat Van der Zijl schrijft in Leon & Juliette, niet gestreken door Anderson: de vlaggenmast van het fort werd tijdens het bombardement volgens deze bron kapotgeschoten. Daardoor bestond er enige tijd twijfel onder de aanvallers of het fort zich al had overgegeven of niet.
Bonnie blue
Na de daadwerkelijke overgave hesen de confederale soldaten hun eigen vlag op het fort. Van der Zijl noemt deze vlag de Bonnie Blue en geeft vervolgens een duidelijke omschrijving van het ontwerp:
Dit dundoek bestond uit twee brede rode strepen en één witte, en een donkerblauw vierkant met daarin zeven sterren (p. 83)
Als je echter op internet zoekt naar Bonnie Blue, dan kom je geen enkele afbeelding tegen van een vlag die voldoet aan de bovenstaande kenmerken. Wel tref je talloze voorbeelden aan van een vlag die bestaat uit een donkerblauw vlak met in het midden één vijfpuntige witte ster in het midden. Zo wordt hij ook gerepresenteerd in het lied The Bonnie Blue Flag, dat Harry Macarthy omstreeks 1880 schreef:
Hurrah! Hurrah! For Southern Rights, Hurrah! Hurrah for the Bonnie Blue Flag That Bears a Single Star.
De Bonnie Blue Flag was de onofficiële vlag van de confederatie gedurende de eerste maanden van 1861. De vlag die Van der Zijl hierboven beschreef was niet de Bonnie Blue maar een vlag die heel toepasselijk The Stars and Bars wordt genoemd.
Dit was de eerste officiële vlag van de confederatie. Lang was hij niet in gebruik: tijdens de Burgeroorlog zorgde hij voor verwarring tussen de strijdende partijen omdat het ontwerp te zeer leek op de vlag van de noordelijke staten. Vooral wanneer de vlag bij windstilte aan de vlaggenmast hing, bleek het onderscheid lastig te maken. Bovendien deed het de zuiderlingen gruwen dat de vlag zo veel leek op de Stars and Stripes van het Noorden. Ze zagen hem als een verwerpelijke imitatie van de vlag die hen te veel herinnerde aan het centrale gezag van de noordelijke federatie. Al in 1863 werd de Stars and Bars dan ook vervangen door de Stainless banner, een diagonaal blauw-wit kruis met witte sterren op een rood vlak.
Het lijkt erop dat Van der Zijl zich bij de naamgeving van de vlaggen van de strijdende partijen heeft vergist. Verwonderlijk is dat niet. Tijdens mijn korte internetspeurtocht bemerkte ik dat er op vexillologische websites tal van namen en bijnamen voor vlaggen in omloop zijn of zijn geweest. Erg vind ik het evenmin. Aan het leesplezier van het boekenweekgeschenk Leon & Juliette heeft het geen afbreuk gedaan. Maar misschien kunnen de namen van de vlaggen in de aangekondigde uitgebreide versie van dit boek wel veranderd worden.
Foto: Fort Sumter storm flag 1861, Wikimedia Commons
Peter Altena zegt
Dat van die Union Jack verbaasde mij ook – in een reactie (paar dagen geleden) op een kritische bespreking van het boekenweekgeschenk op Tzum schreef ik dat ook, geen haan die ernaar kraaide -, maar nog wel meer. Je plezier wil ik niet bederven, maar ik vond het verhaal van Annejet van der Zijl stilistisch vlak (typeringen als ‘de liefde van mijn leven’, gatsiedarrie) en ook nogal prekerig. Met plezier gelezen, daar niet van, maar het schuurde nergens, het was zo ‘middle of the road’, dat ik achteraf een katertje moest wegspoelen.