Door Siemon Reker
Het was een lang debat over het coronavirus afgelopen donderdag in de Tweede Kamer. Ik zie vooraf dat een van de drie aanwezige bewindslieden (Grapperhaus, Justitie en Veiligheid) zich naar het gestoelte van de voorzitter begeeft en een eerbiedige buiging maakt voor mevrouw Arib. Zij beantwoordt dat met een even minzame nijging van haar kant. Als alle spelers hun plaats op het toneel hebben ingenomen zonder handen te schudden kan het debat beginnen. De spreektijden zijn zes minuten, dit gaat duren.
Gelukkig is daar een kwieke minister-president die vlot (en tegelijk niet moe om iets wat hij al meermalen gezegd heeft te herhalen en te herhalen) antwoorden geeft op wat de geachte afgevaardigden in eerste termijn te berde hebben gebracht. Bewonderenswaardig kwiek: de MP is waarachtig in touw met het virus en vindt dan tussendoor nog tijd om naar Groningen te gaan waar dan ook net het eerste coronageval is geregistreerd, maar de premier komt er woensdag (zoals hij de Kamer terloops meedeelt) voor de aardgasproblematiek en de Eemshaven. Daar in Appingedam vertelde Mark Rutte dat hij kwam omdat er problemen blijven met de versterkingsoperatie van de huizen, waar het goed loopt komt hij niet. Ik vroeg me af: wat is er aan de hand met de Eemshaven?
Al snel wordt duidelijk hoe de Tweede Kamer, Hoog College van Staat, vanuit het perspectief van minister-president Rutte gestructureerd is. De VVD (Hayke Veldman) is onzichtbaar want volledig in lijn met pg Rutte. Het CDA (Pieter Heerma) is wat meer present, eerste coalitiepartner of niet: had een kwartet Kamerleden van die partij in het laatste reces niet een reeks kritische vragen gesteld juist over corona? Ook Rob Jetten (D66) is duidelijk aanwezig en hij krijgt van de premier een behandeling van de eersterang en waar nodig een excuus voor een verkeerd gevallen woord. Datzelfde geldt in feite voor Gert-Jan Segers (CU) en diens naaste buurman Kees van der Staaij (SGP), vaak stille vennoot van Rutte-III. Bij interrupties van de laatsten merken we hoe de premier niet kan wachten tot ze hun punt gemaakt hebben, hij zegt tijdens hun inbreng hoorbaar instemmend al ja en nee.
Jesse Klaver (GroenLinks) en Lodewijk Asscher (PvdA) zijn echtere woordvoerders van de oppositie en dat is aan de premier te horen: niet zelden noemt hij hen ook in dit debat simpel “Klaver” en “Asscher”. Het gebeurt in de Kamer vrijwel nooit buiten een hoofdelijke stemming dat de naam van een Lid zónder enige nadere voorbepaling genoemd wordt. Dat is wel degelijk het opmerken waard want kijk naar de behandeling die twee buitenspelers krijgen, Maarten Hijink (SP) en Geert Wilders (PVV): mij is niet eenmaal opgevallen dat ze simpel als “Hijink” of “Wilders” worden aangeduid, evenmin trouwens als bijvoorbeeld de binnenspelers Heerma, Segers of Van der Staaij. Zo legt Rutte een zichtbaar politiek patroon neer in het Kamerdebat; hij heeft al de coalitiepartners + SGP en bij PvdA en GroenLinks valt er waarschijnlijk iets te halen, weten we vanaf de thuistribune op grond van de taal van de premier. Zonder verdere aanduiding worden door hem geregeld ook de ministers Bruins en Grapperhaus simpel als “Bruins” en “Grapperhaus” betiteld: “Bruins zal er zo nader op ingaan, of nee, sorry: Grapperhaus gaat er zo nader op in.” Sorry!
Eigenlijk vrij geregeld horen we hoe Mark Rutte iemand al begint te antwoorden voor de vraag geheel is gesteld: Jesse Klaver of Maarten Hijink zeggen dan dat ze nog bezig zijn (zoals de premier zelf in zo’n geval doorpraat via “ik maak ‘m even af”), maar Eva van Esch (PvdD) en Femke van Kooten (VKA) laten het passeren en zij zwijgen – de voorzitter stemt daarmee in.
Zo hoorden en zagen we het in de plenaire zaal, maar de premier liet ons ook getuige zijn van wat er eerder in de binnenkamer van het OMT gebeurde, het Outbreak Management Team:
- De mensen die de brand aan het blussen zijn, zeggen: Mark, Ferd, Bruno, alsjeblieft, doe dit, want het sluiten is nu niet nodig en wij lopen risico’s met de bezetting van die functies.
- Toen werd er gezegd: Mark, pas nou op, dan nemen we toch een risico
- het OMT heeft gezegd: luister, het is belangrijk om nu verdergaande maatregelen te nemen
Luister, pas nou op, alsjeblieft – dat zijn amicale uitingen vergelijkbaar met het tussenwerpsel “jongens”:
- kreeg ik van de NCTV als feedback: jongens, pas op, we moeten dat even heel precies bekijken
- Jongens, dát is de afweging!
- Jongens, let nou op, we zitten nu echt zelf te micromanagen.
Het enkelvoud van dit jongens is “joh” maar dat kwam deze keer eens niet langs, in plaats daarvan wel:
- Toch nog een keer, hè.
- Dat is ook mijn advies, hè.
- oké, wij snappen het, het is veel makkelijker om de scholen wel te sluiten, maar dan doen we het niet. Wat denk je nou?
- Ja luister, uiteindelijk moeten we roeien met de riemen die we hebben.
- Sorry, zo gaat het nu eenmaal in de fase waarin we zitten.
- Sorry, dan moeten we even schorsen.
Het is allemaal taal uit de mond van minister-president Rutte in het coronadebat van 12 maart 2020 die één impressie wekt en die al in de titel van dit stuk is prijs gegeven: er is hoorbaar een familiariseringstendens gaande in de vergaderingen van de Tweede Kamer, waar jullie het bezig is te winnen van u.
De stenografen leggen het precies vast en de voorzitster vindt het goed.
Dit stuk verscheen gisteren op het blog van Siemon Reker.
Foto: Flickr-account Minister-president Rutte
Laat een reactie achter