Door Cornelis W. Schoneveld
Ik wil het graag even hebben over Leo Vroman, die in 2014 overleed en over zijn vrouw Georgina Sanders, in het volgende jaar. Maarten Muntinga, destijds uitgever van de Rainbow Essentials, was zo vriendelijk mij een exemplaar van o.a. Vroman’s Alle Malen zal ik wenen, als relatiegeschenkje te geven bij zijn publicatie van mijn Bestorm mijn hart in 2008.
Dat was een goede keus: door mijn vertaalwerk zo vertrouwd met het traditionele verschijnsel rijm, heb ik een zwak voor dichters, zoals Vroman, die nog die (extra) moeite nemen dat toe te passen (en voor andere die nog weten wat metrum is). In de NRC schreef Arjen Fortuin tweemaal over Vroman’s overlijden (24 /2/ 2014 en 1,2 /3/ 2014) In beide artikelen citeert hij Vroman’s allerlaatste gedicht, dat hij in een ordner had gevonden. (“Ordner” had zelfs de titel kunnen zijn.) Fortuin verschoof daarbij het eerst woord van de laatste regel naar het eind van de vorige, zodat het oorspronkelijke rijmwoord teruggeduwd werd en vervangen door een niet rijmend woord. Na de eerste keer verzocht ik de NRC (vergeefs) dat te corrigeren. In het tweede artikel herhaalde Fortuin de fout. Hier de juiste versie:
Hij lijkt vast minder erg —
die lief bijeengebrachte
hoop spaanders van mijn gedachten —
op mij dan op een bergWaar zal die laaiende gestalte
van mij dan uit bestaan
en waar kwam die al te
late eerste vonk vandaan.
Bij Fortuin staat “late” aan het eind van de zevende regel.
Nu over zijn vrouw: in 2018 gaf ik bij Brave New Books een bundeltje uit met gedichten over de God Pan, Engelse en Nederlandse met wederzijds steeds mijn vertaling ernaast. Gedicht no. 29 “Syrinx en het riet” door Georgine Sanders had ik op internet gevonden, zonder bronvermelding. Ik heb al haar bundels doorzocht, maar heb het niet kunnen vinden om een bronvermelding te plaatsen. Kan iemand mij nog helpen? Het begint als volgt:
De jonge bosnimf Syrinx verzorgde haar bomen
en stond stil, er bewoog iets tussen de struiken.
Een donker, tweeslachtig beest kwam te voorschijn
Een man met hoorns van boven, onderaan, bokkenpoten.
Zij wist dat het Pan was, uit de verhalen.
. . .
The maiden wood nymph Syrinx was tending her trees,
And halted, something she heard moving in the bushes.
A dark and hybrid beast now suddenly appeared,
A horny-headed man, with goat-like nether limbs
That this was Pan, she knew from many stories.
Illustratie: Robert Kruzdlo
Wouter van der LAnd zegt
‘en waar kwam die al te late
eerste vonk vandaan.’
lijkt me toch wel verdedigbaar, omdat zo het anagramduo ‘al te’ – ‘late’ zo nadruk krijgt.
‘gestalte’ rijmt niet op ‘al te late’
C.W. Schoneveld zegt
gestalte rijmt wel op al te