
Sommige boeken moet je kennelijk niet te snel lezen. Ik had Narrative Economics van de Amerikaanse Nobelprijswinnaar Robert J. Shiller al een half jaar op mijn nachtkastje liggen, ongeveer sinds het verscheen. Het leest nu heel anders dan als ik er wel meteen aan begonnen was.
Shillers centrale stelling is dat verhalen een cruciale rol spelen bij grote macroeconomische gebeurtenissen. Aard en omvang van een depressie of recessie worden voor een groot deel bepaald door de verhalen die mensen elkaar vertellen. Het eenvoudigst valt dit te illustreren aan de self-fulfilling prophecy: als mensen elkaar bij de minste of geringste fluctuatie aanpraten dat er nu een gigantische crisis dreigt, dan valt die crisis eigenlijk al niet meer af te wenden.
Shiller vergelijkt die verspreiding van verhalen vervolgens met epidemieën. Hij is geïnteresseerd in een vorm van economische wetenschap die het narratief veel serieuzer neemt, onder andere door het epidemiologische karakter van verhalen serieuzer te nemen én veel meer te erkennen dat die narratieven niet alleen maar veroorzaakt worden door economische gebeurtenissen, maar dat ze omgekeerd ook een belangrijke rol spelen bij het veroorzaken van veranderingen in de economie.
Dat dus. Een boek over economische crises en epidemieën leest nu heel anders dan in september vorig jaar.
Het maakt Shillers boek alleen maar actueler. Het lijkt mij dat zijn pleidooi terecht is: economen willen graag keiharde wetenschappers zijn en ze baseren zich daarom in hun analyses niet alleen graag op cijfers, maar ze menen zelfs dat al die verklaringen alleen in kwantificeerbare zaken te vinden zijn. Terwijl het niet gek is om te denken dat massapsychologie een belangrijke rol speelt – en verhalen de vorm zijn die massapsychologie kan krijgen.
Shillers interpretatie van het begrip narratief is overigens zo ruim dat het grotendeels lijkt samen te vallen met wat ook wel meme wordt genoemd; dat begrip noemt hij slechts één keer, als een verwant begrip, maar zonder uit te leggen wat het verschil is of waarom hij dat niet gebruikt. Meme heeft een slechte naam in sommige kringen, misschien is dat het. Maar als een van je voorbeelden het liedje Happy Birthday is – Shiller doet de interessante observatie dat dit lied de wereld heeft veroverd zonder dat er waarschijnlijk ooit één individu is geweest die heeft gedacht: dát is nu mijn lievelingslied, wat zit dat toch prachtig in elkaar – dan had die terminologische kwestie toch meer aandacht verdiend.
Maar dat is slechts een onbelangrijk punt – ik zou het erg toejuichen als Shillers idee van narratieve economische wetenschap serieus genomen werd. In de eerste plaats wetenschappelijk: het idee dat de mens een narratief wezen is, die in verhalen denkt, die verhalen onthoudt en die vooral ook verhalen deelt – waardoor het denken van de mens altijd een gedeeld denken is, gedeeld met andere mensen – is op allerlei domeinen heel vruchtbaar, en het lijkt mij een verarming van het economisch denken als die dimensie niet in beschouwing wordt genomen.
Wie als geesteswetenschapper naar de macroeconomische wetenschap kijkt, kan zich zelfs afvragen of Shiller wel ver genoeg gaat als hij het heeft over invloed van narratieven op de economie. Iedere economische activiteit is natuurlijk gebaseerd op verhalen – het geld dat ik op de bank heb staan, het geld dat mijn werkgever mij iedere maand stort, het geld dat ik via een tikkie overmaak naar mijn vrienden, wat voor realiteit hebben die buiten het verhaal dat wij elkaar daarover vertellen? Zelfs papiergeld ontleent al zijn waarde uitsluitend aan het verhaal dat wij elkaar vertellen over banken en euro’s. In die zin hebben verhalen geen invloed op de economie maar maken verhalen misschien wel de gehele economie. (Ja, als ik een koolrabi ruil voor een tros bananen, dan raken we misschien aan een materiële waarheid, al blijft ook mijn ‘bezit’ van die koolrabi en die bananen natuurlijk gebaseerd op afspraken en verhalen.)
Shiller zegt ergens dat hij wil dat de economie meer leert van de geesteswetenschappen, maar in zekere zin zou de economie misschien beter die rare quasi-natuurwetenschappelijke kleden kunnen afleggen en een daadwerkelijke geesteswetenschap kunnen worden. Zonder menselijke interpretatie is er helemaal geen sprake van een economie, en menselijke interpretatie is de core business van de geesteswetenschapper.
Dat zou natuurlijk ook gevolgen moeten hebben voor de huidige crisis. Het is opvallend hoe er vrijwel vanaf het begin allerlei verhalen de ronde deden over wat een enorme klap de economie wel moest oplopen door deze crisis – alsof dit inderdaad een natuurwet is, die je natuurwetenschappelijk kunt voorspellen. Zoals altijd dook meteen de vergelijking met de jaren dertig op, het spook van de macroeconomie, het verhaal der verhalen (ingenieurs die tramconducteur moesten worden). Tegelijkertijd blijven mensen elkaar het verhaal vertellen dat het geld wordt verdiend door ondernemingen (KLM, Booking.com) en daarom altijd kan worden weggehaald van overheidsdienaars.
Het succes van die verhalen is dat veel mensen ze niet herkennen als verhalen, maar menen dat ze op de een of andere manier een objectieve werkelijkheid weerspiegelen, als het ware buiten de mensen om. Dat lijkt me tegelijkertijd een van de plagen van de mensheid: dat men meent dat er een objectieve waarheid bestaat in de economie. Dat betekent natuurlijk niet dat het voor een eenling of zelfs een gecoördineerde groep mensen mogelijk is zomaar tegen zo’n verhaal in te gaan. Wanneer heel veel mensen in zo’n economisch verhaal geloven, is het daarmee een soort van realiteit, zij het niet een die zich meteen leent voor mathematische modellering. Maar het is wel degelijk mogelijk het verhaal te analyseren.
Het afpellen van die narratieve structuren, dat is het werk van de geesteswetenschap. Hoog tijd dat er een neerlandicus in het OMT komt!
Goh, was tussentijds huishoudkunde opgehouden een menswetenschap – want de (poging tot) beschrijving van menselijk gedrag – te zijn ? Werkelijk, ik leef hier onder een steen. De Zuid-As, is dat iets met karrewielen ?
Een goed verhaal, Marc.
Maar ook een oud verhaal. Neem het westers marxisme en het vraagstuk of de subjectieve factor op zijn beurt de economische factor beïnvloedt. Is de dialectiek interactief of slechts eenzijdig? Over de zogeheten Positivismusstreit zal ik het maar even niet hebben. 🙂
Zelf zou ik een meme op zijn ouderwetsch een idee noemen. En Dennett heeft het weliswaar ook over memen maar hij erkent ruiterlijk dat memen basale ideetjes zijn die nogal een hardnekkig bestaan hebben. Zie ook de zogeheten history of ideas. Met als grote naam Lovejoy. Great Chain of Being.
Mensen willen om de één of andere reden thans altijd maar een nieuwe keuken. Ik denk: als een keuken het doet, prima, niets aan veranderen. Ik ga verhuizen maar ben echt niet van plan om de “nieuwe” keuken echt te vernieuwen. Ik doe niet mee aan economische modes.
Afijn, inhoudelijk draag ik niets bij. Maar ik geef wel bijval. Niet om jou te plezieren, hoor. Maar omdat ik het een belangrijk onderwerp vind en met mijn bijval dat wil onderstrepen zodat je artikeltje misschien meer aandacht krijgt.
Uw boeiende artikel lezend en luisterend naar de korte uitleg van Robert Shiller ‘moest’ ik bijna vanzelf denken aan de romanschrijfster Ayan Rand die vooral met haar verhaal “Atlas Shrugged” generaties politici en economen heeft geïnspireerd. Via het begrip ‘objectivisme’ schetst ze daarin de utopie van van volmaakt geordende economie en dus maatschappij als gebaseerd op de kernwaarde van de ‘greed’, de hebzucht. Margaret Thatcher en Ronald Reagan baseerden hun beleid op Rands narratief en de door Reagan tot directeur van de Fed benoemde Alan Greenspan (hij zou die functie tot 2006 uitoefenen) was een welhaast idolaat Rand-discipel.
Ondervraagd over de oorzaken van de bankencrisis in 2008 gaf hij schoorvoetend toe, dat hij er met zijn financiële beleid faliekant naast had gezeten, daarmee indirect erkennend dat Rands objectivisme niet meer was dan, inderdaad, fictie.
In het kabinet van Boris Johnson zit een aantal toegewijde Rand-acolieten: Johnson zelf (al houdt hij zich deze dagen wat dat betreft koest), Priti Patel, de minister van binnenlandse zaken, Dominique Raab, de minister van buitenlandse zaken, Lizz Truss, de minister van buitenlandse handel, en Kwasi Kwarteng, de minister die de belangen van de werkgevers bewaakt. Ze steken trouwens niet onder stoelen of banken dat ze Rands leerlingen zijn, gelezen hun in 2012 verschenen “Brittannia Unchained”, alleen die titel al.
Van Sajid Javid, tot voor kort de minister van financiën, is bekend dat hij zich geregeld oplaadt met het lezen van pagina’s uit het oeuvre van Rand, in dit geval haar roman “The Fountainhead”.
Dat Johnson nu al de ‘lock down’ wil versoepelen om de economie weer op de rails te krijgen en daarbij mogelijk mensenlevens op het spel zet, wordt hem ook via conservatieve kamerleden uiteindelijk ingegeven door Ayan Rands narratief. ‘There is no such thing as society’, aldus Margaret Thatcher, conform de grondgedachte van de romans van Ayan Rand: er is louter het belang van het individu dat zich door zijn hebzucht laat leiden.
Inderdaad, ‘wanneer heel veel mensen in zo’n economisch verhaal geloven, is het daarmee een soort van realiteit’ (…). Misschien hoeven het er niet eens veel te zijn, zolang ze maar op sleutelstoelen zitten en vandaaraf het beleid kunnen sturen. Trouwens, heeft Shiller het in zijn boek over Rand? Dat moet haast wel, gelet op de strekking ervan.
Het voorbeeld van Ayn Rand wordt wel genoemd, maar niet uitgebreider dan u nu doet. Het is misschien ook een van de weinige voorbeelden waar een dergelijk narratief wordt gedragen door een literair (of nou ja) boek.
Interessant verhaal …
Maar zou je niet toch nog een onderscheid moeten maken tussen micro- en macro-economie? De micro-economie gaat over de verhalen van mensen die hun behoeftes bevredigen door geld te besteden aan schaarse goederen, tegenover de macro-economie die bijvoorbeeld gaat over rentestanden, investeringen, inflatie en werkeloosheid? Is de macro-economie niet minder – of helemaal niet – verbonden met verhalen, maar meer met systemen en wiskundige modellen die voortvloeien uit het menselijke handelen, maar niet los een narratief vormen en je daardoor de macro-economie als wetenschap nooit tot de geesteswetenschappen zou kunnen rekenen?
[ wel een modieus woord, narratief ]
In sommige kringen, waaronder de onze, zegt men “economie=psychologie”..