Reinhart Fuchs als het achterdoek van Van den vos Reynaerde
Door Jan de Putter
Onvermijdelijk geraakt het werk van richtinggevende onderzoekers op een gegeven moment uit de mode. Na hun pensionering of dood worden hun bevindingen eerst verouderd genoemd, daarna als achterhaald bestempeld en ten slotte vergeten. Dat is het lot van het werk van de grote Reynaertonderzoeker J.W. Muller. Zijn werk getuigt echter van zo’n grote kennis van de stof, dat het altijd de moeite loont, na te gaan wat de oude meester erover schreef.
Het proefschrift Reinaert en Renart van André Bouwman is door zijn acribie, beheersing van de literatuur en de genuanceerde afweging van alle mogelijke interpretaties een monument dat het werk van alle grote voorgangers als Lulofs, Muller en Buitenrust Hettema in de schaduw stelt. Minutieus heeft Bouwman onderzocht wat de relatie was tussen ‘onze’ Reynaert en zijn Franse bron. Hij kwam tot de conclusie dat de dichter Willem bewust heeft geprobeerd zijn Franse voorbeeld te overtreffen door conflicten aan te scherpen en listen te intensiveren. Naast alle lof was er ook kritiek en niet van de minste. De Heidelbergse literatuurhistoricus Fritz Peter Knapp schrijft in het jaarboek van The International Reynard Society dat Bouwman er ten onrechte van uitgaat dat de Vlaamse Reynaert vrijwel volledig afhankelijk is van de Franse traditie. Bouwman onderschat de invloed van de orale traditie op de Reynaert . Door nauwkeurige vergelijking van de overgeleverde bronnen is het volgens hem mogelijk om een snapshot van de orale ‘Ur-Renart’ te maken.
Die Ur-Renart zou wel eens een ‘Oer-Reynaert’ kunnen zijn. De oudste overgeleverde tekst waarin de figuren uit de Reynaert optreden is de Ysengrimus, een werk dat uit Vlaanderen afkomstig is, dat eindigt met de dood van de wolf Ysengrimus. De met elkaar verbonden verhalen zijn nauwelijks voorstelbaar als originele scheppingen, maar veeleer wijzen de vele uitweidingen en verwijzingen erop dat het hier gaat om een hervertelling van stof die al circuleerde. Ook Van den vos Reynaerde zou wel eens een hervertelling van bekend materiaal kunnen zijn, waar de dichter een nieuwe, originele oplossing geeft voor de manier waarop Reynaert ontsnapt aan de galg. Aanwijzingen voor het bestaan van zo’n verhaal zijn te vinden in de Duitse Reinhart Fuchs. Een kort werk geschreven in de Elzas, waarin een aantal verhalen dat ook voorkomt in de Roman de Renart, gecombineerd wordt, waaronder branche I, Le Jugement. Traditioneel wordt aangenomen dat Reinhart Fuchs gebaseerd is op deze Franse verhalen, maar voor het deel dat gebaseerd zou zijn op branche I lijkt dat niet op te gaan.
Al in 1933 heeft J.W. Muller gewezen op een aantal frappante overeenkomsten tussen Reinhart Fuchs en Van den vos Reynaerde en die niet voorkomen in branche I van de Roman de Renart. Muller noemt er negen, waarvan er zeker acht overtuigend zijn.
- Zowel in Reinhart Fuchs als in Van den vos Reynaerde wordt de verkrachting van de wolvin gebagatelliseerd. In beide versies beweert de das dat er sprake was van liefde tussen Reynaert en Hersint.
- In de Franse Renart is het Pinte die klaagt, terwijl in de Duitse Reinhart en de Vlaamse Reinaert het Cantecleer is.
- Zowel in de Reynaert als in de Reinhart Fuchs maant de vos Bruun om met mate te eten.
- Tijdens de begroeting van Reynaert en Tibeert, verwijst de vos in beide teksten naar Bruuns bodetocht.
- Zowel in Reinhart Fuchs als in Van den vos Reynaerde is sprake van een heldere nacht. In de Vlaamse versie is de nacht volgens Tibeert geen beletsel om de reis naar het hof uit te stellen. In de Duitse versie staat eenvoudig dat wanneer Tibert en Reinhart over de heide lopen de nacht helder is.
- Wanneer Tibeert in de strop geraakt, gebruiken beide dichters het woord ‘worgen’ en vertellen expliciet dat de kat begint te roepen.
- In beide teksten is te vinden dat de vorst tot twee keer voorgehouden wordt dat een beschuldigde tot drie maal toe gedaagd dient te worden voordat actie tegen hem wordt ondernomen.
- In de Franse versie gaat Grimbert Reynaert dagen met een brief terwijl in de Duitse en Nederlandse versie Grimbeert zonder angst naar zijn oom Reynaert gaat.
- Muller ziet een parallel tussen de opmerking van Reinhart dat hij vrees dat Brun hem zal te schande maken door te vertellen dat hij een “bose wirt’ is en de opmerking van Reynaert dat Reynaert onteerd zou zijn als Bruun geen matigheid toont. Dit is minder overtuigend.
Daarnaast deelt Reinhart Fuchs ook een aantal overeenkomsten met de Roman de Renart die niet voorkomen in de Nederlandse tekst. Zo draagt zowel in Reinhart Fuchs als in de Roman de Renart kapelaan Bruun de lijkmis op voor de dode hen. Deze voorbeelden wijzen op een gemeenschappelijke bron van de Franse, Duitse en Vlaamse Reinaertverhalen.
Vooral de voorbeelden 7 en 8 zijn buitengewoon interessant. Het dagen met een geschreven brief was een vernieuwing van de procedure in 12e eeuw, die samenhangt met het verschriftelijkingsproces. Aanvankelijk voltrok zich dat proces nog aarzelend en werd een perkamenten brief alleen in specifieke gevallen gebruikt. Zo moest volgens de Zeeuwse keur uit 1256 iemand met een brief gedaagd worden als het niet ging om een klacht van de graaf. (artikel 8). Blijkbaar beschermde de brief de bode ertegen om betrokken te worden in de vete tussen de gedaagde en de klager. De brief sprak het woord van de vorst. De invoering getuigt dus van een toenemende macht van de vorst. Ook het ontbreken van overleg met de baronnen in de Franse versie wijst op een toegenomen macht van de vorst. Het lijkt er dus op dat de rechtsgang in de Reynaert archaïscher is dan die in de Franse versie en in wezen nog uit de twaalfde eeuw stamt. Die rechtsgang raakte overigens niet in onbruik door de invoering van nieuwe procedures in de dertiende eeuw, die nieuwe procedures werden enkel toegevoegd aan het oude procesrecht, wat de basis bleef vormen van een reguliere rechtsgang.
Dichter en publiek kenden de inhoud van het verhaal al, vermoedelijk in een veel rauwere versie die dicht stond bij Reinhart Fuchs. In dit verhaal sterft de koning op een schandelijke wijze door toedoen van de vos. Het is goed voorstelbaar dat vanuit Vlaanderen de Reynaertverhalen zich verspreiden naar de Elzas – Vlaanderen werd geregeerd door graven uit het huis van de Elzas – en naar Frankrijk, waar Vlaanderen deel van uitmaakte. In Frankrijk werden deze verhalen bewerkt tot de verhalen die we nu kennen als de Roman de Renart. Tijdens dat transmissieproces werden de verhalen bewerkt tot ‘hoofse’ verhalen: verhalen die leerden hoe eervol te leven naar de moraal van het hof.
Volgens Bouwman (p. 383) overzag de dichter van Van den vos Reynaerde heel zijn Franse grondtekst. Het verhaal over Reynaert was echter niet nieuw voor hem noch voor zijn publiek.
De grote lijnen van het verhaal kenden hij en zijn publiek al! De dichter wil dit verhaal op de juiste manier vertellen in overeenstemming met de hoofse waarden. Hij is op zoek gegaan naar Franse teksten – Bouwman neemt met reden aan dat het er twee waren – waar het ware verhaal van Reynaert, zijn ‘vijte’, juist wordt verteld op een hoofse manier. Deze tekst heeft hij gebruikt om de Oer-Reynaert opnieuw te vertellen voor een Vlaams publiek. Eeuwen later schreef iemand op het schutblad van een van de overgeleverde handschriften, het Dijckse, een rijmpje waarin staat dat uit dit boek geleerd kan worden hoe je moet leven “met eren”.
Afbeelding: pagina uit Reinhart Fuchs, Wikimedia
J. Houtsma zegt
Oei, spannend hoor! Maar als deze suggesties steekhouden, hoe moeten we dan tegen de naam Reinaard aankijken? Ontstaan uit *ragin, raad en *hardu, zeggen de etymologen. Ontleend aan het Frans, zoals zoveel andere namen in het verhaal van de vos Reynaerde? Of toch in eerste aanleg een Nederlandse naam? Maar als dat het geval is, dan is hij vast gekozen om zijn satirische connotatie: de vos met zijn door en door integere karakter.
DirkJan zegt
Geïnspireerd door de opmerking van Jos Houtsma heb ik zelf even wat onderzoek gedaan en een stukje geschreven, voor hier en tegelijk voor mijn websaaitje.
Ik dacht dat ik het onlangs hier ergens op Neerlandistiek las. maar Reynaerde, van Van de vos Reyaerde betekent natuurlijk, ‘rein aard’, rein van aard, tonisch bedoeld, net als de variant Reynhart, ‘rein van hart’. Had ik me nooit eerder gerealiseerd, terwijl de Reynaerd zo’n beetje het enige middeleeuwse werk is dat ik ooit met veel plezier en interesse heb gelezen, in mijn tienertijd. :Later ben ik ook nog wat secundaire literatuur gaan lezen en ook nu wordt er nog steeds over dit geweldige dierenepos geschreven.
Nu weer even gegoogeld in verband met de naam. Het begon ooit met de middeleeuwse verzamelbundel met dierenverhalen Roman de Renart, verschenen eind 13e eeuw in het Frans. En Renart is hier de voornaam van een vos en niet de benaming voor de soort. Een vos heette toen in het oude Frans nog een ‘goupil’, afkomstig van het Latijnse vulpecula, vossen. De naam Renart werd zo populair dat het de soortnaam voor een vos werd en goupil ging vervangen.
Maar heeft de jongensnaam Renard nog een oorsprong? Het verwante Reynard in ieder geval wel en komt van Reginhard, Raginohardus, een naam die betekende, ‘iemand die sterk is in raadgeving’. (regu=raad hardu=moeilijk)
Dan blijft de vraag of de reeks Renart – Reynard – Reynaerde, er bij de laatste naam Reynaerde ook bewust de dubbele bodem ‘rein van aard’ was aangebracht? Een woordspeling van Reynhart op ‘rein van hart’ ligt denk ik in ieder geval al minder voor de hand gezien de oorsprong en gelijkenis met Raginohardus. Of was het met een paar letteraanpassingen toch juist een welbewuste en goed gekozen naamgrap! Net als Reynaerde?
Wie het weet mag het zeggen.
Toeval bestaat niet.
jandeputter zegt
Ik wil er wel op wijzen dat de Roman de Renart niet het oudste Reynaertverhaal hoeft te zijn, zoals Dirk Jan beweert. Er kunnen veel verhalen over een sluwe vos de ronde hebben gedaan, die ook steeds aangepast werden aan een veranderende maatschappij.
Wat Knapp en ik aannemelijk vinden is dat er een mondelinge traditie voorafgaat en gelijktijdig is aan de Roman de Renart, waarvan de oudste verhalen overgeleverd zijn uit de tweede helft van de twaalfde eeuw en de eerste verzamelhandschriften pas zouden dateren uit de eerste helft van de dertiende eeuw.
De verhalen lijken me aanvankelijk vooral verspreid vanuit het Germaans taalgebied. De diernamen zijn uitgebreid onderzocht door H.Menke, Die Tiernamen in Van den vos Reinaerde (Heidelberg, 1970). Een werk dat overigens niet raadpleegbaar is op het internet. De namen van de wolf Isengrim, de das Grimbeert, de kater Tibeert, de beer Bruun en Reynaert zijn namen afkomstig uit het Germaanse taalgebied. In ieder geval suggereren dat namen in de Reynaerttraditie een niet-Franse oorsprong van de Reynaertstof. De naam Reynaert voor een vos kwam voor het eerst voor in de Ysengrimus, geschreven in de omgeving van Gent. ‘Grim’ in Grimbeert en Isegrim zou masker betekenen, wat suggereert dat deze figuren deel uitmaakten van een folkloristische traditie, waarbij mensen zich verkleden als dieren (Er bestaat een miniatuur waarop een dergelijke maskerade afgebeeld is). De naam Isegrimus is zelfs al geattesteerd aan het begin van de twaalfde eeuw in het werk van de Noord-Franse abt Guibert de Nogent, Die schaarse gegevens ondersteunen dat de bron van de Reynaertverhalen in het Germaanse taalgebied lagen en dan moet toch in de eerste plaats aan Vlaanderen gedacht worden. Wel worden de verhalen rond Reynaert ook weer geïnspireerd door de Latijnse fabeltraditie. Het is dus voorstelbaar dat verhalen uit deze Latijnse traditie geënt werden op dierenfiguren uit een volkstalige traditie.
J. Houtsma zegt
Grimbeert is natuurlijk wel een heel passende naam voor een das.
En de Ysengrimus van halverwege de twaalfde eeuw is echt het product van een geleerde. Zie https://dbnl.org/tekst/_yse001ysen02_01/index.php.
Ik hoop te zijner tijd een stukje te publiceren in Tiecelijn waarin aan de hand van afbeeldingen van een gevangen vos aannemelijk wordt gemaakt dat er al ruim voor 1150 in Italië en Frankrijk verhalen over Reynaert werden verteld.
jandeputter zegt
Jef Janssens bespreekt het mozaïek in de Chiesa di San Donato op het Venetiaanse eiland Murano en de kathedraal van Modena in zijn boek “Spiegel der Middeleeuwen”, p. 72-73. In 1998 heeft hij daar een artikel over geschreven in Tiecelijn.
https://www.dbnl.org/tekst/_tie002199801_01/_tie002199801_01_0002.php
Natuurlijk is de Ysengrimus het werk van een geleerde, maar die heeft wel gebruik gemaakt van een folkloristische materiaal, zoals later ook Rabelais deed.
.
J. Houtsma zegt
Klopt. Maar er is meer. En de afbeeldingen passen niet heel soepel in de vossenverhalen die we kennen.
jandeputter zegt
“maar is er meer” Dat is de standaarduitspraak van Jef Janssens. Grappig om die uitspraak in dit verband te horen van een ander. 😉
J. Houtsma zegt
Waarschijnlijk een, hoe heet het, cryptomnesie.
DirkJan zegt
@jan en @jos
Ik beweer wel een en ander, maar heb dat allemaal uit diverse bronnen via Google gevonden. En ik stel impliciet vooral ook vragen en gaat het mij vooral, alleen maar, om de naam Reynaerd. Wanneer is die voor het eerst gebruikt in een vossenverhaal of ballade? Dierenfabels – ook over vossen – zijn natuurlijk al zo oud als Aesopos, maar wanneer kreeg de listige vos voor het eerst die naam? Was dat Renart in het Romaans of misschien Reinhard in het Duits, ca 1180? Jos heeft het nu ook over het Italiaans. Bestonden een van die namen al, of heeft iemand die speciaal voor de vos bedacht? En hoe zit het dan met de vertaalslag Renart – Reynaerd en de woordspeling ‘rein van aard’, of bij Reinhart, ‘rein van hart’? Weten jullie daar meer van? Ik vraag meer dan ik beweer.
{ Mijn achternaam is Vos en ik heb daardoor ook een welhaast kinderlijke belangstelling voor de afkomst van de naam Reynaerd en alles wat daar mee te maken heeft. Ook vandaar. 🙂 ]
J. Houtsma zegt
Bij die alleroudste vossen uit Italië en Frankrijk zijn geen namen overgeleverd: het zijn mozaïeken en reliëfs. De naam Reinaard komt voor zover ik weet voor het eerst voor in de Ysengrimus uit Gent 1148 of 49. Maar heeft de geleerde auteur die zelf bedacht? Kweenie. Is de naam van de vos een woordspeling? Ik vind het ook verleidelijk om dat te denken. Als het zo zou zijn, is de Franse naam van de vos een leenwoord. Nederlands? Duits? Wie zal het zeggen.
DirkJan zegt
Interessant. Bedankt.