
Vorige week werd de eerste bundel van Peter Prins genomineerd voor de Poëziedebuutprijs van Poëziecentrum en deAuteurs. – en verscheen ook zijn tweede bundel de Stad de Dystopie, waaruit onderstaand gedicht.
de Stad is begoocheling de kartonnen beker
die hij op de richel buiten zijn kooi zet
niet op de oever de onzichtbare sleutel
in het slot aan de deur steekt
binnen een kussentje
daar gaat hij zitten
met de rechterarm voorlangs het bovenlichaam
een halve slag draaiend zet hij de beker op de kast
naast de opengeklapte laptop
hij drukt op een toets
tegelijk staat hij op
niet van de smalle duinrand
niet het water overziend
hij stapt uit zijn kooi
gooit de beker weg
de vrouw in haar cognackleurige kokerrok rent
op halfhoge hakken en korte stappen
door rood voetgangerslicht naar de
rode bus
de aamborstige stadsbus haar haar blijft roerloos
Peter Prins (1950)
uit: de Stad de Dystopie (2020)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Leer reviseren, ook als je debuteert op je 70e. De slotregel met die aamborstige stadsbus is de enige die het redden
misschien waard is.