Vandaag het laatste gedicht uit de cyclus ‘De traagheid waarin ik verblijf’, tevens het laatste gedicht uit En de bomen, de nieuwe bundel van Patrick Conrad.
De traagheid waarin ik verblijf (10)
Al werd ik vaak gestenigd, met stenen heb ik nooit gegooid
en minder nog heb ik beelden verwoest of steden vernield.
Mijn wapens waren mijn woorden die ik voor waarheid hield
en aan vrienden en vijanden heb vergooid.
Ik weet nog dat wij dronken en dansten tot we vielen
en zowel binnen sliepen als buiten in het gras.
De tijden waren bewogen en onze liefdes breekbaar als glas.
Ik doolde door de leegte, op zoek naar de vrouw voor wie ik zou knielen.
Zij die blijven zullen verder leven in mijn dromen
waarin ook zij tijdens eindeloze dagen zullen verdwalen.
Een feest zag ze komen, geen feest zag ze gaan.
Wat mij overblijft is de broze waan
dat iets van wat was zal voortbestaan in mijn verhalen:
een goede hand, wat verzinsels, een verscheurd land … en de bomen.
Patrick Conrad (1945)
uit: En de bomen (2010)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Ronald V. zegt
Eerst dacht ik: die Patrick Conrad, die ken ik helemaal niet. Maar toen borrelde het langzaam in me op: Conrad … komt hij niet voor in dat bloemlezingbundeltje “Pijn en puin verdwenen”, dat ik jaren geleden in de ramsj kocht? En jawel, Google was me gedienstig:
https://www.goodreads.com/book/show/45726312-pijn-en-puin-verdwenen
Of Conrads gedichten in dat bundeltje om naar huis te schrijven waren, weet ik nu even niet meer. Maar blijkbaar is de naam Conrad mij toch vaag bijgebleven. Dus misschien maakte hij toen al enige indruk op me. Op Wiki lees ik dat hij een film heeft gemaakt over Permeke, een Vlaamse schilder. Een goede schilder.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Constant_Permeke
En het gedicht hierboven? Misschien net niet echt groots. Maar toch zuiver en enige grootsheid naderend. En wat Permeke betreft, iedereen hier kent hem natuurlijk ook via Paul van Ostaijen, die soms behartenswaardige dingen schreef over de beeldende kunst in zijn tijd. Zie verder het boek van Borgers over Van Ostaijen.