Dutchman Machende is, weet ik sinds vanochtend, een plaats in het district Serenje, Zambia. “Wat voor plaats is niet duidelijk”, schrijft Gaston Dorren in zijn nieuwe boek Dutchionary. Woordenboek van al wat Dutch is, “waarom hij zo heet al helemaal niet, maar zoveel is zeker: hij bestaat.”
Het citaat is typisch én atypisch voor het boek. Typisch voor de toon die Dorren in al zijn werk weet aan te slaan: neutraal en toch persoonlijk, grappig en toch zakelijk. Atypisch omdat je bij Dorren gewend bent dat hij alles altijd tot op de bodem uitzoekt. Ik weet dan ook zeker dat aan die laconieke mededeling over Dutchman Machende minstens een uur intensief zoeken is voorafgegaan.
Deviant seksueel gedrag
Het Dutchionary is een woordenboek waarin Dorren de talloze Engelse uitdrukkingen op een rijtje zette waarin het woord Dutch figureert. Daarvan blijken er vele honderden meer te zijn dan Dutch treat en Dutch courage en ze blijken zelden positief: op de pagina van Dutchman Machende vinden we to make a Dutchman (seks met de schoenen aan in Engeland, verkeerd oversteken in Amerika) en as Dutch as a masstiff (‘iemand die iets op zijn geweten heeft, maar daar een overtuigend onschuldig gezicht bij trekt’).
Dorren legt op een aanstekelijke manier de geschiedenis van het Engelse woord Dutch uit, dat heel lang geleden ook door Engelsen voor zichzelf werd gebruikt, daarna voor de Germanen van overzee, inclusief de Duitstaligen, en tot slot exclusief voor de Nederlanders, hoewel het in Amerika nog lange tijd ook voor Duitsers en Scandinaviërs gebruikt kon worden. De negatieve connotaties van de term komen vooral voort uit het feit dat de Dutchmen altijd ‘anderen’ waren; veel van de karakteristieken die aan Dutchmen worden toegeschreven worden in veel culturen met ‘anderen’ geassocieerd, zoals deviant seksueel gedrag.
Onbehouwen buitenstaander
De Dutchionary is een woordenboek om te lezen. Dorren streeft geen volledigheid na (die plaats in Zambia is echt een van de weinige zaken waarover hij weinig te melden heeft), maar gaat zich daarentegen in sommige lemma’s te buiten aan allerlei sappige details. Zo vertelt hij in het lemma over Dutch kiss (‘seksuele intimiteiten met de kleren aan’) uitgebreid over een ‘schuimbekkend’ artikel uit 1997 in het keurige wetenschappelijke tijdschrift van de Dictionary Society of North America waarin kennelijk een lange tirade staat over het ‘systematic racism in dictionaries: the case of the Dutch’, waarbij zelfs het woord etnocide valt.
Dorren heeft vervolgens uitgezocht hoe het kon dat zo’n wetenschappelijk tijdschrift zo’n hysterisch artikel plaatste, en ontdekte dat het waarschijnlijk een parodie was op de political correctness avant la lettre: de veronderstelde auteur bleek niet na te speuren. Wie er precies achter de grap zat, is nog steeds onduidelijk. (Hopelijk meldt de auteur zich naar aanleiding van Dorrens boek.)
Tegelijkertijd had die parodist misschien meer gelijk dan hij zelf vond. Ook Dorren geeft een paar keer toe dat hem gaandeweg tijdens het werk wel af en toe de nekharen overeind gingen staan bij alle negativiteit die over de Dutch: zo naar zijn wij nu toch ook weer niet. Een goed lesje voor de witte man van middelbare leeftijd, geeft hij zelf toe, om in lichte vorm eens te voelen wat anderen dagelijks op een ernstiger manier overkomt, om altijd maar om de losbollige, onbehouwen buitenstaander te worden neergezet.
DirkJan zegt
Marc schrijft over het niet kunnen vinden door Gaston waar de naam van de Zambiaanse plaats Dutchman Machende vandaan komt, “Ik weet dan ook zeker dat aan die laconieke mededeling over Dutchman Machende minstens een uur intensief zoeken is voorafgegaan.’
Dat las ik als een regelrechte uitnodiging aan alle googleliefhebbers om een poging te wagen en dus ging ik vanochtend ook aan de slag, maar ben er na een half uurtje mee gestopt zonder een antwoord te hebben gevonden. Googelen is een creatieve kunst waar je lang zoet mee kan zijn, maar je moet ook op een gegeven moment kunnen bepalen dat je iets /niet/ kan vinden en dan moet je stoppen. Soms ga ik dan een instantie of iemand mailen voor een antwoord en als ik heel ongeduldig ben, dan heb ik ook weleens de telefoon gepakt in een obsessieve drang om een antwoord te willen weten, doorgaans altijd met succes. Maar hiervoor ga ik allemaal niet zo ver, maar tot waar ben ik gekomen?
Nu kan Machende een Nederlandse achternaam zijn geweest, maar daar kan ik niets over vinden, wel de achternaam Machen, maar met een beetje fantasie kan je het ook zo uitspreken dat het op een Afrikaanse naam lijkt: Matjende (Machende). Lastig googelen, want ‘machende’ is een veel voorkomend Duits woord. Hmm., maar dat is ook de uitdaging en het plezier om te googelen.
Met wat diep graven en wat geluk en met de wetenschap dat Zambia voor 1964 Noord-Rodhesië heette (North-Rodhesia), stuitte ik in een boek op de volgende passage met een vermelding van de naam Machende:
“In the late 1880s, Mwata Kazembe X Kanyembo Ntemena fled the Yeke and their Lunda ally Kaindu Kakasu and sought refuge among the Bemba of Mwamba III Mubanga Chipoya. The latter acceeded to Kanyembo’s appeal for help and deputed his son Mwabamukupa I to lead an army bound for the Luapula valley71. Upon the successful completion of their mission, Mwabamukupa and his brothers Machende and Chikalamo settled near Kanyembo’s capital in The country given to the WaWemba by Kazembe in recognition of the services rendered him in assisting to expel Mushili.”
https://eprints.soas.ac.uk/29010/1/10673254.pd
Luapula Valley ligt in Noord-Zambia, dus in het gebied van de Dutchman Machende. Bingo? Is het naar een Afrikaanse voornaam van deze Zambiaan vernoemd (Matjende), of is de man naar de Nederlandse achternaam Machende vernoemd, wat wel gebeurde onder invloed van de christelijke kerstening en Afrikanen een Europese naam aannamen. Ik weet het niet. Dit spoor liep verder dood.
https://eprints.soas.ac.uk/29010/1/10673254.pdf
Toen heb ik nog een tweede spoor gevolgd of er Nederlanders in Zambia hebben gewoond en misschien iets te maken kunnen hebben met Machende. Niet echt, maar vond na veel loze pogingen nog wel dat ene priester Jan van Sambeek (1886-1966) in dat gebied heel actief is geweest en over de regio en het Bembavolk met de Bembataal heeft gepubliceerd, waaronder een grammatica van het Bemba(!) en wat vermoedelijk dus de taal is die in Dutchman Machende wordt gesproken. Zambia is een christelijk land met het katholicisme als grootste religie en Van Sambeek zal denk ik een min of meer bekende katholiek zijn geweest. Maar daar kan ik verder niets over vinden. Was er een andere Nederlandse zendeling of missionaris die Machende heette?
En toen liep ook dit spoor dood en ben ik gestopt. Maar wanneer is de plaats Dutchman Machende zo genoemd, ook in relatie tot Van Sambeek die vrij recent actief was, was dat lang geleden, of misschien pas na de onafhankelijkheid in 1964 en Noord-Rodhesië Zambia werd?
Vragen, vragen en wie goesting heeft (Roland de Bonth, Peter-Arno Coppen, Mient Adema? 😉 om verder te speuren, succes!
En Gaston succes met je boek!
[ NB. Zuid-Rhodesiê kennen we denk ik beter vanwege het koloniale, Engelse bewind van Ian Smith en het land in 1980 onafhankelijk werd en Zimbabwe ging heten en daarna regelmatig in het nieuws kwam door president Robert Mugabe. ].
DirkJan zegt
Ik had het vanochtend al geschreven en nu ik het teruglees, ben ik vergeten dat Dutchman Machende ook kan zijn ontstaan doordat een Nederlander, een Dutchman de Zambiaanse naam, of bijnaam Machende kreeg … Jan van Sambeek?
DirkJan zegt
… En wat ook nog heel goed mogelijk is en zelfs het meest plausibel, dat er een bekende Zambiaan was met de naam Machende, al dan niet de Machende uit het citaat dat ik aanhaalde, en die de bijnaam The Dutchman had.
M.J. Adema zegt
@DirkJan
Het kan geen toeval zijn dat je me noemt in een rijtje dat wellicht wat meer te weten kan komen van dat raadselachtige Dutchman Machende, maar vond je dat nu nodig? Hier behoren alleen wetenschappelijk verantwoorde feiten aandacht te krijgen, geen anecdotes. Maar goed, je kietelt en daar kan ik niet tegen.,
Ik heb Jan van Sambeek, het zal zomer 1964 geweest zijn, samen met Komrij in Noord-Rhodesië ontmoet in het kader van een taalkundig onderzoek naar variëteiten in de Afrikaanse taalgemeenschappen. We wisten dat hij zich met het Bemba bezighield en probeerden toen al enig zicht te krijgen op de relatie van deze uitheemse talen met wat wij hier in West-Europa gewend zijn. Van Sambeek was toen al tegen de tachtig, schat ik nu, maar hij was indertijd nog opvallend actief. Niet alleen op het kerkelijk front, ook in het onderwijs, met name voor wat betreft grammaticale kwesties, had hij een naam hoog te houden. En dat wisten de inboorlingen, kan ik je vertellen. Als je ’t mij vraagt is daar (sindsdien heet het meen ik Zambia) het woord “stalken” uitgevonden: geen dag ging voorbij of iemand wilde wel zijn visie op iets weten. Hij werd er horendol van, maar wilde toch geen nee verkopen: “m’n agenda!” riep hij steeds “m’n agenda!” En die inboorlingen met hun lekkere gutturalen maakten daar makkelijk machenda van dat later machende werd. Ze wisten ’s mans naam niet, maar wel dat het een Hollander was. En zo is die groepsgemeenschap, wat verengelst, uiteindelijk Dutchman Machende (met klemtoon op de 2e lettergreep) geworden. Naar de stichter met z’n bijnaam.
Marc Kregting zegt
In het fijne liedje ‘You’re The Top’ (1934) verklaart Cole Porter de liefde aan een jij, in een lange reeks vergelijkingen met vele hoogtepunten (van Russische steppes over een camembert naar de gage van Greta Garbo), inclusief ‘an old Dutch Master’.