Als medewerker van het Meertens Instituut mag je tussendoor soms leuke dingen doen: je bemoeien met de reeks vertalingen van De gruffalo die Lemniscaat deze maand uitbracht, bijvoorbeeld. In het bijzonder mocht ik meelezen met de Amsterdamse versie, gemaakt door Huub van der Lubbe.
Althans: mijn opdracht was te kijken of het allemaal wel ‘correct Amsterdams’ was. Daarmee was ik op zich snel klaar. Van der Lubbe is geboren in Amsterdam en dus is zijn Amsterdams correct. (Op het omslag staat trouwens ‘het Amsterdams van Huub van der Lubbe’, dus wat zou een mens dáár nog meer van moeten zeggen.)
Eigenlijk leest Van der Lubbes versie als een verbeterde, net wat vlottere Nederlandse vertaling dan de officiële. Die laatste begint aldus:
In het donkere bos was een muisje op pad.
Vos zag hem en dacht: Lekker hapje is dat!
‘Jij hebt zeker wel honger, kleine muis?
Wil jij soms wat eten bij mij thuis?’‘Beste vos, normaal zou ik zeggen: graag,
maar ik eet bij de gruffalo vandaag.’
In de versie van Van der Lubbe wordt dat:
Diep in het bos was een muissie op stap.
Kijk nou, dacht een vos. Da’s een lekkere hap!
‘Hé muissie, kom leuk met me mee naar m’n hol,
voor een hap en een snap en een grap en een grol.’‘Een moordgoser ben je, vos, dat sowieso.
Maar ik ga al uit kane met een gruffalo.’
In dit fragment ben ik verantwoordelijk voor één letter, en de afwezigheid van een ander. Ik had voorgesteld om de z consequent te vervangen door een s (goser) en de slot-n van de onbepaalde wijs weg te laten (kane).
Over beide valt wel wat te zeggen, want ik denk dat Amsderdammers best af en toe moordgozer en kanen zeggen, maar je wilt toch een beetje visueel maken dat we hier niet te maken hebben met alleen maar een verbeterde Nederlandse vertaling.
Wat ik wel heb voorgesteld, maar eigenlijk tegelijkertijd met het advies om het niet te doen: dat je vos ook nog zou kunnen schrijven als fos. Want zoals Amsterdammers een z vervangen door een stemloze s, zo vervangen ze ook een v door een stemloze f.
Het is dezelfde verandering: waarin zijn sijn en goser dan veel acceptabeler dan fos? Ik denk dat het met woordbeeld te maken heeft. We zijn in het Nederlands wel gewend aan een z-klank die je met de letter s schrijft (rosé, blasé), maar niet aan v‘s die je als f leest.
Wouter van der Land zegt
Leuke productie! De onbewuste keuze voor de v lijkt me niet (allen/vooral) door het woordbeeld te komen. Ik denk dat Amsterdammers gemakkelijker horen dat ze de z als s uitspreken en dat daarom eerder in de spelling terug willen zien. Het is moeilijker om te horen of je een f of v uitspreekt. Maar neem het ‘Woardeboek fan ut Leeuwarders’ (Nederlands dialect), daar ontbreekt de hele letter v en vind je de vos als ‘fos’.
Misschien speelt ook mee dat Amsterdammers een al te afwijkende speling als ‘boers’ zien. En dat de f in het Nederlands een zeldzame letter is en dus extra opvalt.
Eerder verscheen overigens: ‘De Wollef en de seve geitjes: een plat Amsterdams sprookje’. Staat dat niet op het Meertens?
Marc van Oostendorp zegt
Ja, dat staat op het Meertens Instituut (denk ik, ben er alweer ruim een maand niet geweest). Populair zijn ook vertalingen van Nijntje, allemaal met hetzelfde doel: (groot)ouders kunnen hun (klein)kinderen eruit voorlezen.
Wouter Steenbeek zegt
Ik zou nooit ofte nimmer zo inconsequent zijn geweest om wel de stemloze [s] maar niet de stemloze [f] uit te schrijven. Overigens vraag ik mij af of de /s/ in inlaut, bijvoorbeeld in gozer, niet gewoon ook in het Amsterdams als [z] klinkt. Dat is in het Fries bijvoorbeeld wél zo.
Ook had er wel wat meer mogen gebeuren met de ei/ij, die de Amsterdammers als [a:] of soms [ai] uitspreken. Maar ik geef toe dat zoiets snel overdreven wordt. Ik herinner me de Amsterdamse versie van Nijntje (staat bij mij in de kast), die zo overdreven gespeld is dat Haagse Harrie er een wonder van leesbaarheid bij is.
Olivier van Renswoude zegt
Waarom niet f- aan het begin van woorden en -v- erbinnen (mits voor klinker)? Zo ook met s- en -z-. Spellingen als fuiven en suizen zijn immers ook algemeen aanvaard.