
De ooit zeer beroemde Hendrik Tollens vertaalde veel gedichten van de ooit zeer beroemde Matthias Claudius.
Voor mijn hond
Alard is dood. Een traan ontsprong mijne oogen,
Toen hij de zijne sloot;
Ik schaam mij ’t niet: ik ben bewogen:
Alard is dood.
Hij hing me aan ’t lijf; hij kleefde me aan de kleeren,
Hij kwispelde aan mijn zij’;
Nog stervend sloeg hij menig keeren
Het brekend oog op mij.
Hoe dikwijls lag hij naast mij op de zoden
Aan gindschen eik, als ik, de stad
In ’t vreedzaam avonduur ontvloden,
Te peinzen en te mijmren zat!
’k Wil aan dien eik voor hem een grafterp stichten:
Hij heeft die eer verdiend.
Beschijnt hem minzaam, hemellichten!
Hij was mijn trouwste vriend.
•••
Op den dood van een aap
(naar de eveneens zeer beroemde Lessing)
Hij is dan dood, de kleine Baviaan,
Die alles ons heeft nagedaan!
Wat hij ons nu heeft voorgedaan,
Doen wij ook hem eens na, den kleinen Baviaan.
Hendrik Tollens (1780-1856)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter