Voornamendrift 65
Door Gerrit Bloothooft en David Onland
Drenthe is een Nedersaksisch gebied dat vanouds bestond uit verspreide bewoningskernen op zand te midden van uitgestrekte woeste gronden met bossen en moerassen. De grootschalige ontginningen, met name van het hoogveen vanaf de 17de eeuw en later van het laagveen, leidden tot omvangrijke bevolkingsimport vanuit de omliggende gebieden. Een kleine bevolking met relatief veel import is niet gunstig voor de aanwezigheid van regionale voornamen die van generatie op generatie worden doorgegeven. De vanouds al beperkte verscheidenheid in het Drentse voornamenbestand wordt door die import overschaduwd en bij onze analyse nemen we dan ook vrijwel uitsluitend (19de en 20ste eeuwse) streekeigen uitgangen van algemeen verspreide christelijke en Germaanse namen waar. We vinden er opmerkelijke mannennamen zoals Grietinus, Marchienus en Jantienus, afgeleid van de vrouwennamen Grietien, Marchien en Jantien door het Latijnse mannelijke achtervoegsel -us. Dat zie je zelden, meestal wordt de vrouwennaam door verkleining uit een mannennaam gevormd. Bovendien zijn vrouwennamen die op -tien, -tiene of -tiena eindigen typisch Drents.
We onderscheiden in Drenthe slechts 8 streekeigen mannennamen (met 1.600 naamdragers) en 16 vrouwennamen (met 1.900 naamdragers). Er is maar één streekeigen naam die meer landelijk verspreid is: de in de 19e eeuw rond De Wolden voorkomende mannennaam Tieme, waarvoor het centrum nu in Amsterdam ligt.
Vrouwennamen op -tien, -tiena of -tiene
In figuur 1a staat de verspreidingskaart van alle voornamen van vrouwen met -tien, -tiena of -tiene waarin we de Drentse provinciegrenzen goed kunnen onderscheiden. Jantien levert er een belangrijke bijdrage aan, en is gevormd uit Jan met verkleinvorm -tjen, die als -tien werd uitgesproken en geschreven. Als de kernnaam al op een t eindigde hoeft er alleen nog -jen achter, zoals Griet-jen, Albert-jen en dat werd naar de uitspraak Grietien of Albertien. Onder de in totaal 7.506 naamdragers zijn er overigens ook met namen zoals Leontien en Christien waarbij de uitgang een Franse oorsprong heeft, maar die verstoren het beeld in het noorden van het land niet. De populariteit van deze namen in Drenthe vanaf 1790 staat in figuur 1b. Ze gaat zeker verder terug in de tijd.
Vrouwennamen op -gien(a/e) of -chien(a/e)
Lammechien, oudere zus van Bartje in het gelijknamige boek van Anne de Vries associeert sterk met Drenthe en de Veenkoloniën in Groningen. Dat komt vooral door de uitgang -chien of -gien. Figuur 2a laat zien dat deze uitgang (al dan niet nog gevolgd door -a of -e) inderdaad die streken goed markeert. Ook hier is weer sprake van een verkleinvorm met -egjen die als –egien werd uitgesproken. Een ‘moderne’ verkorting daarvan is dan weer Lammy. Als de eind -n niet werd uitgesproken dan bleef de -je vorm overeind zoals in Annichje, Femmigje, Harmtje, Hilligje, Vrouwgje. De populariteit van de uitgang -chien of -gien in Drenthe tussen 1790 en 2017 staat in figuur 2b. Ondanks de grote spreiding in de percentages voor 1840 was deze uitgang vast ook in de 18e eeuw populair.
Mannennamen op -i(e)nus
Net zoals de vrouwennamen op -tien, -tiene of -tiena, markeren de Drentse mannennamen op -i(e)nus de provincie. Het zijn Grietinus, Jantienus, Jantinus, Jentienus, Jentinus, Marchienus, Zwaantinus. De onderliggende vrouwelijke vormen Griet <Margaretha, Jantien, Marchien < Margaretha of Maria, Zwaan zijn opmerkelijk. Op Marchinus na eindigen de namen allemaal op -ti(e)nus, en mogelijk is Tinus de roepnaam. Dat is ook een gebruikelijke verkorting voor Martinus of Augustinus, welke met Marinus landelijk de meest voorkomende mannennamen op -inus zijn. Vergelijk ook Tunnis voor Antonius.
Meestal hebben streekgebonden voornamen een lange voorgeschiedenis, maar dat lijkt niet het geval te zijn voor de Drentse mannennamen op -i(e)nus. Hun populariteit (figuur 3b) heeft de vorm van die voor een modenaam en kwam in de loop van de 19e eeuw schoorvoetend op gang. De uitgang -us is een latinisering en de naamdrager derhalve meestal katholiek. In het midden van de 19e eeuw waren er niet veel katholieken in Drenthe maar na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 groeide hun aantal, en dat kan de toename in populariteit wellicht verklaren.
Verspreidingskaarten per regio
Hieronder geven we de (huidige) verspreidingskaarten van streekgebonden voornamen in Drenthe. We verdelen de provincie in het gebied van noord- tot zuidoost-Drenthe rond de Hondsrug, en het gebied dat Midden- en Zuidwest-Drenthe beslaat. De verspreiding is procentueel per gemeente (in kleurgradaties, zie figuur 1a) en gebaseerd op het aantal huidige naamdragers. Per regio geven we ook de voornamen met een wat grotere regionale verspreiding. Daarvoor is de helft van de naamdragers tussen 30 en 50 km van de centrumgemeente geboren. Dat gaat voor de hele provincie om 8 mannennamen met 3.800 naamdragers en 15 vrouwennamen met 13.000 naamdragers.
Als we alle voornamen verzamelen die in de 19e eeuw (1790-1900) regionaal waren in Drenthe en tegenwoordig meer dan 30 naamdragers hebben (ongeacht de geboorteplaats), dan komen we op 17 mannennamen met 6.300 naamdragers en 33 vrouwennamen met 20.000 naamdragers. Dat zijn samen 26.300 naamdragers. Ter vergelijking: de provincie Drenthe heeft nu 490.000 inwoners, waarvan dus maar een fractie een regionale voornaam heeft.
Van Noord- tot Zuidoost-Drenthe
Regionale VROUWENNAMEN met een 19e-eeuwse basis rond zeven centrumgemeenten van Noord- tot Zuidoost-Drenthe, percentage geboorten per gemeente (totaal 804 naamdragers). Aa en Hunze: Harmtien, Harmtje, Jeichein, Luchiena, Assen: geen, Borger-Odoorn: Grietina, Coevorden: Zwaantien, Emmen: Trientien, Noordenveld: geen, Tynaarlo: geen. Grotere regionale verspreiding rond deze gemeenten hebben: Egbertien, Henderkien, Lammechien, Luchina, Marchien, Roelfien, Roelfje, Willemtien.
De scherpe scheiding met de provincie Groningen komt vooral door de namen met -tien of -tina zoals we boven ook al zagen. De namen met -chien die ook naar de Groningse veenkoloniën spreiden zijn getalsmatig wat minder vertegenwoordigd.
Regionale MANENNAMEN met een 19e-eeuwse basis rond zeven centrumgemeenten van Noord- tot Zuidoost-Drenthe, percentage geboorten per gemeente (totaal 1230 naamdragers). Aa en Hunze: Marchienus, Assen: geen, Borger-Odoorn: geen, Coevorden: geen, Emmen: Jantienus, Jantinus, Noordenveld: Eite, Tunnis, Tynaarlo: Grietinus. Grotere regionale verspreiding rond deze gemeenten hebben: Egge, Gezinus, Jans, Thie, Zwaantinus.
De opmerkelijke mannennamen op -tinus noemden we al. Mogelijk dat die ook verkort werden tot Tinus, wat een gebruikelijke verkorting is voor bijvoorbeeld Martinus. Net zoals Tunnis voor Antonius. Thie is een mannennaam die afgeleid is uit het Germaanse -diet (volk). Eite is in Roden (Noordenveld) een voornaam die al uit de Middeleeuwen stamt.
Midden- en Zuidwest-Drenthe
Regionale VROUWENNAMEN met een 19e-eeuwse basis rond vijf centrumgemeenten in Midden- en Zuidwest-Drenthe, percentage geboorten per gemeente (totaal 963 naamdragers). De Wolden: Roeloffien, Woltertje, Hoogeveen: Lammina, Meppel: geen, Midden-Drenthe: Annichje, Femmichje, Hillichje, Luchien, Marchje, Westerveld: Vrouwgje. Grotere regionale verspreiding rond deze gemeenten hebben: Antien, Femmechien, Jentien, Jentina, Margje, Roelofje, Roelofjen.
Voornamen die met Roel beginnen zijn zekere noordelijk maar eigenlijk wel typisch Drents te noemen. Namen zoals Jentien en Jentina (en mannelijk Jentinus) spreiden zich met Jentje ook in de kop van Overijssel, terwijl vrouwennamen met Janti(e)n beginnen meer in de zuidoost hoek van Drenthe te vinden zijn.
Regionale MANNENNAMEN met een 19e-eeuwse basis rond vijf centrumgemeenten in Midden- en Zuidwest-Drenthe, percentage geboorten per gemeente (totaal 272 naamdragers). De Wolden: geen, Hoogeveen: Fake, Meppel: Jentinus, Midden-Drenthe: geen, Westerveld: geen. Grotere regionale verspreiding rond deze gemeenten hebben: Frens, Hilbert, Meeuwes.
Er zijn hier maar weinig typische mannennamen, waarbij Frens (van Fransiscus) opvalt omdat die naam in Limburg als roepnaam voorkomt, maar daar niet veel officieel wordt gegeven. Fake kan ontstaan zijn uit de uitspraak door kinderen van Falk(e/o). Deze Friese naam is al vroeg in Hoogeveen gevestigd en is daar door vele nazaten streekeigen geworden.
- Alle kaarten in deze bijdrage kunnen gereproduceerd worden in de voornamenbank via de optie ‘geavanceerd’ zoeken. In het zoekveld moeten dan de gezochte namen als een reguliere expressie worden ingevuld. Bijvoorbeeld alle namen die op -gien of -chien en een optionele eindletter eindigen worden beschreven met het patroon .(ch|g)ien.?$ wat g of ch vereist vooraf gegaan door een letter, gevolgd door ien en een optionele willekeurige letter . (in dit geval vrijwel altijd a of e), met $ als einde naam. Daar voldoen 816 vrouwennamen aan, waarvoor de gezamenlijke populariteit en verspreiding wordt gegeven. Het levert deze kaart.
- We noemen een voornaam streekgebonden wanneer er nu nog minstens 30 naamdragers zijn waarvan de helft binnen een straal van 30 km is geboren. Als centrum kiezen we de gemeente (indeling 2007) waar in de 19e eeuw de meeste naamdragers geboren werden (afgeleid uit huwelijksakten na 1811).
- De populariteitsgrafieken zijn berekend ten opzichte van het totaal aantal geboorten in Drenthe (en niet dat van heel Nederland, zoals in de voornamenbank gebeurt) omdat de ontwikkeling in het aantal geboorten in Drenthe voor 1830 sterk afwijkt van die in heel Nederland.
- Met dank aan Redmer Algra voor zijn suggesties ten aanzien van de naamkundige ontwikkeling in Drenthe.
Erik Bouwknegt zegt
Het laagveen is juist eerder ontgonnen dan het hoogveen, al in de Middeleeuwen (in het zuidwesten Nijeveen en Kolderveen en daar later van afgescheiden ook Meppel als uitlopers van het Noordwest-Overijsselse laagveengebied, in het noorden o.a. Paterswolde). Ik denk dat hier de grote veldontginningen bedoeld zijn van begin 20e eeuw, maar dan gaat het om vooral heideontginningen. De meeste grotere bosgenieden zijn trouwens ook niet oud, veel ervan zijn onderdeel van die heideontginningen en in de jaren 30 vaak ook meteen werkgelegenheidsprojekten.