• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Losgeraakte stukjes koraal – over een koraalrif van Reynaertinterpretaties

25 november 2020 door Redactie Neerlandistiek 3 Reacties

Litho van B. Wierink in Stijn Streuvels, Reinaert de Vos (Amsterdam, 1910)

Door Jan de Putter

Op mijn boekenkast staat een overgeërfd stukje koraal. Door een artikel van Frits van Oostrom in de laatste aflevering van Tiecelijn, begrijp ik nu dat dit stukje koraal symbool staat voor een grote afdeling Reynaertliteratuur in die boekenkast. Het wonderbaarlijke koraalrif is gevormd door alle onderzoekers die hun ‘steentje’ bijdroegen aan het onderzoek. ‘Aan de Reynaert is inmiddels een koraalrif vastgegroeid van interpretaties’ (p. 17). Van Oostrom vindt dit grillige rif zeer intrigerend.

De vergelijking met een koraalrif is treffend gevonden. Van tijd tot tijd proberen onderzoekers er een stukje af te breken. Hellinga verwoestte het door Muller opgetrokken bouwwerk waarin de Reynaert gepresenteerd werd als het werk van twee of zelfs meerdere auteurs. Van Oostrom zelf verzette zich tegen het vastgeroeste idee dat de Reynaert bestemd was voor de burgerij en zelf heb ik geprobeerd het slot op een andere manier te lezen. Het doet me dan ook deugd dat Van Oostrom aankondigt aandacht te zullen besteden aan het ‘– voor [hem] nog altijd problematische – slotvers over de vrede die de dieren sluiten rondom Firapeel’ (p.12). “Ende maecten pays van allen dinghen” (3469). Ard Posthuma zet in zijn prachtige berijmde vertaling achter dit vers een vraagteken, waarmee hij een zelfde soort twijfel uitdrukt als Van Oostrom. “En alles was weer pays en vree?” Is er wel vrede in de dierenwereld? Zo geformuleerd is het laatste vers inderdaad problematisch. Ten onrechte denk ik, want het begrip ‘pays’ betekende in de middeleeuwen meestal iets anders dan wat wij er nu onder verstaan. De ‘pays’ was het verrassende antwoord van Firapeel op Reynaerts list om het vege lijf te redden. Zoals in veel Franse Reynaertverhalen wordt ook in dit verhaal aan het einde de bedrieger bedrogen.

Vete

Reynaert had de machtige baronnen Bruun en Isegrim ervan vals beschuldigd deelgenomen te hebben aan een samenzwering tegen de koning Nobel. De ‘boetvaardige’ Reynaert zette de koning aan de machtige baronnen te stropen om van hun vel schoenen en een pelgrimstas voor hem te maken. Zo verloor de koning zijn ‘vrienden’, de betekenis komt hier dicht bij ‘bondgenoten’. Toen Reynaerts bedrog aan het licht kwam, besefte koning Nobel dat zijn gedrag de troon zou doen wankelen. Koning Nobels dreigde zijn eer en leven te verliezen in de vete die Bruun en Isegrim met hun familie tegen hem zouden voeren, waarbij de andere dieren die Reynaert geloofden onvermijdelijk betrokken zouden worden. De chaos die dan in het rijk zou ontstaan, gaf aan Reynaert de gelegenheid te ontsnappen aan de wraak van de koning. De dichter kondigde met de nodige nadruk dit al eerder in het verhaal aan:

Ende hi [=Reynaert], buten haerre sculde,
Brune ende Ysingrijn beede
Up hief in groter onghereede
Ende in veeten ende in ongheval
Jeghen den coninc bringhen sal. (2168-2172)

Dat nachtmerriescenario stond dichter bij de middeleeuwse werkelijkheid dan we ons nu realiseren, denk bijvoorbeeld maar eens aan de vete die Gijsbrecht van Amstel en zijn ‘vrienden’ voerden tegen de Hollandse graaf Floris V en die de graaf in 1296 het leven kostte. In de dertiende eeuw beschikte de vorst beslist nog niet over het geweldsmonopolie.

De bemiddelaaar

Firapeel wierp zich op als bemiddelaar en verzoende de koning met de mishandelde baronnen. Dat was geen vrede die in de moderne abstracte betekenis van het woord voor alle dieren van kracht was, de verzoening regelde alleen de concrete verhouding tussen de koning en twee van zijn baronnen. Het onderwerp van de laatste zin ‘si’ verwijst alleen naar Bruun en Isegrim die naar de koning gaan. Meer in die woorden lezen, maakt de weg vrij voor overinterpretatie.

Als zoen stelde Firapeel voor om de huid van Belijn als vergoeding aan Bruun en Isegrim aan te bieden voor de verwondingen die ze door toedoen van de koning hadden opgelopen. Dat kon omdat Belijn zich een onwaardige priester had getoond door het sacrament toe te dienen aan de geëxcommuniceerde Reynaert. Van een priester werd verwacht dat hij het sacrament met zijn eigen leven verdedigde (link, p. 296). Moderne onderzoekers hebben de uitlevering van Belijn door koning Nobel geïnterpreteerd als het wijken van recht voor macht, maar dat lijkt mij – en– te veel vanuit moderne opvattingen gedacht. Ook Jef Janssens onderschrijft dat middeleeuwse rechtsopvattingen haaks stonden op de huidige en het recht op wraak erkenden. De wraak op de onwaardige priester was terecht. Er is dus reden om te geloven dat de Firapeel de eer van koning Nobel redde.

Middeleeuwse conflictbeheersing

Conflictbeheersing verliep in de Middeleeuwen door het vrijwel ontbreken van vorstelijk geweldsmonopolie echter anders dan tegenwoordig. Het ontbrak de overheid aan machtsmiddelen om misdaden van de adel te bestraffen. Het enige wat binnen het machtsbereik van de vorst lag was jaarlijks voorafgaand aan de hofdag een ‘vrede’ af te kondigen, een tijdelijk verbod op vetevoering dat in het Frans trêve en het Latijn ‘treuga’ genoemd werd, waarna hij op de hofdag poogde vetevoerende partijen met elkaar te verzoenen, ‘pays’ te maken. Deze bemiddeling was onmogelijk wanneer de vorst zelf verwikkeld was in een vete met machtige edellieden. In het midden van de dertiende eeuw is deze gang van zaken goed gedocumenteerd door de Keuren van Zeeland, een gebied dat overigens Vlaams recht volgde en in de dertiende eeuw dreigde te vervallen tot anarchie door conflicten tussen de Hollandse vorst en de machtige Zeeuwse adel. Dezelfde gang van zaken zien we in de twaalfde en dertiende eeuw in heel Europa.

In Féodalités 888-1180, het door Florian Mazel geschreven briljante tweede deel in de recente Histoire de France, staat hij uitgebreid stil bij de Roman de Renart . Hij bespreekt deze verhalencyclus als het voorbeeld van een tekstcomplex die middeleeuwse conflictbeheersing thematiseert. (p. 675-678). Net als in het Franse voorbeeld had koning Nobel ook in de Reynaert voorafgaand aan de hofdag een ‘vrede’ geboden en werd er door de koning en de andere dieren een weg gezocht om de vos zich te laten verzoenen met zijn slachtoffers. Dat het bij de door Nobel afgekondigde ‘vrede’ gaat om een verbod op wapengeweld blijkt uit de Latijnse vertaling van het gedicht uit de dertiende eeuw. In de Reynardus Vulpes is ‘vrede’ consequent vertaald met ‘treuga’ (link, noot 40). De juridische verwikkelingen in het Vlaamse gedicht zijn nog gecompliceerder dan in het Franse voorbeeld. De koning raakte ook zelf betrokken bij de vete tussen Reynaert en Nobels baronnen Bruun en Isegrim door geloof te hechten aan het leugenverhaal over een samenzwering. Door de bemiddeling van Firapeel werd de vriendschap tussen de koning en zijn baronnen hersteld.

Het karakter van de dieren

Een positief einde sluit ook aan bij de middeleeuwse opvattingen over hoe het karakter van dieren zich verhield tot dat van mensen. In de proloog van de Esopet is te lezen dat mensen net als (wilde) dieren de mensen ‘fel’ op elkaar zijn, omdat ze elkaar voortdurend bedriegen. In één mens schuilt echter meer boosheid dan in honderd dieren. De betekenis van ‘fel’ is niet boosaardig, maar duidt veeleer op wraakzuchtig, onbarmhartig, onhoofs gedrag, zoals we onder meer kunnen afleiden uit Maerlants beschrijving van de vogel kym. Aan die vogel moeten edellieden een voorbeeld nemen. Ook uit het slot van de Reynaert blijkt dat dieren op de keper beschouwd vaak minder ‘fel’ dan mensen zijn.

Conclusie

Het slotvers van de Reynaert past dus perfect in de twaalfde- en dertiende-eeuwse context van conflictbeheersing. De Reynaert liet het middeleeuwse publiek niet in verwarring achter, zoals neerlandici graag willen geloven, integendeel. Het slot is ondubbelzinnig positief: de relatie tussen de vorst en zijn baronnen is hersteld. Het slotvers van de Reynaert is dus beslist niet problematisch, maar wel als de 3468 verzen daarvoor onvoldoende vergeleken worden met historische bronnen.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: Reynaert

Lees Interacties

Reacties

  1. J. Houtsma zegt

    25 november 2020 om 11:19

    “Perfect in de twaalfde- en dertiende-eeuwse context van conflictbeheersing”: ja, daar volg ik je graag in, Jan. Maar de vredesvoorwaarden waren radicaler dan uit je stuk blijkt. De ram, maar ook zijn familie worden ten eeuwigen dage aan de verongelijkten ten prooi gegeven:

    Hi wille hu gheven [zegt Firapeel] Belin den ram
    Ende alle sheere Belins maghe
    Van nu toten domsdaghe.
    Eist int velt, eist int wout,
    Hebse alle in hu ghewout
    Ende ghise ghewilleghelike verbit.

    En ook het geslacht van de vossen is er nog niet klaar mee:

    Die coninc ontbiet hu voer al dit,
    Dat ghi sonder eeneghe mesdaet
    Reynaerde moghet toren ende quaet
    Doen ende alle zine maghen,
    Waer so ghise moghet belaghen.

    De vrede wordt getekend conform deze voorwaarden.

    Beantwoorden
    • jandeputter zegt

      25 november 2020 om 17:50

      Dank voor deze reactie. Vanzelfsprekend heb ik aandacht besteed aan deze verzen in mijn artikel ‘Vrede en Pays”. Ook de vete tussen de moordenaars van Floris V met hun medestanders en de nieuwe graaf was een vete die niet verzoend kon worden en eeuwig duurde.

      Beantwoorden
      • jandeputter zegt

        25 november 2020 om 18:47

        Ik citeer hier wat ik schrijf op p. 93-93 van ‘Vrede en Pays”:

        Dat de wraak op Reynaert en Belijn zich uitstrekt tot hun familie, is nauwelijks opmerkelijk te noemen. Bruun en Isegrim verkrijgen het recht om vete te voeren, wat in de Middeleeuwen geen zaak van enkelingen was, maar van families.32 Zo verbonden Jan van Avesnes, de graaf van Henegouwen, en Jan, graaf van Holland, zich in 1299 met de voornaamste steden van Holland en Zeeland; ze beloofden zich nooit te zullen verzoenen met de moordenaars van graaf Floris V ende hare nacomelinghe die van haren lechame comen zijn jof comen zullen manhoefde ende haer oere ten zevenden lede toe. De betreffende oorkonde vervolgt met:

        Ende dat wi nemmermeer vrienscep met hem en sullen winnen, noch houden, noch hebben, ( … ). Ende dat wize zullen scaden an live ende an goede, waer dat wize scaden moghen, in wat steden jof in wat maniren dat es.
        Deze woorden verschillen niet eens zoveel van de woorden waarmee Belijn en Reynaert en hun familie worden overgeleverd aan de wraak van Isegrim en Bruun. Zij mogen de ram en zijn familie doodbijten waar ze maar willen en Reynaert schade en leed berokkenen waar ze maar kunnen (3440-3451).

        Beantwoorden

Laat een reactie achter bij jandeputterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

2 januari 2026: Vlekflits

2 januari 2026: Vlekflits

5 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d