Voornamendrift 69
Door Gerrit Bloothooft en David Onland
De regionale voornamen in Zuid-Holland concentreren zich vooral tussen en rond de grote rivieren (Alblasserwaard en Vijfheerenland) en de Zuid-Hollandse eilanden, met Rotterdam als opvallend middelpunt. In het hele gebied vinden we bij zowel mannen als vrouwen varianten van Adriaan, en natuurlijk Leendert (Huijzer = Lee Towers).
Opmerkelijk is dat er in het Zuid-Hollandse groene hart juist geen regionale namen worden gevonden, net zomin als in het westen van Utrecht en Kennemerland in Noord-Holland. En ook in de Zuid-Hollandse kuststreek zijn de regionale namen dun gezaaid, met Amerik in Katwijk en Dammes in Leiden (ook rond Rotterdam, met Dammis, naar oude populariteit van Sint Damasus in Zuid-Holland). Dat Kniertje (Op hoop van zegen) in Den Haag/Scheveningen gevonden wordt zal niet verbazen (ook in andere kustplaatsen overigens, met name Egmond aan Zee, Katwijk en Velsen). De ongewone spelling Leenderd is typisch Haags, waar die naam rond Rotterdam en in Zeeland als Leendert wordt geschreven.
We vinden in Zuid-Holland 22 streekeigen mannennamen (met 54.750 naamdragers) en 50 vrouwennamen (met 25.700 naamdragers). De meeste regionale voornamen vinden we naar frequentie van naamdragers in Rotterdam omdat het een grote plaats is. Maar als we de verspreiding van die namen procentueel per gemeente bekijken dan valt Rotterdam wat weg, en blijven er drie regio’s over: 1. De Alblasserwaard en Vijfheerenland tussen Lek en Waal, 2. de Zuid-Hollandse eilanden Voorne-Putten, De Hoeksche Waard en IJsselmonde, en 3. Goeree-Overflakkee. Regionale voornamen blijken dan ofwel in de hele rivierendelta (behalve Goeree-Overflakkee) relatief het sterkst aanwezig te zijn, ofwel in de Alblasserwaard en Vijfheerenland, ofwel op de Zuid-Hollandse eilanden.
Verspreidingskaarten per regio
Hieronder geven we de (huidige) verspreidingskaarten van streekgebonden voornamen in Zuid-Holland naar de bovenstaande indeling. In een regio geven we per gemeente de voornamen waarvoor de gemeente in de 19e eeuw het centrum was. De verspreiding is procentueel per gemeente en gebaseerd op het aantal huidige naamdragers. Per regio geven we ook de voornamen met een wat grotere regionale verspreiding. Daarvoor is de helft van de naamdragers tussen 30 en 50 km van de centrumgemeente geboren. Dat gaat om nog 6 mannennamen met 18.000 naamdragers en 7 vrouwennamen met 11.000 naamdragers.
Als we alle voornamen verzamelen die in de 19e eeuw (1790-1900) regionaal waren in Zuid-Holland en tegenwoordig meer dan 30 naamdragers hebben (ongeacht de geboorteplaats), dan komen we op 33 mannennamen met 106.500 naamdragers en 60 vrouwennamen met 40.000 naamdragers. Dat zijn samen 146.500 naamdragers, terwijl Zuid-Holland 3,7 miljoen inwoners heeft.
Landelijk verspreid, maar met een 19e-eeuwse basis in Zuid-Holland zijn de vrouwennamen (vet n>1000): Ariana (Rotterdam), Jorina (Rotterdam), Maaijke (Dordecht), Lidia (Rotterdam), Lydia (Leiden), Gloria (Nieuw-Lekkerland) en de mannennamen Ewoud(Binnenmaas), Ewout (Rotterdam), Hugo (Rotterdam), Joris (Rotterdam), Kleis (Rotterdam), Mees (Sliedrecht).
Vrijwel verdwenen zijn de vrouwennamen Neesje (Dordrecht), Pieternelletje (Katwijk) en de mannennamen Eliazar (Rotterdam), Geen (Nederlek), Maarte (’s-Gravenhage) en Schilleman (Binnenmaas, van Schelte+man).
Rivierendelta
Regionale VROUWENNAMEN met een 19e-eeuwse basis in de hele rivierendelta, percentage geboorten per gemeente (totaal 11.761 naamdragers). Rotterdam: Adriaantje, Ariena, Bastiaantje, Krijna, Lijntje, Meinsje, Pietertje (ook Friesland), Teuna. Grotere regionale verspreiding hebben Martijntje en Lena.
Het meest frequent zijn de namen op -tje: Pietertje, Adriaantje, Lijntje, Bastiaantje. Lena en vanaf de jaren-30 van de vorige eeuw ook Lenie zijn vrouwelijke vormen van het populaire Leendert.
Bij alle regionale namen is de populariteit tanende. Dat illustreren we in Figuur 1 voor Adriaantje, waarvoor de populariteit lang relatief stabiel was, maar in de loop van de 20ste eeuw geleidelijk instortte. Dat nieuwe regionale naamvarianten kunnen ontstaan zien we in figuur 2 voor Arina. Het is een verloop als vroege modenaam die inzette in de tweede helft van de 19e eeuw maar na 1980 weer uit de belangstelling verdween.
Regionale MANNENNAMEN met een 19e-eeuwse basis in de hele rivierendelta, percentage geboorten per gemeente (totaal 53.543 naamdragers). Rotterdam: Arie, Arij, Ary, Corstiaan, Fop, Goris, Huibrecht, Jurianus, Kors, Leendert, Pleun, Rokus. Grotere regionale verspreiding hebben Bastiaan, Jilles (ook Friesland), Jillis, Mari (ook Noord-Brabant).
De verspreiding van deze mannennamen wordt vooral gedomineerd door Arie (29.900 naamdragers) en Leendert (19.900 naamdragers). Pleun is tegenwoordig een uniseks naam, als vrouwennaam is die vanaf 1990 in Noord-Brabant populair, als mannennaam sterk afnemend op vooral Voorne-Putten en de Hoeksche Waard (daar ook de vrouwelijke vormen Plonia, Pleuntje en Aplonia). We lichten Leendert en Huibrecht er in figuur 3 nog apart uit omdat die ook een sterke verspreiding in Zeeland hebben. Lena heeft een vergelijkbare verspreiding als Leendert.
Alblasserwaard en Vijfheerenland
Regionale VROUWENNAMEN met een 19e-eeuwse basis rond centrumgemeenten in de Alblasserwaard en Vijfheerenland, percentage geboorten per gemeente (totaal 5.244 naamdragers). Graafstroom: Arigje, Hardinxveld-Giessendam: Fijgje, Marigje, Rotterdam: Ariaantje, Maggeltje, Rijmpje, Sijgje, Wijna, Sliedrecht: Arina, Corstiana, Zederik: Aantje, Maagje, Zwijndrecht: Goverina. Grotere regionale verspreiding hebben Baartje (Bergambacht), Eeltje (Liesveld), Nela (Gouda).
Ook hier voornamelijk namen op -(t)je en -a.
Regionale MANNENNAMEN met een 19e-eeuwse basis rond centrumgemeenten in de Alblasserwaard en Vijfheerenland, percentage geboorten per gemeente (totaal 536 naamdragers). Sliedrecht: Geerit, Korstiaan, Hardinxveld-Giessendam: Gerit. Grotere regionale verspreiding heeft Nijs (Graafstroom).
Opmerkelijk is de lange e in Geerit en Gerit, waar de naam Gerrit/Gerard in Noord-Nederland verder verkort wordt tot Geert, of Geurt in de Gelderse Vallei. De verkorting tot Gert is zeker een oude roepnaam, maar als officiële naam komt Gert ten noorden van de grote rivieren pas vanaf 1940 in de mode met een piek in 1966. In katholieke kring was Gerardus dominant, maar Latijnse naamvormen worden nu bijna niet meer gegeven, zie de eerdere bijdrage hierover.
Regionale VROUWENNAMEN met een 19e-eeuwse basis rond centrumgemeenten in Voorne-Putten, Hoeksche Waard en IJsselmonde, percentage geboorten per gemeente (totaal 5.308 naamdragers). Binnenmaas: Ariea, Dirksje, Emmigje, Hendriksje, Huigje, Soetje, Korendijk: Aria, Ridderkerk: Aplonia, Stijna, Westvoorne: Nelia, Rotterdam: Rookje, Plonia, Pleuntje, Magcheltje, Macheltje, Ingetje, Mensje, Lijdia, Liedewij, Leigje, Jaapje, Burgje. Grotere regionale verspreiding heeft Marija (Binnenmaas)
Bij deze vrouwennamen zijn er naast een naameinde op –(t/s)je verschillende op -ia: Aria, Ariea, Aplonia, Nelia, Plonia, Lijdia. De populariteit van de laatste groep vertoont het standaardbeeld van neergang na 1900 in figuur 4. De spellingen Lidia en vooral Lydia hebben gedurende de hele twintigste eeuw als modenaam landelijke populariteit verworven.
Er zijn geen regionale mannennamen die specifiek aan Voorne-Putten, Hoeksche Waard en IJsselmonde verbonden kunnen worden, maar zie een paar mannennamen bij Goeree-Overflakkee.
Goeree-Overflakkee
Regionale VROUWENNAMEN met een 19e-eeuwse basis in en rond Goeree-Overflakkee, percentage geboorten per gemeente (totaal 2293 naamdragers). Goedereede: Arjaantje, Baaltje, Middelharnis: Arendje, Kommertje, Rotterdam: Sietje. Grotere regionale verspreiding heeft Arentje (Dirksland).
Arendje, Arentje en mannelijk Aren zijn vormen van Arnout, die ook wel op Voorne-Putten voorkomen. Arnout en Arnoud zelf zullen we in Zeeland als regionale naam zien.
Regionale MANNENNAMEN met een 19e-eeuwse basis in en rond Goeree-Overflakkee, percentage geboorten per gemeente (totaal 505 naamdragers). Goedereede: Dimmen, Middelharnis: Aren, Westvoorne: Bouwen. Grotere regionale verspreiding heeft Kommer (Goedereede).
De Zuid-Hollandse eilanden vormen voor een aantal regionale namen wel een eenheid, ook al ligt het huidige zwaartepunt op Goeree-Overflakkee.
Nieuwe lokale voornamen
In Rotterdam en Den Haag vinden we na de Surinaamse onafhankelijkheid in 1975 een concentratie voornamen van Hindoestaans-Surinaamse herkomst (zie figuur 5), waardoor we die als regionale namen kunnen zien. Het zijn de vrouwennamen Anjali, Ashna, Devika, Diya, Karishma, Kavita, Kiran, Pooja, Priya, Roshni, Roumaissa, Sanjana, Shalini, Shivani, Shreya, Simran en de mannennamen Akash, Akshay, Anish, Arjun, Armaan, Arvind, Avinash, Imrane, Ishaan, Jayant, Karan, Kishan, Krishan, Krishna, Rayane, Ritesh, Rohit, Shiva, Suraj Vikash, Vinay, Yash. Ze komen in mindere aantallen ook wel in Amsterdam en Utrecht voor.
- De kaarten in deze bijdrage kunnen gereproduceerd worden in de voornamenbank via de optie ‘geavanceerd’ zoeken. De gezamenlijke relatieve populariteit van Aria, Ariea, Aplonia, Nelia, Plonia, Lijdia kan gevonden worden met de reguliere expressie ^(Aria|Ariea|Aplonia|Nelia|Plonia|Lijdia)$ en levert deze figuur.
- We noemen een voornaam streekgebonden wanneer er nu nog minstens 30 naamdragers zijn waarvan de helft binnen een straal van 30 km is geboren. Als centrum kiezen we de gemeente (indeling 2007) waar in de 19e eeuw de meeste naamdragers geboren werden (afgeleid uit huwelijksakten na 1811).
Laat een reactie achter