Voornamendrift 71
Door Gerrit Bloothooft en David Onland
Voor het katholieke Brabant en Limburg zou gedacht kunnen worden dat er genoeg heiligen zijn om te onderscheiden tussen parochies en bedevaartsoorden, maar uit de voornaamgeving blijkt dat niet. Misschien juist doordat de pastoor en later de ambtenaar ervoor zorgde dat voornamen min of meer standaard in gelatiniseerde vorm werden opgeschreven, en de meeste heiligen in een groot gebied of in verspreide parochies werden vereerd, is er weinig te zien van streekeigen namen of spellingen. Misschien wel in de roepnamen, maar daar weten we te weinig van. Een opvallende uitzondering zijn de varianten van Dimphna in westelijk Noord-Brabant, geïnspireerd door de beschermheilige voor geesteszieken die vereerd wordt in het nabijgelegen Geel in België. En misschien valt het op dat Servatius/Servaas als patroonheilige van Maastricht niet op de kaart staat. Servatius/Servaas is in heel Zuid-Limburg populair maar daarbuiten ook zoveel te vinden dat de naam naar onze maatstaven niet regionaal genoeg is.
Meer dan elders in het land worden in Noord-Brabant en Limburg meerdere voornamen gegeven, en dan meteen meestal drie. Regionale namen komen als volgnaam ook twee tot vier keer vaker voor dan als eerste voornaam, maar allemaal wel in dezelfde streek.
Na 1960 is de vernoemingstraditie verlaten, en dat geldt zeker voor de gelatiniseerde voornamen in het zuiden. Vrijwel alle resterende regionale namen worden voornamelijk nog door 50-plussers gedragen. Het resultaat is een zeer beperkte hoeveelheid regionale namen: we vinden in Noord-Brabant en Limburg 10 streekeigen mannennamen (met 6.944 naamdragers) en 17 vrouwennamen (met 10.066 naamdragers).
Verspreidingskaarten per regio
Hieronder geven we de verspreidingskaarten van streekgebonden voornamen in westelijk, midden en oostelijk Noord-Brabant en Limburg, op basis van geboorteplaatsen. In een regio geven we per gemeente de voornamen waarvoor de gemeente in de 19e eeuw het centrum was. De verspreiding is procentueel per gemeente en gebaseerd op het aantal huidige naamdragers. Per regio geven we ook de voornamen met een wat grotere regionale verspreiding. Daarvoor is minimaal de helft van de naamdragers tussen 30 en 50 km van de centrumgemeente geboren. Dat gaat om nog eens 5 mannennamen met 2.070 naamdragers en 9 vrouwennamen met 8.108 naamdragers.
Als we alle voornamen verzamelen die in de 19e eeuw (1790-1900) regionaal waren in Noord-Brabant en Limburg en tegenwoordig meer dan 30 naamdragers hebben (ongeacht de geboorteplaats), dan komen we op 24 mannennamen met 24.171 naamdragers en 36 vrouwennamen met 27.406 naamdragers. Dat zijn samen 51.577 naamdragers, terwijl Noord-Brabant en Limburg samen 3,7 miljoen inwoners hebben.
Westelijk Noord-Brabant
Regionale VROUWENNAMEN met een 19e-eeuwse basis in westelijk Noord-Brabant, percentage geboorten per gemeente (totaal 1.967 naamdragers, als volgnaam 3.881). Bergen op Zoom: Dimphina, Breda: Dimphena, Halderberge: Dijmphna, Roosendaal: Dimphna.
Grotere regionale verspreiding hebben (vet, n>1000): Dingena (Moerdijk), Francijna (Moerdijk), Sija (Moerdijk). Landelijke verspreiding heeft gekregen: Petronilla (Steenbergen). Vrijwel verdwenen is Pitronella (Alphen-Chaam).
De enige vrouwelijke voornamen die we in Westelijk Noord-Brabant streekeigen kunnen noemen zijn varianten van Dimphna. Deze zullen echter ook in Vlaanderen gevonden worden want de naam vindt zijn oorsprong in Geel (Belgische Kempen). Naar de legende werd de heilige Dimpna in Geel vermoord door haar waanzinnige vader, koning van Ierland, toen ze weigerde met hem te trouwen. Ze is de Geelse waanzinheilige en al vanaf de 13 eeuw worden in Geel geesteszieken (de zottekes van Geel) in een gezinssituatie verpleegd. Dat westelijk Noord-Brabant vanuit het bisdom Antwerpen werd aangestuurd kan bijgedragen hebben aan de populariteit van Dimpna daar. In de huidige wijk Gageldonk van Breda staat al sinds de 14e eeuw een kapel die aan Maria en eind 18e eeuw ook aan Dymphna is gewijd. De spelling met -ena of -ina werd pas in de 20e eeuw populair, samen met veel andere namen met dat suffix. De i/y/ij en de ph/f in de naam maakt heel veel varianten mogelijk (63 in tabel 1) die waarschijnlijk ook regionaal zijn, maar meestal ons criterium van 30 naamdragers niet halen. In 2017 kreeg geen meisje meer enig variant van de naam.
Dingena wordt rond Moerdijk oostelijk in Zeeland en in het land van Altena relatief veel gegeven. Petronilla en Pitronella zijn twee van 85 varianten van Petronella, maar worden zo lokaal gegeven en met enig aantal, dat we ze als streekeigen benoemen.
Regionale MANNENNAMEN met een 19e-eeuwse basis in Westelijk Noord-Brabant, percentage geboorten per gemeente (totaal 462 naamdragers, als volgnaam 735). Breda: Rumoldus, Halderberge: Govardus, Rucphen: Marijnus.
Landelijke verspreiding hebben gekregen: Marijn (Steenbergen), Martien (Steenbergen). Vrijwel verdwenen is Marijnis (Steenbergen).
Marijn, Marijnus, Marijnis zijn hier eertijds regionale varianten van Marinus. Landelijk is Marijn vanaf 1970 populair geworden, mogelijk door de hobbit Marijn uit ‘In de ban van de ring’.
Midden Noord-Brabant
Regionale VROUWENNAMEN met een 19e-eeuwse basis in midden Noord-Brabant, percentage geboorten per gemeente (totaal 1.162 naamdragers, als volgnaam 2.894). Heusden: Gijsberdina, Tilburg: Norberta, Waalwijk: Walthera.
Grotere regionale verspreiding hebben (vet, n>1000): Huiberdina (Heusden), Janske (Aalburg). Landelijke verspreiding heeft gekregen: Waltera (Waalwijk).
De voornaam Norberta en mannelijk Norbertus vinden we vooral in en rond Tilburg. Dat is niet zo vreemd want al sinds de middeleeuwen werd daar het pastoraat verzorgd door Norbertijnen (vanuit de Vlaamse Abdij van Tongerlo). Waar de populariteit na 1970 sterk afnam werd tussen 1960 en 1980 de variant (en roepnaam) Norbert nog een landelijke modenaam.
De regionale MANNENNAAM met een 19e-eeuwse basis in midden Noord-Brabant is alleen Tilburg: Waltherus. Grotere regionale verspreiding hebben (vet, n>1000): Embertus (Tilburg), Norbertus (Tilburg).
Wat we bij Norberta en Norbertus al zagen, is in midden Noord-Brabant ook het geval met Walthera (meer landelijk Waltera) en Waltherus, ook al is de reden van populariteit niet aanwijsbaar. Vaak is een lokaal populaire naam bij beide geslachten te vinden, met eigen suffixen.
Oostelijk Noord-Brabant
Regionale VROUWENNAMEN met een 19e-eeuwse basis in oostelijk Noord-Brabant, percentage geboorten per gemeente (totaal 2.526 naamdragers, als volgnaam 7.505). Eindhoven: Diliana, Helmond: Godefrida, Gordina, Uden: Ardina.
De regionale MANNENNAAM met een 19e-eeuwse basis in noordoost Noord-Brabant is alleen Marianus. De naam komt overigens meer voor in de omringende dorpen van Oss voor dan in de stad Oss zelf.
Limburg
Regionale VROUWENNAMEN met een 19e-eeuwse basis in Limburg, percentage geboorten per gemeente (totaal 8.649 naamdragers, als volgnaam 40.566, vooral Hubertina). Heerlen: Hubertina, Jozefina, Philomina, Sittard-Geleen: Mechtilde, Mechtildis.
Grotere regionale verspreiding hebben (vet, n>1000): Gertrudis(Roermond), Mathea (Nederweert). Landelijke verspreiding hebben gekregen: Aldegonde (Leudal), Gertrud (Kerkrade), Joséphine (Maastricht), Jozefa (Kerkrade), Trinette (Maastricht). Vrijwel verdwenen zijn Gertrudus (Maasgouw), Gertruid (Vaals), Mechteldis (Maasgouw), Petronel (Meyel).
We geven voor Limburg de verspreiding (%) van de regionale voornamen voor zowel de eerste voornaam als de volgnaam. Die verschilt maar weinig, ook al komt een volgnaam ruim vier keer vaker voor. Als een naam ergens in eerste positie populair is, dan is die dat in een latere positie ook. Hubertina neemt trouwens 80% van de regionale naamgevingen voor haar rekening en domineert het beeld. Alhoewel de verering van Sint Hubertus, die rond 700 bisschop van Tongeren en Maastricht was, in Limburg en omringende streken al eeuwenoud is, worden Hubertina en Hubert(us) pas vanaf het begin van de 19e eeuw in Limburg echt populair. Maar het zijn nu alleen nog ouderen die Hubert(us) of Hubertina heten, de populariteit kwam na 1970 ten einde. Niettemin kreeg de mosasaurus in het Natuurhistorisch Museum in Maastricht de Limburgse koosnaam Bèr.
Ook in Limburg zien we de nodige varianten van een naam regionaal voorkomen: (Jozefina, Joséphine, Jozefa), (Mechtilde, Mechtildis, Mechteldis) en (Gertrud, Gertrudus, Gertruid).
Philomena was een martelares uit de 3e eeuw waarvan de grafnis in 1802 in Rome gevonden werd. Zij verwierf in de 19e eeuw een grote populariteit, zeker toen in 1835 in Ars (Frankrijk) een kapel aan haar werd gewijd en er veel wonderen aan haar werden toegeschreven. We zien het in de naamgeving sindsdien. In 1961 werd de eredienst aan haar verboden omdat het historisch bewijs voor haar bestaan onvoldoende was, wat we ook in de naamgeving terugvinden alhoewel daarbij ook het verlaten van de vernoemingstraditie een rol gespeeld zal hebben. De spelling Philomina volgde dezelfde ontwikkeling, maar was minder populair en bleef grotendeels beperkt tot Zuid-Limburg.
Regionale MANNENNAMEN met een 19e-eeuwse basis in Limburg, percentage geboorten per gemeente (totaal 4.818 naamdragers, als volgnaam 14.799, vooral Hubert). Venlo: Conrard, Leudal: Conrardus, Heerlen: Hubert, Maastricht: Guillaume, Winandus.
Grotere regionale verspreiding hebben: Servatius (Maastricht), Winand (Kerkrade). Landelijke verspreiding hebben gekregen (vet, n>1000): Kaspar (Maastricht), Léon (Maastricht), Maria (Sittard-Geleen), Mathieu (Maastricht), Mathis (Leudal), Nicolas (Maastricht), Silvester (Helden), Werner (Kerkrade). Vrijwel verdwenen zijn Gilis (Margraten), Godfrid (Sittard-Geleen), Laurents (Eijsden), Servais (Maastricht), Tossanus (Maastricht).
De helft van de naamgevingen van Servatius blijft niet binnen 30 km van Maastricht, maar is wijder Limburgs. Servais is de vrijwel niet meer gegeven Franse variant; het Frans was lang de taal van de hogere klasse in Maastricht. Dat zien we ook in Guillaume, Léon, Mathieu, Nicolas, en in Joséphine en Trinette (van Catharine) bij de vrouwen. Tossanus is een latinisering van de Franse naam Toussaint.
Waar Maria frequent voorkomt als volgnaam voor mannen (467.500 naamdragers, vooral midden 20e eeuw), komt Maria als eerste naam bij mannen niet veel voor (nu nog 606 naamdragers, vooral in Zuid-Limburg, die wel met een volg- of roepnaam aangesproken zullen worden).
Ten slotte is er in Limburg sinds eind jaren 70 ook een nieuwe regionale naam te vinden: Rafke (van Rafaël) voor een meisje, wat wel opmerkelijk is omdat het suffix -ke in Nederland in Limburg en Zeeuws-Vlaanderen het minst gegeven wordt (en in Friesland en Groningen het meest).
- De kaarten in deze bijdrage kunnen gereproduceerd worden in de voornamenbank via de optie ‘geavanceerd’ zoeken en het gebruik van een reguliere expressie. Om maar liefst 85 varianten van Petronella te vinden kan de expressie ^P[ie].*t[^-]*n.ll.$ gebruikt worden, die eist dat de naam met een P begint, gevolgd door i of e, dan een serie letters waar in ieder geval een t maar geen koppelteken in voorkomt, en eindigen moet met nella waarin de klinkers vrij zijn. Het levert deze lijst.
- We noemen een voornaam streekgebonden wanneer er nu nog minstens 30 naamdragers zijn waarvan de helft binnen een straal van 30 km is geboren. Als centrum kiezen we de gemeente (indeling 2007) waar in de 19e eeuw de meeste naamdragers geboren werden (afgeleid uit huwelijksakten na 1811).
Laat een reactie achter