• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Dit is niet een slagroomgebakje

7 januari 2021 door Marc van Oostendorp 8 Reacties

Een kennis had tijdens de kerstvakantie een logé uit het buitenland en ze kwamen te spreken over een eigenaardigheidje van de Nederlandse taal: wanneer zeg je niet en wanneer zeg je geen?

Dat is een kwestie waar heel veel dimensies aan zitten – en een heleboel ervan worden uitgelegd in de onvolprezen Modern Syntax of Dutch. Maar niet alles: in de Algemene Nederlandse Spraakkunst, zo mogelijk nog onvolprezener, wordt een aspect uitgelegd dat niet in de Engelstalige grammatica staat, en dat ik ook niet snap.

Vergelijk de volgende zinnen:

  1. Ik wil geen gebakje.
  2. Ik wil niet een gebakje. [uitgesloten]
  3. Ik wil geen gebakje waar slagroom op zit.
  4. Ik wil niet een gebakje waar slagroom op zit.

In het normale geval – geïllustreerd door de eerste twee zinnen – vervangen we niet een door geen. Die vervanging is ook verplicht – vandaar dat de tweede zin niet kan. Maar, zegt ANS, als de bepaling ‘uitvoeriger’ is, kan niet een wel blijven staan. Dat blijkt uit de vierde zin, die ik inderdaad ook veel beter vind klinken dan de tweede. Maar waarom?

Ik denk dat relevant is dat je de tweede zin ook beter kunt maken door een gebakje met nadruk en langzaam uit te spreken: ik wil niet EEN GE-BAK-JE. Het is als het ware alsof je om een grotere zelfstandignaamwoordgroep een dikkere grens plaatst. En dat het samensmelten minder nodig wordt als er tussen niet en een een dikkere grens staat:

  • Ik wil niet [ een gebakje. ] [uitgesloten]
  • Ik wil niet [ een gebakje waar slagroom op zit ]

Dat klinkt wat vergezocht, maar in het Duits gebeurt iets soortgelijks. Daar smelt een voorzetsel (bijvoorbeeld: zu) soms samen met een lidwoord (dem):

  • Ich möchte zum Bäcker.

Maar dat gebeurt niet als er een uitgebreide bepaling na het zelfstandig naamwoord komt:

  • Ich möchte zu dem Bäcker der diese guten Sahnetorten verkauft.

Ook hier lijkt het iets met de lengte te maken hebben van de woordgroep. Dat is natuurlijk bijzonder omdat die lengte als het ware pas komt na het zelfstandig naamwoord. Maar bij het samentrekken van niet en een of zu en dem houd je daar kennelijk al rekening mee.

Foto: slagroomtaart, Gerbenn, Wikimedia

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel

Lees Interacties

Reacties

  1. Marcel Meijer Hof zegt

    7 januari 2021 om 08:57

    Mit Verlaub: Misschien gaat de vergelijking met het Duitse taalgebruik een beetje mank op het volgende punt; ‹ zum Bäcker › is meer algemeen. Welke bakker is geen punt van discussie in dit geval. Bij ‹ zu dem Bäcker der … › komt de nadruk op juist die ene bakker. In het hypothetische geval zou ik de laatste zin vertalen met ‹  Ik wil naar diè bakker die deze lekkere slagroomtaart verkoopt ›. Mijn inziens staat de beklemtoning – i.e. het opentrekken van ‹ zum › – hier los van de uitgebreidheid van de bepaling. Bedenk daarbij ook, dat in zo’n constructie het Duits een komma schrijft na ‹ Bäcker ›.

    Beantwoorden
  2. Drabkikker zegt

    7 januari 2021 om 09:26

    In het noorden van het land heb ik mensen wel constructies als “Ik wil niet een gebakje”, “Daar staan niet bomen” (zonder verdere uitbreiding) horen gebruiken, dus uitgesloten zijn ze kennelijk niet. Maar dat kan natuurlijk invloed van streektalen zijn.

    Beantwoorden
    • Henk Wolf zegt

      7 januari 2021 om 12:10

      ‘Ik wil niet een gebakje’ kan in Friesland zeker, maar ‘Daar staan niet bomen’ komt me niet bekend voor. Ben je er zeker van dat je die vorm bent tegengekomen?

      Wat wel (voor mij) goed mogelijk is, is ‘Ik heb niet bomen gezaagd’, waarbij ‘bomen zagen’ zich als één woord gaat gedragen. Ook: ‘Ze waren aan het bomenzagen’ en ‘We beginnen te bomenzagen’.

      Beantwoorden
      • Drabkikker zegt

        7 januari 2021 om 12:28

        Het is lang geleden, dus mijn geheugen kan me bedriegen, maar ik herinner me dat ik het een rare constructie vond. Ik geloof dat het “bomen”-geval een ontkenning was van de bewering dat ergens bomen stonden: “Huh? Nee hoor, daar staan niet bomen”.

        Beantwoorden
  3. Drabkikker zegt

    7 januari 2021 om 09:26

    In het noorden van het land (Friesland, Groningen) heb ik mensen wel constructies als “Ik wil niet een gebakje”, “Daar staan niet bomen” (zonder verdere uitbreiding) horen gebruiken, dus uitgesloten zijn ze kennelijk niet. Maar dat kan natuurlijk invloed van streektalen zijn.

    Beantwoorden
  4. Henk Wolf zegt

    7 januari 2021 om 12:06

    In het Fries en het Friese Nederlands is ‘net in’ en ‘niet een’ wel heel gebruikelijk, waar andere variëteiten (inclusief het Standaardnederlands) uitsluitend ‘geen’ toestaan.

    Zie bijvoorbeeld:

    http://shorturl.at/atEIO

    Die ‘dikke grens’ rondom (althans aan het begin van) gemodificeerde zelfstandignaamwoordgroepen kun je in verschillende Friese dialecten ook op andere manieren zien. De dialecten die nog een dubbel lidwoordsysteem hebben, zoals het Fries van de Bökingharde en dat van het Saterland, gebruiken in zelfstandignaamwoordgroepen met een bepaling de ene set bepaalde lidwoorden (mnl-vrl-onz-mv) en in ‘kale’ naamwoordgroepen de andere (het de/het-systeem dat ook in het Nederlands voorkomt). Een voorbeeld uit het Bökingharder Fries:

    Åle kee stönje bai et ståk. (Alle koeien staan bij het hek.)
    Åle kee stönje bai dåt ståk, wat ik fårwed hääw. (Alle koeien staan bij het hek dat ik geverfd heb.)
    ?Åle kee stönje bai et ståk, wat ik fårwed hääw.

    Ook het Westerlauwerse Fries maakt nog een onderscheid, al is dat minder opvallend. Het Fries heeft een proclitisch ‘de’, met als variant na voorzetsels een enclitisch ”e’. Die laatste vorm wordt minder acceptabel naarmate de zelfstandignaamwoordgroep wordt uitgebreid:

    Jan komt op-e … ehm … fyts.
    Jan komt op … ehm … de nije fyts dy’t er fan syn heit en mem krigen hat. (Jan komt op … ehm … de nieuwe fiets die ie van z’n vader en moeder heeft gekregen.)
    ?Jan komt op-e … ehm … nije fyts dy’t er fan syn heit en mem krigen hat.

    Over het dubbele lidwoordsysteem in Friese dialecten en het langzaam verdwijnen daarvan, heb ik laatst dit stukje geschreven:
    https://neerlandistiek.nl/2020/12/vereenvoudiging-van-het-friese-lidwoordsysteem-in-duitsland/

    Beantwoorden
  5. Peter-Arno Coppen zegt

    7 januari 2021 om 12:22

    Ik denk dat bij de langere bepaling de subjectpredicaatverbinding tussen het gebakje en de bepaling dominanter is, waarbij je als het ware meer het idee krijgt dat de zin luidt: ‘Ik wil een gebakje maar ik wil niet dat er slagroom op dat gebakje zit.’ De negatie, met andere woorden, heeft niet zozeer betrekking op het willen van een gebakje, maar het afwijzen van dat extra predicaat.

    Beantwoorden
  6. sterre leufkens zegt

    8 januari 2021 om 09:08

    Voor mij zou die tweede zin wel kunnen als er nog iets volgt, bijv. ‘Ik wil niet een gebakje maar een bonbon.’

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Han Kang • Lied bij dageraad

Ik hef mijn hoofd
en mijn ogen blijven niet schoon
terwijl de zon als een koude vuurbal
de hemel geheel doorklieft

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

WEILAND

De palen dragen prikkeldraad,
armen als hieven zij
guirlandes, elkander in een dans.

Het paard zet in de sneeuw
zijn hoeven in de sporen van
zijn lippen – hoorbaar scheurt het gras.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

10 december 2025

➔ Lees meer
30 januari 2026: Symposium Hof van Friesland ‘Schrobbers en schelmen!’

30 januari 2026: Symposium Hof van Friesland ‘Schrobbers en schelmen!’

8 december 2025

➔ Lees meer
30 januari 2026: Poëzie in Cyberspace

30 januari 2026: Poëzie in Cyberspace

7 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1879 Bernardus Molkenboer
1891 Gerard Geers
1955 Ben Salemans
➔ Neerlandicikalender

Media

Webinar ‘Hoe schrijf je een dialectwoordenboek?’

Webinar ‘Hoe schrijf je een dialectwoordenboek?’

10 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Alcibiade e la crisi della Democrazia

Alcibiade e la crisi della Democrazia

10 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Zeven podcasts over taalgeschiedenis

Zeven podcasts over taalgeschiedenis

9 december 2025 Door Aron Groot Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d