De bruid
Ik dacht dat ik geboren was voor verdriet
en nu ben ik opeens een lied
aan ’t worden, fluisterend door het ijle morgenriet.
nu smelt ik weg en voel mij openstroomen
naar alle verten van den horizon,
maar ik weet niet
meer waar mijn loop begon.
de schaduwen van blinkend witte wolken
bespelen mij en overzeilen mij;
en scholen zilvren visschen bevolken
mijne diepte en bliksemend voel ik ze mij
doorschichten en mijne wateren alom doorkruisen
en in mijn lisschen vluchten
zij zijn mijn kind’ren en mijn liefste droomen
ik ben nu volgegoten met geluk.
de tranen die ik schreide en de zuchten
zie ik vervluchtigen tot regenbogen
die van mijn oogen springen naar de zon.
waar zijn de bergen van den horizon?
ik zie ze niet
H. Marsman (1899-1940)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter