Late liefde
Moe als ik mij en oud
als ik mij voor mijn tijd voel worden,
is mijn gebeente koud
van ingevroren haat tegen de horde
die ‘k nu al in geen weken heb beledigd,
omdat ik niet meer kan,
omdat ik niet meer wil,
omdat ik niet meer weet
of ik niet beter stil
wat er nog is aan ziel
laat weiden in de rust,
in wat mij hier nog lust
aan wat er rest aan geur
en licht en klank en kleur;
en stilte.
Zo staat het, als de hand die slaan moest strelen gaat,
daar gaat het heen, als het je tegenstaat
gelijk te hebben en daarbij te weten
dat elk gelijk alleen bedrog kan heten.
Doop elke overwinning maar verslagenheid.
Wanneer de mond die bijten wil gaat kussen,
dan is het laat, mijn hart, dan is het tijd,
zeg maar gedag en ga er maar van tussen.
Misschien was daar het wachten op. Misschien
dat God dit heeft bedoeld. Wij zullen zien.
J.B. Charles (1910-1983)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter