• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Hoe een schilderij in taal tot leven kan komen

8 februari 2021 door Marc van Oostendorp 3 Reacties

Als ik één recent taalkundig proefschrift zou moeten aanraden aan een neerlandicus die eigenlijk meer geïnteresseerd is in literatuur, zou het Bringing Stories to Life zijn, dat Thijs Trompenaars vorige week in Nijmegen verdedigde – nota bene niet eens bij Nederlands, maar bij Taalwetenschap (zijn promotor was Helen de Hoop). Zoals uit de titel al een beetje blijkt, gaat het proefschrift over het verschil tussen mensen, andere levende wezens en levenloze objecten in taal, bezieldheid. Dat is een onderwerp dat zich de laatste jaren in de aandacht van een grote groep taalkundigen mag verheugen – en De Hoop speelt daar met haar groep een belangrijke rol in.

Bijzonder dat aan Trompenaars werk is dat hij er ook verhalen bij betrekt: zelf geconstrueerde verhalen voor experimenten, maar ook literatuur – met name analyseert hij de roman Specht en zoon van Willem Jan Otten, waarin de ik een schilderij is.

Klaverjassen

Bezieldheid is er in menselijke taal in graden. Het belangrijkst in het Nederlands is het verschil tussen mensen en niet-mensen: de eersten kun je bijvoorbeeld bevragen met wie, terwijl je voor de tweede wat nodig hebt (‘wie staat er in de wei?’, ‘wat staat er in de wei?’) In talen als het Japans en het Farsi, die Trompenaars allebei bestudeerde is het belangrijkste verschil dat tussen levende wezens en levenloze objecten – je gebruikt in de eerste taal een ander werkwoord zijn voor de ene groep dan voor de andere, en de tweede taal is de werkwoordsvervoeging gevoelig voor het onderscheid. Tegelijkertijd is het verschil, laat Trompenaars zien, pyschologisch niet binair: sprekers van deze talen zetten zaken op een schaal: een deurknop is minder bezield dan een auto, en een orchidee dan een spin.

In Specht en zoon is een schilderij aan het woord. Trompenaars bekeek onder andere wat voor soort zaken dat schilderij over zichzelf te melden had, wat voor werkwoorden het van toepassing verklaarde op zichzelf. Dat bleek niet zo veel te gaan over zogeheten actiewerkwoorden, zoals lopen of klaverjassen, werkwoorden waarbij het onderwerp actief iets doet (een agens is, heet dat in taalkundig jargon). Op zich is dat niet verrassend, zegt Trompenaars: “het schilderij is niet in staat om zelf te bewegen – wanneer het bijvoorbeeld op een gegeven moment richting een muur wordt geplaatst, is het machteloos om zichzelf om te draaien” Veel vaker kwamen werkwoorden voor die een indruk weergaven, zoals horen, zien en veronderstellen. Het onderwerp van die werkwoorden is niet actief bezig, het ondergaat de gemoedstoestanden als het ware.

Graden

Tegelijkertijd kun je natuurlijk wel zeggen: het schilderij liep de trap op, en zeker in een verhaal. Je brengt dat schilderij dan als het ware tot leven. Trompenaars laat ook zien dat lezers van speciaal voor zijn onderzoek geconstrueerde verhalen daar ook gevoelig voor zijn: hoe meer bezieldheidskenmerken aan normaliter levenloze objecten worden toegekend in een verhaal (alleen iets kunnen zien of juist ook hard kunnen wegrennen) hoe meer lezers geneigd zijn om die objecten, ook in de grammatica, als bezielde objecten te zien.

In onze natuurlijke manier van denken – en niet alleen die van ons, maar ook die van Japanners en Iraniërs – zijn er dus graden van bezieldheid. Met een kloppend hart of een functionerend zenuwstelsel hebben die niet zo veel te maken – wel met het verhaal dat we elkaar over de zaken om ons heen vertellen.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel, Vertelcultuur Tags: bezieldheid, semantiek, taalkunde, verhalen

Lees Interacties

Reacties

  1. Robert Kruzdlo zegt

    8 februari 2021 om 16:06

    Metéén moest ik aan Alice in Wonderland van kissebissende bloemen, levende schaakstukken, speelkaarten die zich gedragen als mensen en het sprekende ei Wiggel Waggel, denken: Ze hebben een veel uitgesprokener karakter dan echte mensen.

    Ook moest ik denken dat Animacy niet zonder hardslag, emotie en gevoel kan. (https://link.springer.com/article/10.3758/s13423-018-1485-y)

    Beantwoorden
  2. Yra van Dijk zegt

    12 februari 2021 om 09:12

    Interessant voor letterkundigen inderdaad. Heeft hij ook ‘De dingen de baas’ gebruikt van Belcampo?

    Beantwoorden
    • Marc van Oostendorp zegt

      12 februari 2021 om 09:27

      Nee, het boek van Otterspeer is het enige literaire voorbeeld. Wel heeft hij zelf een aantal verhalen geschreven, die als voordeel hebben dat de onderzoeker ze zo kan manipuleren dat er precies de juiste combinatie van elementen in voorkomen om te onderzoeken wat nu precies bijdraagt aan de indruk van levendheid bij de lezer.

      Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Kees Jiskoot • Zwaarmoed en potsier

Maar aan Brusselse loketten
bezig ik hun zoet patois:
Jefke, Ickxske, Sjefke, Krieckxske,
Olland, Olland, Toetatwâ.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

SNOETJE

Een snoetje van ontroering, een snoetje van ontrouw.

Bron: Barbarber, september 1969

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

17 december 2025

➔ Lees meer
28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

16 december 2025

➔ Lees meer
14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

10 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1901 Pierre Boyens
sterfdag
1891 Jan Beckering Vinckers
1933 Johan Kern
1951 Jacoba van Lessen
2024 Erik Brus
➔ Neerlandicikalender

Media

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

18 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

➔ Lees meer
Elise Vos – Van alles de laatste

Elise Vos – Van alles de laatste

17 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Waar komt al die literatuur vandaan?

Waar komt al die literatuur vandaan?

16 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d