• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Met frisse studenten behandelde hij graag fragmenten van oude zangers

10 februari 2021 door Marc van Oostendorp 2 Reacties

Pronomina in de lyriek (12: Piet Gerbrandy)

Door Marc van Oostendorp

Het is een trend in de Nederlandse poëzie van dit moment: gedichten hebben lange titels, bijna langer dan de tekst van het gedicht zelf. “Als ik mij omdraai bent u weg en daarmee ben ik zelf verdwenen dus liever draai ik mij niet om”, staat er boven een gedicht in de laatste bundel van Alfred Schaffer (Wie was ik) en “In Amerika, toen Amerika was was, moderniteit, modernisme, niet enkel was, maar niemand wist anders (waarom ik tenslotte denk dat Allen Ginsberg weinig goeds geschreven heeft, maar wel een grotere Joodse schrijver dan Bellow of Roth is)?”

Piet Gerbrandy is een meester in dit genre. In veel van zijn bundels staan prozateksten bij zijn gedichten die je als titels zou kunnen lezen als ze niet zo lang waren, zoals er ook citaten van klassieke Griekse en Romeinse auteurs bij staan die motto’s zouden zijn als ze niet zo op zichzelf stonden.

In zijn nieuwste bundel Ontbinding staat een afdeling Reis, waarin de ’titels’ zelfs zijn uitgedijd tot een prozaverhaal waarin de gedichten zijn ingebed. Maar in de andere afdelingen staan boven iedere afdeling een paar zinnen in proza die de vorm hebben van een historische toelichting, zoals in het gedicht dat hij hierboven voordraagt: “Op een kille voorjaarsdag raakte hij in gesprek met een jonge vrouw…” (In de voordracht laat Gerbrandy dit voorafgaan door het woord Straks – dat is een conventioneler titel, maar niet de titel van het gedicht maar van de afdeling, die in dit geval slechts één gedicht blijkt te tellen.

Unieke thuishaven

Anders dan bij Schaffer en Wijnberg staan bij Gerbrandy de ’titels’ in de derde persoon:

Laat in de winter las hij een gewild raadselachtig gedicht over een raaf. In zijn landstreek kwamen geen raven voor maar gelukkig nog wel een paar andere vogelsoorten al wist je nooit hoe lang die zouden blijven.

Met frisse studenten behandelde hij graag fragmenten van oude zangers die zich probleemloos leenden tot onbescheiden toe-eigening.

Ofschoon het subject als autonome eenheid afgedaan scheen te hebben bleef hij hardnekkig vasthouden aan de opvatting dat er een locatie moest zijn waarin de baaierd der ervaringen een unieke thuishaven kon vinden en dat men die dan net zo goed zelf of ziel kon blijven noemen.

Er is in deze fragmenten om het nog iets ingewikkelder te maken ook nog vaak een zweem van vrije indirecte rede. In het eerste fragment lijkt me “al wist je nooit hoe lang die zouden blijven” bijvoorbeeld voor rekening te komen van de ‘hij’.

Autonome eenheid

De gedichten die onder deze titels staan gaan vaak over een ik. De laatste titel hierboven leidt bijvoorbeeld een gedicht in dat zo begint (excuses voor de ontbrekende inspringingen);

Een hand vol vulva
geborgen stil kroezend en geurig
ruimhartig haar heupen
en veilig haar loomwarme borsten
mijn half hard geslacht al in ruste
scheer ik langs droom die zich meldt.

De relatie tussen de hij in de titel en de tekst van het gedicht wisselt. In de titels hierboven is er sprake dat ‘hij’ een gedicht leest of behandelt met studenten, en dat suggereert dat het volgende gedicht het gelezene of besprokene is (of in het tweede geval, eventueel de toe-eigening van een gedicht). In het gedicht dat Gerbrandy voordraagt in de video hierboven is de relatie ook vreemd: De laatste regel van de titel luidt “Die avond begon hij naast zijn giftige kachel een gedicht over fluitende padden te schrijven”, maar in het gedicht dat volgt is in geen velden of wegen een fluitende pad te ontdekken – het lijkt in plaats daarvan een dichterlijke verwerking van de in de rest van de titel beschreven situatie.

Het spel met hij in de titel en ik in het gedicht laat je op twee manieren naar, mogelijk, dezelfde oude witte man kijken. Althans, je kunt daar wel postmodern over doen, maar als hij en ik verschillende personen zijn valt van de gedichten meestal niets te maken. De laatst genoemde titel vat dat natuurlijk samen: je kunt wel zeggen dat het subject als ‘autonome eenheid’ heeft afgedaan, maar dan nog is er altijd een hij die hardnekkig aan die gedachte blijft vasthouden.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: Piet Gerbrandy, Pronomina in de lyriek

Lees Interacties

Reacties

  1. Kruzdlo Robert zegt

    10 februari 2021 om 09:32

    Piet Gerbrandy heeft een wandeling gemaakt in de Voerstreek waar fluitende kikkers voorkomen – hij heeft zijn wandelschonen C-D nog aan. De ontmoeting met de vrouw krijgt ‘hij’ niet uit zijn hoofd; hij probeert een gedicht te schrijven over kletsende kikkers, de ‘ik’ zal het niet lukken. In het gedicht zit het antwoord aan de vrouw verstopt. Zal zij, zo hoopt Piet Gerbrandy weer kontakt met hem opnemen?

    Een Hij is de biograaf van het Ik, zegt ergens Witold Gombrowicz.

    Beantwoorden
  2. Marc Kregting zegt

    10 februari 2021 om 13:31

    Die lange titels ben ik eerder tegengekomen bij een favoriete dichter van Gerbrandy: Kees Ouwens. Zijn bundel Droom (1988) forceerde ook op dat vlak – met gebruikmaking van alle personen, en van enkelvoud en meervoud – een breuk met Klem (1984) waar vele gedichten bitse opschriften hadden gedragen.
    In het hier geciteerde Gerbrandy-fragment botst (ideologisch onorthodoxe?) vrijmoedigheid op de titel die gemeenplaatsen verzamelt. Een ‘subject als autonome eenheid’, ‘baaierd der ervaringen’, ‘een unieke thuishaven’: zulke taal kan evengoed worden voortgebracht door een computer. En ’hardnekkig vasthouden’ buigt vervaarlijk naar het pleonasme.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Christine D’haen • Vijfde grafgedicht voor Kira van Kasteel

Al wat de moestuin gunt, de groenten van het jaar;
het boerenhof, de boter, room en schuimige melk;
de herfstelijke boomgaard peer- en appelzwaar;
’t fijn kruid uit wei en tuin, uit ’t bos de kantharel

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

BEDELDEUN

“’k Heb kalk in m’n hoofd,
hoor je ’t rammelen,
hoor je ’t rammelen,
maak je ’t goed?

Heb je niet een paar kousen,
niet een lapje of een hoed,
hoor je ’t rammelen,
hoor je ’t goed?”

(Bedeldeun)

Bron: Barbarber, januari 1961

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

12 september 2025: Dag van de Nederlandse partikels

12 september 2025: Dag van de Nederlandse partikels

7 juli 2025

➔ Lees meer
10 juli 2025: Hofwijck en het lezen van maakbaar landschap

10 juli 2025: Hofwijck en het lezen van maakbaar landschap

4 juli 2025

➔ Lees meer
29-30 september 2025: Struggling Sovereignty

29-30 september 2025: Struggling Sovereignty

3 juli 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1871 Kornelis ter Laan
1912 Félicien de Tollenaere
➔ Neerlandicikalender

Media

‘Pipi, paradoxen en leermomenten’

‘Pipi, paradoxen en leermomenten’

5 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Plein Publiek: Nadia de Vries

Plein Publiek: Nadia de Vries

5 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek 1 Reactie

➔ Lees meer
Van Tamazight tot straattaal – met Khalid Mourigh

Van Tamazight tot straattaal – met Khalid Mourigh

2 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d