Pronomina in de Nederlandse lyriek (14) Door Marc van Oostendorp Hoewel ik in deze reeks en overal objectief ben, mag er natuurlijk af en toe Een van mijn favoriete gedichten over taal, en uberhaupt, is Inspiratie van Mark Boog, uit diens bundel De encyclopedie van de grote woorden, waarvan de dichter onlangs een uitgebreide nieuwe editie aankondigde: in eigen beheer. … [Lees meer...] over‘Het moest precies zó zijn, dat wist men meteen!’
Pronomina in de lyriek
‘dan richt ik me op, mobiliseer ik al’
Pronomina in de lyriek (14) Door Marc van Oostendorp "Poëzie is tot alles in staat", schrijven Annelie David, Moya de Feyter en Saskia Stehouwer in de inleiding van hun bundel 'klimaatpoëzie' Zwemlessen voor later. "We worden gedreven door woorden en zijn gericht op transformatie. We willen inspireren, verontrusten en mobiliseren" schrijven de klimaatdichters bovendien … [Lees meer...] over‘dan richt ik me op, mobiliseer ik al’
Met frisse studenten behandelde hij graag fragmenten van oude zangers
Pronomina in de lyriek (12: Piet Gerbrandy) Door Marc van Oostendorp Het is een trend in de Nederlandse poëzie van dit moment: gedichten hebben lange titels, bijna langer dan de tekst van het gedicht zelf. "Als ik mij omdraai bent u weg en daarmee ben ik zelf verdwenen dus liever draai ik mij niet om", staat er boven een gedicht in de laatste bundel van Alfred Schaffer … [Lees meer...] overMet frisse studenten behandelde hij graag fragmenten van oude zangers
“Wij zijn nog geen lijk / wij zijn jullie opa en oma”
Persoonlijk voornaamwoorden op Coronagedicht.nl Door Marc van Oostendorp Dit is een voorpublicatie uit Viraal Nederland, een boek van het Meertens Instituut. “Er is geen groot verschil tussen romans en bananenbrood”, schrijft de Britse schrijfster Zadie Smith in het essay “Wat te doen” in haar recente, aan Covid-19 gewijde, essaybundel, Intimations, “Ze geven je … [Lees meer...] over“Wij zijn nog geen lijk / wij zijn jullie opa en oma”
‘hij verbaast zich er niet over dat ze hem dwarszitten’
Pronomina in de lyriek (10) Door Marc van Oostendorp 'Documentairepoëzie' noemt Tsead Bruinja de gedichten in zijn nieuwe bundel Springtij. De flaptekst meldt dat 'de mensen die we ter beschikking stellen aan de staat zelf aan het woord komen, in hun eigen taal'. Dat procédé kennen we onder andere uit een bundel die de vórige Dichter des Vaderlands Ester Naomi Perquin … [Lees meer...] over‘hij verbaast zich er niet over dat ze hem dwarszitten’
‘en zo blijf je een stille vriend’
Pronomina in de lyriek (9) Door Marc van Oostendorp PennenvriendDag liftkooibewoner in het stationdie ik nooit aanspreek omdat ik bang benvoor je gedachten als ik je geld geefje lijkt op mijn pennenvriend van toen ik veertien wasdie ik een foto van mijn tepel stuurde in ruilvoor een Kiplingaapje en een zak ribbelchips die ik niet kreegmijn tepel kon ik niet terugnemenen … [Lees meer...] over‘en zo blijf je een stille vriend’
De aanhalingstekens bij Marsman
Pronomina in de hedendaagse Nederlandse lyriek (6: H. Marsman, Ik die bij sterren sliep. Verzamelde verzen) In de bundel Tempel en kruis (1940) van H. Marsman bestaat, net als in veel van zijn andere werk, een correlatie tusen het voorkomen van persoonlijk voornaamwoorden in de eerste of tweede persoon en aanhalingstekens om de hele tekst van het gedicht. De meeste … [Lees meer...] overDe aanhalingstekens bij Marsman
Je ligt ver weg met je vriendinnetje te rollebollen
Pronomina in de hedendaagse Nederlandse lyriek (7: Erik Bindervoet, De droom van Eb inkt diervoer) Erik Bindervoet is, samen met Robbert-Jan Henkes, misschien wel de taalvaardigste spreker van het Nederlands van dit moment. De twee toonden dat met vertalingen van onder andere James Joyce, Shakespeare, Bob Dylan en de Beatles, Bindervoet laat het ook zien met zijn … [Lees meer...] overJe ligt ver weg met je vriendinnetje te rollebollen
‘ben jij ook, heeft hij jou ook’
Pronomina in de hedendaagse Nederlandse lyriek (6: K. Michel, & rol door) Als ik de lezerspost mag geloven, raak ik met deze reeks iets aan dat reëel is, terwijl het nauwelijks besproken wordt. De keuze van persoonlijk voornaamwoorden in gedichten – voor geen van de bundels die ik tot nu toe besprak heb ik recensies gevonden die er iets over zeiden –, maar ik heb van … [Lees meer...] over‘ben jij ook, heeft hij jou ook’
‘ik hangt als een kwaal over de trap’
Pronomina in de hedendaagse Nederlandse lyriek (4: Anne Vegter, Big data) Liefdesverdriet nadat iemand bij je weggaat is een alles vervagende emotie: er wordt een wond geslagen en degene naar wie je toeging om die wond te stelpen, blijkt zelf de wond te zijn, en trouwens ook afwezig. Je weet niet meer wie die ander is, wie je zelf bent. … [Lees meer...] over‘ik hangt als een kwaal over de trap’
Iemand zegt dat ze haar kind niet bij het vuilnis mocht smijten
Pronomina in de hedendaagse Nederlandse lyriek (3: Esther Jansma, rennen naar het einde van honger) Rennen naar het einde van honger is een voornaamwoordelijk feest. Bijna alle persoonlijk voornaamwoorden komen er in voor, en omgekeerd worden personen bijna allemaal aangeduid met voornaamwoorden en niet als Marietje of de dame met de gele hoed. … [Lees meer...] overIemand zegt dat ze haar kind niet bij het vuilnis mocht smijten
‘ik kom u redden met uw welnemen’
Pronomina in de hedendaagse Nederlandse lyriek (2: Alfred Schaffer, Wie was ik) De tweede persoon haalt in de klassieke poëzie de dode of het levenloze dichterbij. Omdat we alleen iets of iemand aanspreken als we een reactie verwachten, wordt ineens de mogelijkheid geopend dat de pijnboom of de kleine moeder reageert en, dus, leeft: … [Lees meer...] over‘ik kom u redden met uw welnemen’
Als ik nu met jou spreek, wanneer moet ik dan met een ander spreken?
Pronomina in de hedendaagse Nederlandse lyriek (1: Nachoem Wijnberg, Joodse gedichten) Van de drie klassieke hoofdgenres – lyriek, epiek, dramatiek – spelen persoonlijk voornaamwoorden de intrigerendste rol in het eerste genre. In toneel is vrijwel altijd volkomen duidelijk wie er met ik of jij bedoeld wordt: degene die nu aan het woord is, degene tot wie de spreker … [Lees meer...] overAls ik nu met jou spreek, wanneer moet ik dan met een ander spreken?