Door Roland de Bonth
Verrassend genoeg kun je voor de vorming en de betekenis van zelfstandige naamwoorden op –ette veel informatie vinden in het Woordenboek der Nederlandsche Taal. Het lemma -ETTEII geeft maar liefst zeven verschillende betekenissen bij op drie manieren gevormde -ette-woorden: met een zelfstandig naamwoord als naamwoord, met een werkwoord als grondwoord en met een bijvoeglijk naamwoord als grondwoord.
Het woord dat centraal staat in deze aflevering van ‘Achter het achtervoegsel’ is kitchenette. Hoewel de meeste niet-commerciële woorden op –ette hun oorsprong vinden in het Frans, komt –ette ook voor in aan het Duits ontleende woorden – denk aan het in de vorige aflevering besproken biberette – en uit het Engels afkomstige leenwoorden als majorette en kitchenette.
Hoe groot is een kitchenette?
Volgens de etymologiebank is het woord kitchenette in de betekenis ‘ingebouwd keukentje’ in het Nederlands voor het eerst aangetroffen in 1952. Rik Smits en Liesbeth Koenen noemen het in Peptalk, de Engelse woordenschat van het Nederlands (1992), een makelaarseufemisme voor een onmogelijk klein keukentje. Ook de online Van Dale legt in de definitie bij het woord heel sterk de nadruk op de grootte – beter gezegd kleinte – van deze kookruimte: het is een ‘klein ingebouwd keukentje (b.v. in een vakantieappartement, kleine flat, seniorenwoning enz.)”. Kitchenette staat – aldus Van Dale – ongeveer gelijk aan een kastkeuken. En bij dit woord geeft dat woordenboek de omschrijving ‘als een kast ingebouwde keuken’.
Specifiekere informatie over de afmetingen van een kitchenette is in de woordenboeken niet te vinden maar wel bij de fabrikant kitchenettesdirect. Op de website van dit bedrijf wordt haarfijn het verschil tussen drie types keukens voor kleine ruimtes uit de doeken gedaan: de kitchenette, het keukenblok en de minikeuken. Ik beperk me hier tot de eerste: “Een kitchenette is een keukentje of kookhoek die niet breder is dan 100cm en waar de activiteiten zeer beperkt zijn: u maakt er bijvoorbeeld alleen ontbijt. Wel zijn kitchenettes compleet omdat ze meerdere apparaten kunnen bevatten.”
Hoe oud is de kitchenette?
De kitchenette is in het Engels al meer dan een eeuw oud: de Oxford English Dictionary omschrijft het als ‘a small kitchen; an alcove or part of a room equipped with kitchen facilities’ met een zeer vroeg citaat uit 1870. Verder maakt dit woordenboek melding van een bijzondere betekenis die het woord vooral in Chicago heeft: ‘a small rented apartment of this type, typically consisting of one or two rooms with access to shared bathroom facilities, often associated with overcrowding and urban slum conditions’.
Dat de kitchenette niet zo begerenswaardig is als de fraaie Frans klinkende naam suggereert was in Nederland net na de Eerste Wereldoorlog al bekend. In de jaren twintig en dertig verschenen in regionale en landelijke dagbladen al feuilletons en reportages waarin verslag werd gedaan van de kleine ruimte waar Amerikaanse grootstedelingen hun maaltijden bereidden. Vaak ging het daarbij om New York, de stad waar woonruimte schaars is en de huurprijzen torenhoog. Weinig opbeurend is de beschrijving die het Algemeen Handelsblad op 14 februari 1925 geeft van de kitchenette: “een hoekplankje met een gaskomfoor, een electrische toaster, en – soms – een fonteintje. Het geheel omheind door een kamerschut.”
De op een na oudste vindplaats van kitchenette in Delpher dateert van 11 juni 1921 en stamt uit Het Vaderland: staat- en letterkundig nieuwsblad. In het artikel ‘Vrouwenpraatjes over Woninginrichting’ wordt onder andere geschreven over een gigantisch, multifunctioneel keukenmeubel: “Het zijn bakbeesten, maar ze bezitten dan ook een bergruimte, waarvoor vroeger minstens één provisiekast, zes kleine aanrecht dito en ettelijke laden werden gebruikt.” Na een zeer gedetailleerde beschrijving van deze kast lezen we vervolgens iets opmerkelijks: hij wordt in Amerika “een Dutch Kitchenette (Hollandsch keukentje)” genoemd!
De informatie uit dit krantenartikel is afkomstig uit het boek The servantless household van R. Randal Phillips (London, 1920). De schrijver maakt in het hoofdstuk over de keuken melding van een Amerikaanse innovatie: The Kitchen Cabinet (pp. 43 e.v.). Deze ‘keukenkast’ wint in de jaren tien van de twintigste eeuw snel aan populariteit in Amerika, omdat tal van zaken binnen handbereik zijn en je dus niet heen en weer hoeft te lopen om je kookspullen bij elkaar te zoeken. Hoewel er verschillen bestaan tussen de kasten van de tientallen producenten, vertonen ze toch vooral een grote gelijkenis. Vaak gebruikte men de naam van de fabrikant (the Sellers, the McDougall, the Hoover), soms bracht een bedrijf het onder een andere naam op de markt. Zoals het geval is bij de “Dutch Kitchenette”.
The Dutch Kitchenette
Hoe komt een Amerikaans bedrijf ertoe aan het begin van de vorige eeuw een product Dutch Kitchenette te noemen? Waar komt die benaming vandaan? Zou dat zijn omdat Nederland een klein landje is? Heerst in Amerika het idee dat Nederlandse keukens klein maar compleet zijn? Of heeft de ontwerper van deze kast misschien wel Nederlandse wortels?
Een korte speurtocht over internet brengt ons bij de nog altijd bestaande firma Coppes Commons in Nappanee, Indiana. Het bedrijf startte in 1914 met de productie van de Napanee Dutch Kitchenet (zonder –te). Aardig detail is dat Napanee met slechts één p wordt geschreven. Voor deze spelling is bewust gekozen omdat het in Amerika toentertijd bij wet verboden was een plaatsnaam te gebruiken als handelsnaam.
Een soort echtheidskenmerk was een metalen plaatje dat op de kast werd geschroefd. Daarop stond tussen de woorden Napanee aan de ene kant en Dutch Kitchenet aan de andere kant in zijaanzicht het hoofd van een Hollands meisje in klederdracht. En na meer dan honderd jaar is zij nog altijd te vinden, in het logo van het bedrijf.
Maar daarmee is de naam nog altijd niet verklaard. Op internet kon ik het antwoord niet vinden en daarom heb ik een mail gestuurd aan Coppes Commons. Bill Warner, “volunteer historian at Coppes Commons”, schreef mij het volgende terug:
I wish we had an answer for you about our use of the Dutch girl, or the term Dutch kitchenet. but I’m afraid we are clueless as to where the Dutch connection came from. As far as I know there was no Dutch connection here at the Coppes, Zook & Mutschler Co when we began producing a type of kitchen cabinet that has since become widely known as a “HOOSIER CABINET”.
Hier loopt het spoor naar de herkomst van de naam Napanee Dutch Kitchenette helaas dood.
“Voor vrouwen door vrouwen”
Als je zoekt op kitchenette in de krantendatabase van Delpher, dan vind je vooral artikelen die gaan over het leven in Amerikaanse steden. Een heel vroege vermelding van de kitchenette in een Nederlandse context kwam ik tegen in de Delftsche Courant van 14 mei 1938. In november 1937 nam mevrouw E.J. van Waveren-Resink het initiatief tot het oprichten van de stichting “Voor vrouwen door vrouwen”, naar het voorbeeld van de “Women’s Pioneer Housing” in Engeland. Deze Haarlemse stichting wilde net als haar Britse tegenhanger goede woonruimte realiseren voor alleenstaande vrouwen. Samen met de beroemde architect Gerrit Rietveld wist mevrouw Van Waveren-Resink de villa Kenaupark 6 te verbouwen tot een aantal appartementen.
De beschikbare ruimte werd daarbij optimaal benut. Om te kunnen koken zal er – aldus de Delftsche Courant– een zogenaamde „kitchenette” worden ingebouwd. Het woord staat hier nog tussen aanhalingstekens, wat erop wijst dat het nog niet als een volledig Nederlands woord gevoeld wordt. De uitgebreide beschrijving helpt de lezer bij het visualiseren van deze kitchenette:
Het bestaat uit drie deelen: links een miniatuur-koelkastje, dat in bedrijf slechts 2V2 cent stroom per dag kost en waarbij passende pannetjes worden geleverd, die tevens kunnen worden gebruikt om in te koken, daarnaast een spoelbakje voor het afwasschen, voorzien van koud en warm water en een gedeelte voor het koken, met een klein oventje.
Op 21 februari 1952 meldde het Algemeen Handelsblad dat er in Amersfoort een flatgebouw met 188 woningen voor bejaarden zal verrijzen. De ‘ouden van dagen’ kunnen in het nabijgelegen hotel hun maaltijd nuttigen maar ze kunnen ook hun eigen kostje koken omdat elke wooneenheid is uitgerust met een kitchenette. Het zou me niet verbazen als dit de oudste vindplaats is van kitchenette waarvan sprake is op etymologiebank. Maar zowel het woord kitchenette als het keukentje zelf is al decennia eerder aanwezig in (het) Nederland(s).
Laat een reactie achter