Muziek, de universele taal! Er is een inmiddels al een lange traditie van je afvragen of taal en muziek iets met elkaar gemeen hebben. Heeft muziek bijvoorbeeld een syntaxis, en lijkt de manier waarop een componist noten in volgorde zet dan op de woordvolgorde van een taal? En nog ingewikkelder: heeft muziek betekenis op de manier waarop taal betekenis heeft?
Een belangrijke stem in deze discussie was die van de Amerikaanse componist Leonard Bernstein (1918-1990). Een aantal keer heeft hij zich verzet tegen het idee dat muziek een verhaaltje zou vertellen. Hij deed dat bijvoorbeeld in de nog altijd zeer bezienswaardige lezing What does Music Mean. Hij laat er een stuk van Don Quixote van Richard Strauss horen. Het idee dat deze muziek het verhaal van Cervantes zou vertellen, maakt hij belachelijk door de muziek te verbinden met een heel ander verhaal: dat van Superman:
Het klinkt overtuigend, maar de Franse taalkundige Philippe Schlenker heeft een aantal jaar geleden besloten dat hij zich er niet bij neer zou leggen. Schlenker heeft sowieso een taalkundig-imperialistische kijk op de geesteswetenschappen: hij probeert de bestaande taalkundige theorieën ook van toepassing te verklaren op andere zaken, zoals de studie van apentaal, de dans, of handgebaren. En dus ook de muziek. Hij noemt dit: Super semantics, wat we weten over de semantiek van taal moet ook elders juist zijn
Een recent artikel van Schlenker gaat zelfs expliciet in op Bernsteins argumenten. De grote dirigent en componist had gelijk dat je heel veel verschillende verhaaltjes kunt verbinden aan een willekeurig muziekstuk. Maar dat betekent alleen maar dat de betekenis abstracter is dan ‘Don Quixote zit op zijn paard’, maar bijvoorbeeld ‘iemand beweegt zich voort’. Schlenker laat zien dat de verhalen van Don Quixote en Superman op zo’n abstracte manier op elkaar te leggen zijn, en daarom dus ook allebei op de betekenis van de muziek:
Wie ook maar een klein beetje muziek kan lezen, begrijpt intuïtief ook wat de derde kolom met de eerste twee verbindt. Dat heel expliciet maken is ook nog niet zo gemakkelijk, maar het argument is wel overtuigend – Bernsteins eigen argument keert zich tegen hem. De structuur van een orkeststuk kan wel degelijk lijken op die van een verhaal. Alleen kun je er minder concreet in zijn.
De betekenis van een muziekstuk is daarmee volgens Schlenker gelijk aan de betekenis van fictie: het beschrijft de waarheid in een fictieve wereld waarin iemand op een voertuig zit, iemand alleen of in een groep geluiden maakt, enzovoort. Waar die precieze betekenissen precies vandaan komen, is wel nog een open vraag – is het traditie? Of is er iets in een bepaald ritme of een bepaald timbre dat automatisch en (dus) universeel een bepaalde betekenis tevoorschijn roept?
Afbeelding: Still van de video ‘What does music mean?’
Manfred zegt
Muziek is helemaal geen universele taal. Zeker niet in de betekenis van een lingua franca. Denk maar niet dat een house producer iets ‘verstaat’ van een strijkkwartet van Ferneyhough* of een hafabra-band iets aan kan vangen met een Indiase raga.
https://www.youtube.com/watch?v=p8RTPYaWXj8
(NB inloggen mbv Twitter of Google werkt nog steeds niet.)
hans zegt
https://www.youtube.com/watch?v=-3FEhZ5vJZ0 ;—)) En de helaas vorig jaar overleden Kadri Gopalnath speelde raga’s op de enigszins aangepaste Westerse sax, dus andersom kan ook.
Manfred zegt
Nee. Die brass band speelt geen raga maar een compositie die is geïnspireerd op raga’s. Dat is iets totaal anders. Het is ook beslist niet de bedoeling dat de band gaat improviseren. De band ‘verstaat’ hier ook geen raga’s, de band verstaat notenschrift. En dat een raga-muzikant sax kan spelen heeft er natuurlijk niets mee te maken.
Maar het gaat om het punt dat de brass band niet automatisch raga’s verstaat omdát het een brass band is, op een vergelijkbare manier als dat een Nederlander Nederlands verstaat omdat ie een nou eenmaal zijn taal is. Muziek is geen universele taal.
Als het überhaupt al een taal is, maar dat is een andere discussie. (Spoiler: dat is het niet, het is een spel.)
dolfwagenaar zegt
Een bekende stem in deze taal-muziekdiscussie is natuurlijk ook Chomsky’s leerling Ray Jackendoff. Zie bijvoorbeeld dit artikel: https://www.google.com/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=&ved=2ahUKEwiJldGn8srvAhWWt6QKHb__Dm8QFjABegQIAhAD&url=https%3A%2F%2Fase.tufts.edu%2Fcogstud%2Fjackendoff%2Fpapers%2FParallels%26nonparallelsprintversion.pdf&usg=AOvVaw2SrX6_Q4vVI53cEuFLwXHD
Weia Reinboud zegt
Een componist of andere muziekbedenker kan een verhaal in haar/zijn hoofd hebben en zelfs vinden dat dat verhaal noodzakelijk is om iets te componeren, maar ook een verhaaltje dat in een minuut te vertellen is kan op miljarden manieren tot een muziekstuk leiden, waaronder composities van een paar uur. Ik geloof er helemaal niets van dat muziek iets vertellen kan. In het verlengde hiervan ligt ook dat er geen religieuze muziek bestaat. Dat zeggen mensen wel die aan religie doen, maar het is onzin. Het is hooguit zo dat er serieuzer muziek bestaat en vrolijker muziek en dan zullen de mensen die vanuit religie denken vaak uit het serieuzer vaatje tappen – wat dan later door luisteraars die antireligieus zijn ook wel als ernstiger geïnterpreteerd zal worden, misschien, wellicht, maar niet eens noodzakelijk.
Louis Andriessen heeft altijd een heel verhaal nodig om tot componeren te komen, maar hij maakt precies hetzelfde soort muziek op teksten waar hij het mee eens is (Bakoenin) als op teksten die haaks staan op wat hij zelf vindt (Plato).
Olivier Messiaen gebruikte vogelgeluiden in bijvoorbeeld l’Alouette lulu (de boomleeuwerik) en als je het geluid van die vogel kent (heel mooi!) dan herken je dat in een deel van de pianoklanken. Maar het blijft pianomuziek en is geen boomleeuwerik. Bovendien zul je gedeeltes muziek horen die blijkens de partituur voor de bergen staan, of een briesje of enzovoort. Niemand zou dat er ooit uithalen.
In de Hohe Messe van Bach zit ergens een enorm contrast, althans zo voert men het meestal uit omdat dat, zegt men dan, in de tekst zit, maar je kunt het koor daar ook Boem Paukeslag laten zingen en de mensen die de tekst volgen zullen verzuchten ‘o hoe passend’. Maar mij zou dat ontgaan, want ik luister nooit naar teksten.
ChrisBernasco zegt
In reactie op dat laatste punt: het blijkt onmogelijk te zijn om niet naar teksten te luisteren, tenminste wanneer het gaat om talen die je enigszins beheerst. Ik vond dat weetje zo interessant dat ik er een een keer een blogpost aan heb gewijd: https://goeienummers.blog/?p=1151 en zie ook de link daarin.
Weia Reinboud zegt
Dat is dan bij deze gefalsifieerd. Ook Nederlandse teksten hoor ik niet als tekst, Engels niet. Maar ik luister dan ook niet naar muziek waar de muziek ondergeschikt is. Of ik luister naar muziek waarvan ik de tekst niet begrijp, Russisch, Italiaans, Latijn, Kinyarwanda, Gaelic, doet er niet toe.
lukasmeekers zegt
Muziek is volgens mij geen (universele) taal, maar wel een vorm van communicatie die veel van een taal weg heeft. Overeenkomsten die me zo te binnen schieten:
1) Zowel in taal als in muziek kan je uitingen deels ‘begrijpen’ zonder op de hoogte te zijn van wat er op structureel vlak allemaal speelt. Ook van muziek waar je niks van snapt, kan je bijvoorbeeld met enige juistheid vaststellen of dit vrolijke, boze of angstige muziek is. Je kan je natuurlijk vergissen – zoals mensen soms ook vinden dat bepaalde talen altijd ‘boos’ klinken, ook bij neutrale uitingen. Bovendien is het perfect mogelijk om van muziek (en van taal) te genieten zonder de theoretische/grammaticale/… achtergrond te doorgronden, al kan het doorgronden van die achtergrond wel bijdragen tot een (nog) groter genot.
2) Beide communicatievormen bestaan van nature als geluidsgolven maar kunnen ook fysiek (op schrift) worden gedeeld. Die fysieke vorm kan bovendien gebruikt worden om de ‘originele’ vorm aan te leren of te bestuderen. Anderzijds is het ook bij muziek mogelijk om op ‘natuurlijke wijze’ (op gehoor) muziek aan te leren – in veel culturen is en blijft dat zelfs de enige of meest gangbare manier. Er wordt in het westen nogal veel belang gehecht aan de schriftelijke vorm: ‘de beatles konden geen noten lezen’. De auteur van de Ilias kon wellicht ook niet lezen of schrijven, maar creëren kon hij duidelijk wel.
3) Beide communicatievormen bestaan uit elementaire betekenisloze delen die pas betekenis krijgen in hun context. Een toon van 440 hz wordt in het westen als een ‘A’ beschouwd, maar ook die ‘A’ betekent iets helemaal anders in toonaard A dan bv. in toonaard D, C of F. Bovendien is het louter een kwestie van conventie dat 440 hz een A is – het is ooit anders geweest en wie weet wordt het ooit weer anders. Net als bij de betekenis van woorden of klanken. Het is door deze betekenisloze klanken structureel met elkaar te verbinden dat we ‘muziek’ (en eventueel ‘betekenis’, of tenminste communicatie) krijgen. Eigen aan muziek is dan weer dat er verschillende van deze klanken tegelijk weerklinken om harmonie te creëren – een mogelijke parallel in de taal is misschien dat klanken snel na elkaar kunnen worden uitgesproken als woorden.